• Thema-artikel
Niels de Jong

‘Het onderwijs moet in beweging komen’

Vanaf schooljaar 2023-2024 zijn basisscholen in Nederland wettelijk verplicht om minstens twee uur bewegingsonderwijs per week aan te bieden. Gym is het enige vak waarvoor scholen niet de vrijheid hebben om zelf het rooster te bepalen. Waarom is bewegingsonderwijs zo belangrijk? Rudmer Heerema, Kamerlid en woordvoerder sport en onderwijs namens de VVD, legt het uit. ‘Twee uur bewegingsonderwijs is gewoon het minimum dat in ieder geval gerealiseerd moet worden.’

Waarom is bewegingsonderwijs zo belangrijk volgens u?
‘Ik ben zelf eerst gymleraar geweest en ik heb altijd veel gesport. Ik merkte al snel dat kinderen jaar na jaar steeds minder goed leken te sporten en te bewegen. Nadat ik de managementkant van sport had gekozen, mocht ik ook woordvoerder van sport en onderwijs worden. Ik vind het heel belangrijk dat kinderen goed leren bewegen.’
Waarom is er een urennorm gemaakt voor bewegingsonderwijs en niet voor andere vakken?
‘Nederlandse kinderen bewegen te weinig. Sommigen komen alleen via de televisie in aanraking met sport. Obesitas onder kinderen neemt toe. Goed bewegen is belangrijk voor de kwaliteit van leven van mensen en sport speelt een belangrijke maatschappelijke rol. Het sportveld is een van de weinige plekken waar de PVV-ouder en de GroenLinks-ouder elkaar nog ontmoeten.
Twee uur bewegingsonderwijs is het minimum, maar wat mij betreft kan de wet als een knop in het systeem dienen om aan te draaien. Naar drie, vier of uiteindelijk vijf uur per week. Iedere dag een uur bewegingsonderwijs.’
Zet deze wet de deur open voor meer urennormen op de basisschool?
‘Ik heb hierover met meerdere organisaties gesproken en volgens mij is dat niet echt aan de orde. Andere vakken worden gemonitord met bijvoorbeeld Cito-normen en dat is voldoende. Juist door de vrijheid van onderwijs zie ik het voor andere vakken niet snel gebeuren. Dan zul je eerst een Artikel 23-discussie moeten voeren.’
In welke mate houdt u rekening met andere vakken?
‘Natuurlijk zijn er nog veel meer vakken die belangrijk zijn. Maar twee uur bewegingsonderwijs is gewoon het minimum dat in ieder geval gerealiseerd moet worden. Het feit dat er nu al scholen zijn waar het drie of vier uur per week gebeurt, geeft aan dat het wel kan. We hebben al jaren geleden met elkaar de wens uitgesproken om minimaal twee uur per week gymles te geven. Er is ook al veel geld beschikbaar gesteld om dit te realiseren. Veel scholen en gemeenten komen door deze wens blijkbaar niet in beweging, daarom zijn dwingende maatregelen nodig.’
Het woord “dwingen” hoort toch eigenlijk niet bij een partij als de VVD, die de vrijheid centraal heeft staan?
‘Er is een verschil tussen alles vrijgeven en alles vastleggen. We moeten scholen de vrijheid geven om zelf te organiseren. Bewegingsonderwijs wordt blijkbaar niet voldoende op initiatief van de scholen zelf georganiseerd. Dan hebben we wet- en regelgeving nodig om in te grijpen. Van mij mag de overheid zich best wat groter maken, zolang ze maar de juiste dingen doet.’
Wat betekent vrijheid dan wel?
‘Vrijheid betekent niet dat alles mag. Je mag wel zelf een methode kiezen, maar de vrijheid is niet onbegrensd. Bij een aantal scholen heb ik het idee dat de vrijheid van onderwijs misbruikt wordt om onvrij onderwijs te geven.’
Is het niet aan de ouders om samen met de school te bepalen wat ‘de goede dingen’ zijn?
‘Ik weet dat er oudergeledingen zijn die voorrang geven aan Bijbellessen, kunst, cultuur, etc. Voor hen staat lichamelijke opvoeding niet eens op de vierde of vijfde plaats. Omdat ik vind dat alle kinderen de kans moeten krijgen om een goede motoriek te ontwikkelen - wat goed is voor onze maatschappij - moeten we die twee uur voor die scholen wel verplicht stellen.
Er is een grens aan de vrijheid die scholen hebben. In ons land hebben we een basis waaraan scholen in ieder geval moeten voldoen. Gelukkig hoort bewegingsonderwijs daar ook bij, want daar staat een ruime Kamermeerderheid achter.’
Er zijn grote verschillen tussen scholen. Kinderen op een school in de stad bewegen wellicht weinig maar kinderen van een dorpsschool spelen vaak veel buiten. Doet de wet wel recht aan die verschillen?
‘Je gunt een kind toch gewoon twee uur bewegingsonderwijs? Buitenspelen is niet hetzelfde als leren bewegen.’
Wat als het niet kan?
‘De scholen en gemeenten hebben drie jaar de tijd gehad om zich voor te bereiden. De nieuwe wet heeft in alle bladen gestaan. We zien nu we vlak voor de ingang van de wet staan, dat het nog niet overal geregeld is. Er zijn nog onvoldoende ruimten beschikbaar. Gemeenten hebben middelen voor het faciliteren van gymzalen anders gebruikt.
Ik weet dat scholen moeite hebben om voldoende personeel te vinden, er is ook nog onvoldoende personeel met een bevoegdheid. Gelukkig zie ik wel een positieve beweging op dat gebied: steeds meer vakleerkrachten uit het vo maken een stap naar het po.
Je kunt natuurlijk wel creatief omgaan met de mogelijkheden door bijvoorbeeld in de zomer, wanneer de sportvelden open zijn, meer uren te gymmen dan in de winter.
Het is niet de bedoeling dat scholen onbevoegde mensen les laten geven. Dat zou ik een devaluatie van het vak bewegingsonderwijs vinden. We moeten gym serieus nemen, net als alle andere vakken op de basisschool.’
Wat als het niet gebeurt?
‘Het is aan de onderwijsinspectie om daarop te reageren. Volgens mij gaat de inspecteur dan een herstelopdracht geven aan de school. Wij zullen in ieder geval de rapportages van de inspectie de komende jaren goed in de gaten houden.’
Kinderen uit mijn klas hebben ook wat vragen aan u. Wilt u die in hun taal beantwoorden?
‘Natuurlijk.’

