• Thema-artikel
Joke van Winkel

Een brug over de rivier: Basis- en voortgezet onderwijs kunnen met en van elkaar leren

Leidinggeven en innovatie in het onderwijs heeft altijd zijn belangstelling gehad. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Jaap Boogaard van januari 2021 tot juli 2022 projectleider was van de pilot tieneronderwijs bij Driestar hogeschool. Er valt volgens hem veel winst te halen uit het anders organiseren van de samenwerking tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. ‘Systemen verander je niet zo snel. Wel kun je beter samenwerken en meer van elkaar leren.’

Verbindingen

Dat is ook precies de essentie van het tieneronderwijs: met en van elkaar leren. ‘Het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs zijn nog te vaak gescheiden werelden’, vertelt de oud-projectleider. ‘We weten vaak niet van elkaar wat er gedaan wordt. Dit maakt dat voor kinderen de stap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs nogal eens moeilijk is. Leraren van beide typen onderwijs kunnen veel van elkaar opsteken.’
Boogaard heeft 22 jaar in het voorgezet onderwijs gewerkt. In zijn jaren als afdelingsleider constateerde hij wel een warme overdracht van leerlingen die van groep 8 naar de brugklas gingen, maar nauwelijks een onderwijskundige samenwerking. ‘Er zijn uitzonderingen, maar een gestructureerde overdracht op vakinhoudelijk vlak is geen gemeengoed.’
‘Door meer samen te werken, kunnen elkaars talenten benut worden’, gaat hij verder. ‘Dit begint al tijdens de studie aan hogeschool de Driestar bij de pabo of de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs, zodat studenten zowel vakinhoudelijk als pedagogisch-didactisch goed toegerust voor de klas staan.’

Van september 2020 tot juli 2022 draaide er op de Goudse hogeschool een pilot tieneronderwijs waarbij studenten van de pabo en van leraar voortgezet onderwijs met bepaalde modules samenwerkten. Ze ontwikkelden bijvoorbeeld een lessenserie met een doorlopende leerlijn van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs.
Een brug over de rivier waar jaarlijks nieuwe verbindingen worden gelegd om de samenwerking in het belang van leerlingen te verbeteren, dát is de metafoor voor het ideaal dat Boogaard nastreeft.

Overstap

In de jaren waarin hij werkzaam was in het voortgezet onderwijs, merkte Boogaard dat veel leerlingen moeite hadden met de overstap van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. Verbazingwekkend is het niet dat juist hij benaderd werd als projecteider van de pilot. ‘Ik zie er ook echt de noodzaak van in. Op de leeftijd van 12 gebeurt er veel en juist op die leeftijd moeten leerlingen de overstap van primair naar voortgezet onderwijs maken. Daar hebben veel leerlingen moeite mee en dan is de afstemming er ook nog eens niet.’

Kansenongelijkheid

De vroege selectie van leerlingen brengt ook kansenongelijkheid met zich mee, stelt Boogaard vast. Dit heeft te maken met onder andere verschil in rijpingsproces van de hersenen van kinderen, verschil in leeftijd en sociale context. Deze zienswijze sluit aan bij rapport van de Onderwijsraad (2021). Later selecteren en beter differentiëren geeft jongeren meer kans om op hun niveau te presteren.
‘Ontwikkelingspsychologisch gezien loopt de fase van oudere kind van 8 tot 14 jaar. Op deze leeftijd moeten leerlingen een aantal ontwikkelingsfasen doormaken. Enerzijds zijn vrienden en erbij horen belangrijk op deze leeftijd; anderzijds zijn ze juist ook op zoek naar waarin ze zich onderscheiden van leeftijdsgenoten en wat hun eigen talenten zijn’, vertelt de oud-docent. ‘Ons onderwijssysteem zit zo in elkaar dat we midden in deze periode kinderen een overstap laten maken. Afstemming en communicatie vraagt hierbij de aandacht.’
Meer aandacht voor de doorgaande ontwikkeling en een betere overdracht zou leerlingen helpen om zichzelf meer te ontdekken, hun kwaliteiten te ontwikkelen en daarmee hun zelfvertrouwen te verstevigen.

‘Elk jaar een nieuwe verbinding erbij om de samenwerking in het belang van leerlingen te verbeteren’

Jaap Boogaard

Succeservaringen

Om goed tot je recht te komen in het onderwijs is zelfvertrouwen belangrijk, benadrukt de medeopsteller van het basisdocument Tieneronderwijs. Cognitieve prestaties hangen samen met eigenwaarde en motivatie. ‘Een van de bouwstenen van het tieneronderwijs is dan ook gericht op het vergroten van zelfvertrouwen. We maken gebruik van de kennis van ontwikkelingspsychologie. In het primair onderwijs doorloopt een kind andere ontwikkelingsfasen dan op de middelbare school.’
Boogaard baseert zich op de indeling van onder anderen Erikson. Die stelde dat kinderen in de basisschoolleeftijd taakgericht bezig zijn en ontdekken wat ze kunnen. Ze vergelijken hun prestaties met leeftijdsgenoten, zowel op sociaal als op cognitief vlak.

Wanneer het kind te weinig succeservaringen opgedaan heeft, ontwikkelt het gevoelens van minderwaardigheid waarmee het het voortgezet onderwijs binnenkomt. Wanneer het kind wel voldoende succeservaringen gehad heeft, ontwikkelt het een competentie: vlijt. Gemotiveerde leerlingen halen doorgaans hogere (school)resultaten, die belangrijk zijn voor het persoonlijk welbevinden.

Geen tienerscholen

Boogaard: ‘Primair onderwijs en voortgezet onderwijs hanteren voor hun eigen doelgroep de kenmerken uit de ontwikkelingspsychologie. Maar ook op dit punt valt bijvoorbeeld in een doorlopende lijn van persoonsvorming - naast kwalificatie en socialisatie - van elkaar te leren.’
‘Tienerscholen streven we in eerste instantie niet na’, verduidelijkt Boogaard. Hij overdenkt even waarom daar volgens hem de oplossing niet in zit. ‘Die vragen een grote organisatorische verandering en zijn daarom moeilijker te realiseren. Daar komt bij dat kinderen dan al op de leeftijd van 10 jaar een grotere afstand naar school moeten overbruggen. Dit geldt zeker voor reformatorisch onderwijs. En misschien is het belangrijkste nog wel dat dit niet het probleem van de te beperkte samenwerking oplost, terwijl juist daar de oplossing ligt.’

Boogaard: ‘We hebben twee jaar een pilot gedraaid. Het proces is op verschillende momenten zeer moeizaam verlopen voor studenten. Diezelfde studenten hebben echter ook voor opbrengsten gezorgd die we als hogeschool graag willen verzilveren in het curriculum van de opleidingen.
Door het delen van kennis en expertise, met en van elkaar leren, kan verbindend leren voor leerlingen groeien. Hier willen wij als Driestar hogeschool initiatief in nemen in samenwerking met het onderwijsveld.’

Op 13 april D.V. is er een speciale studiemiddag over tieneronderwijs in Gouda. Met praktijkvoorbeelden van Kindwijs, CSG Prins Maurits en het Calvijn College. Meer informatie vind je op de website van Driestar educatief. De studiemiddag is gratis bij te wonen.

Terug naar overzicht