• Thema-artikel
Hanna Jongejan-Kater

Een boodschap voor de hele dag

De dagopening wordt ook wel “de deur naar betekenis” genoemd. Zie die sleutel maar eens te vinden, als student aan een lerarenopleiding. Welke Bijbeluitleg gebruik je daarbij? Waaruit bestaat een dagopening? De vakgroep godsdienst van Driestar educatief heeft een programma opgezet om studenten op dit vlak toe te rusten.

Hoewel er geen fysieke kapel te vinden is in het gebouw aan de Jamessingel in Gouda, kunnen de studenten soms toch even het gevoel hebben dat ze in een kerkje zitten waar rust en aandacht voor Gods Woord is. Het zijn de zogenoemde “chapel-uren”, die eens per lesperiode plaatsvinden. Pabostudenten krijgen tijdens deze bijeenkomsten begeleiding bij het voorbereiden van dagopeningen. De achterliggende gedachte is dat, net als in een kapel, de dag in rust en stilte gestart wordt. Voor de actieve werkdag begint, is er tijd om Gods Woord te laten spreken. Een boodschap die de hele dag meegaat, die niet losstaat van de lessen die volgen. Op de pabo draait het niet alleen om de overdracht van de Bijbelse boodschap naar de leerlingen, maar ook om de vraag wie de docent zelf voor God is.

‘Het kan voor studenten heel spannend zijn als iemand iets van hun gebed vindt’

Dirk-Jan Nijsink

Verdieping

Er komen vier thema’s aan bod tijdens de toerustingsuren, die sinds twee jaar gehouden worden op de hogeschool. Het begint met een introductiebijeenkomst. Vervolgens wordt er nagedacht over Bijbellezen, bidden voor Gods aangezicht, bidden voor en met elkaar en ten slotte: wie is Christus voor de student zelf en waar is Hij in de dagopening? De studenten houden dagopeningen voor elkaar, waarbij een vast Bijbelrooster gevolgd wordt. Volgens Dirk-Jan Nijsink, docent godsdienst bij Driestar educatief, motiveert deze vaste structuur de student tot verdieping. ‘We besteden aandacht aan de manier van Bijbellezen. Hierbij wordt de nadruk gelegd op zowel nauwkeurig als mediterend Bijbellezen. Ook zang neemt een belangrijke plaats in. Hoe zing je? Wat zing je?’

De godsdienstdocent begrijpt dat het voor eerstejaarsstudenten onwennig kan zijn om voor de klas een dagopening te houden. ‘Naarmate de veiligheid in de groep groeit, ontstaat er meer openheid. Bij de derdejaarsstudenten is dit duidelijk te merken.’ Nijsink houdt rekening met de onderlinge verschillen tussen studenten op het gebied van geloof, waarbij zijn verlangen is dat elke student een persoonlijk geloof heeft. ‘Dat probeer ik ook uit te stralen in colleges: het is goed om de Heere te kennen en te leven van genade. Kan een christelijke leerkracht met minder? Studenten mogen aangemoedigd worden. Tegelijk wil ik studenten in hun worsteling en zoektocht ook recht doen. De toe-eigening van het heil is heel persoonlijk en is het werk van Gods Geest.’

‘Een vaste structuur motiveert studenten tot verdieping’

Dirk-Jan Nijsink

Gebedskaarten

Bidden in de beroepspraktijk brengt de nodige vragen met zich mee, ziet de docent. ‘Soms maakt een werkplekbegeleider een opmerking over het bidden van een student; dat zijn kwetsbare momenten, maar ook leerzame momenten. Het kan voor studenten heel spannend zijn als iemand iets van hun gebed vindt. Ik hoop dat dit op de werkplek op een opbouwende en positieve manier gebeurt.’

‘De kinderen die ze in de klas ontmoeten, zijn puur, ook in de gebedspunten die ze aandragen. Kun je overal voor bidden? Hoe nodig je kinderen uit om hun punten aan te geven?’ Het voorbeeld doet de godsdienstdocent denken aan Jezus Zelf, Die de kinderen tot Zich liet komen. ‘Bij God bestaat er niet zoiets als belangrijke en onbelangrijke dingen.’ Tijdens de module krijgen studenten onder andere gebedskaarten aangereikt. Hierin staan gebeden uit de kerk van alle eeuwen, vanuit de brede christelijke traditie. Zo staan er gebeden in van Augustinus, Calvijn en Thomas a Kempis. Hierdoor worden studenten aangemoedigd om hun blik te verbreden naar verschillende liturgische vormen.

In leerjaar 2 worden er werkvormen verkend die ingezet kunnen worden bij de godsdienstige vorming van basisschoolleerlingen. Er wordt bijvoorbeeld ingegaan op de manier waarop God ter sprake wordt gebracht en hoe je kinderen inbreng geeft tijdens het gesprek. Kinderen leren niet alleen door gesprekken, maar ook door symbolische handelingen. Exemplarisch onderwijs krijgt gestalte op diverse manieren. Een voorbeeld hiervan is het uitdelen van waxinelichtjes aan de leerlingen, waarbij nagedacht wordt over Gods Koninkrijk van licht. Het uiteindelijke doel van de dagopening is dat Gods Woord betekenis krijgt. Of zoals Jan de Wit het verwoordde:

‘Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren,
om al Uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.’

Betekenisvolle uitleg

Hoe kun je bijdragen aan een betekenisvolle uitleg van het Schriftgedeelte? Lector dr. A. de Muynck geeft hiervoor onder andere de volgende tips:

  • Ga precies na wat het Bijbelgedeelte betekent.
  • Zoek in de tekst naar een beeld. Leg dat uit en verbind het met de belevingswereld van de leerlingen.
  • Zoek naar een kernwoord dat zich leent voor een korte uitleg.
  • De vraag ‘Wat betekent deze tekst?’ gaat altijd vooraf aan ‘Wat betekent deze tekst voor mij?’

Bron: Muynck, Bram de (2016). De dagopening: een deur naar betekenissen. In H. Vermeulen (red.), Gids, volg het spoor. Gouda: lectoraat Christelijk leraarschap.

BMUeducatie

BMUonline.nl biedt een Bijbelplatform voor het onderwijs: BMUeducatie. Een ingericht schooldashboard biedt toegang tot de Bijbel met uitleg, maar ook tot dagopeningen, psalmen en gezangen met orgelbegeleiding en een beeldbank met materialen van de Bijbel met uitleg.

Terug naar overzicht