Erik: Wij bewegen al veel na schooltijd. Op de middelbare school krijgen we volgend jaar ook twee uur gym. Denkt u dan dat het echt nu al echt nodig en überhaupt wel kan qua tijd?
‘Het kan altijd, dat is een kwestie van keuzes maken. Bewegingsonderwijs is iets anders dan bewegen. Je moet leren hoe je goed kunt bewegen, daar heb je je hele leven wat aan. De gymleerkracht op de middelbare school kan goed merken welke kinderen op de basisschool al goed hebben leren bewegen. Net zoals we vinden dat kinderen op de basisschool gevormd moeten worden met bijvoorbeeld Bijbelles, taal of rekenen, geldt dat ook voor gym.’
Sifra: Wat moeten de kinderen met een botbreuk tijdens gym? Zij moeten toch ook bewegen?
‘Toen ik vroeger zelf gymleraar was, zaten er nooit kinderen bij mij aan de kant. Er is altijd wel wat te doen. Je kunt helpen klaarzetten of scheidsrechter zijn. Aan de kant zitten is zonde van je tijd. Met de meeste blessures kun je nog wel wat doen.’
Esmee: Heeft u kinderen? En sporten die ook?
‘Ik heb een dochtertje van bijna negen. Die heeft eerst haar Nijntje Beweegdiploma gehaald en is daarna naar de zwemclub gegaan. Die ging dicht door corona en toen is ze op atletiek gegaan. Dat vindt ze fantastisch: rennen, springen, gooien, noem maar op.’
Thijs: Kunnen we niet één uur in de gymzaal en één uur op het sportveld? Dat lijkt me leuk!
‘Ja, hartstikke goed om op veel verschillende plekken te bewegen. Het zou helemaal mooi zijn als je af en toe ook nog een “nat gymuur” kunt hebben in het zwembad. Sportvelden zijn meestal van de gemeente en veel sportverenigingen vinden het fijn als de velden overdag worden gebruikt. Ze krijgen daar wat geld voor en er komen misschien wel nieuwe kinderen op hun club. Sterker nog, over niet al te lange tijd gaan we proberen om sportverenigingen zelf les te laten geven op de basisschool.’

Wet bewegingsonderwijs

Vanaf schooljaar 2023-2024 zijn twee lesuren bewegingsonderwijs verplicht op de basisschool. Leerlingen moeten minimaal twee lesuren bewegingsonderwijs krijgen onder leiding van een vakleerkracht of bevoegde groepsleerkracht.

Terug naar overzicht