• Onderwijsfamilies
Thea Kool

Een voorbeeld om te volgen

We gaan terug naar 1952: in Reeuwijk start een kleuterschool en er is nog een hulpje nodig. Dat “hulpje” wordt mevrouw Lamens-Both: ‘Zo kwam ik in het onderwijs terecht; ik heb alleen wat cursussen gevolgd en werkte bijna vijf jaar als kleuteronderwijzeres. Toen ik verkering kreeg met een meubelmaker, zijn er in zijn werkplaats heel wat puzzels en blokken gezaagd. In die tijd was er weinig geld en we maakten alles zelf.’ Zoon Ivo en dochter Centine: ‘We genoten altijd van het verhaal van onze moeder over vaartochtjes op de Reeuwijkse Plassen. De school lag daar namelijk vlakbij en de dominee, die naast de school woonde, nodigde beide kleuterjuffen nogal eens uit voor een vaartochtje. Toen de kerkenraad daarachter kwam, werd het verboden.’

Zowel Ivo, Centine als Heleen (de vrouw van Ivo) hebben Gods leiding ervaren om het onderwijs in te gaan. Ivo: ‘Ik wilde – net als mijn meester van klas 6 – meester worden en Gods lof verkondigen.’ Centine: ‘Het zaadje is gepland in de vakantiebijbelweek, een mooie proeftuin voor het werken met kinderen. Ik dacht dat ik geen pabo zou kunnen; via een omweg deed ik het toch. Ik zie nu ook vaak kinderen die denken: ik kan dit niet. Ik geniet ervan als zij het toch doen.’ Heleen: ‘Ik was niet van plan om het onderwijs in te gaan, maar na een gesprek met de decaan ging ik pabo doen. Ik zei verder altijd dat ik niet zou trouwen met een onderwijzer, maar bij evangelisatiewerk via Dabar ontmoette ik Ivo. Ik heb deze uitspraak nog vaak moeten horen …’

‘Dat je vader meester is, daar kun je niks aan doen. Maar als je moeder ook nog juf is ...’

Jacoline en Hanneke, de dochters van Ivo en Heleen, hadden op de basisschool les van zowel hun vader als moeder. Heleen: ‘Iemand zei tegen hen: “Dat je vader meester is, daar kun je niks aan doen. Maar als je moeder ook nog eens juf is, dan ben je echt zielig.”’ Ivo: ‘Jacoline was zelfs daarna niet van mij af. Als toezichthouder op haar middelbare school zou ik een Bijbel overhandigen toen ze geslaagd was, maar ik kon ruilen met een collega.’ Jacoline: ‘En op de pabo zou mijn vader – door een fout – mijn schoolopleider worden. Later studeerde ik onderwijswetenschappen en de docent liet in zijn college een foto zien van een schoolteam. En wat denk je … het was de teamfoto van de school van mijn ouders.’

Hanneke: ‘Ik zei altijd: “Ik ga niet het onderwijs in.” Maar in mijn werk, eerst als secretaresse en later op een schippersinternaat, merkte ik dat ik werken met jongeren leuk vond. Toen er een vacature vrijkwam voor onderwijsassistente bij het praktijkonderwijs op het Calvijn College solliciteerde ik en werd aangenomen.’

Zo blijkt de liefde voor het onderwijs toch in het bloed te zitten.

Terug naar overzicht