• Thema-artikel
Gertrude de Wildt-Brouwer

Kleine scholen met een groot hart

Het is vlak voor Kerst als dit artikel geschreven wordt. De schooldeuren zitten op slot voor leerlingen die niet naar de noodopvang hoeven. Maar normaal is er juist op kleine, christelijke scholen ruim plaats in de herberg.

Herbergzaamheid is voor deze scholen niet alleen een deugd, maar ook een noodzaak. Met een aantrekkelijke website nodigen ze toekomstige “gasten” om van hun onderwijs te komen genieten. Het kleinschalige karakter van de scholen blijkt aantrekkelijk te zijn voor “kinderen met een rugzakje” of kinderen met een migratieachtergrond. Deze nieuwe leerlingen kunnen scholen soms voor uitdagingen stellen. Hoe gaan scholen in binnen- en buitenland daarmee om?

Het thema “herbergzaamheid” maakt bij de schrijver van dit artikel herinneringen wakker aan een stage in 2006 in Aix-en-Provence, Zuid-Frankrijk. La Nouvelle Alliance (Het Nieuwe Verbond) heet de school die toen ruimte bood aan zo’n dertig tot veertig leerlingen in de leeftijd van 2 tot 16 jaar, van école maternelle tot en met middelbare school. Op de onderste verdieping van een flatgebouw was een schooltje gerealiseerd met vier lokalen. Daar zat Sheyenne, een meisje dat elke pauze als een opgejaagd dier over het schoolplein rende en daarna, helemaal bezweet, niet meer tot werken kwam. Daar zat Dominique, die dat lastige Franse telsysteem onmogelijk onder de knie kreeg. En meester Ludovique legde het met veel geduld nog eens uit, tot hij het soms zuchtend opgaf, maar de volgende dag weer met nieuwe moed de rekenles startte.

‘We voeren nog steeds dezelfde strijd om te overleven’

Robert Mewton

Overlevingsstrijd

De school wordt in het schooljaar 2021-2022 door 21 kinderen bezocht. Als de school het alleen van kinderen van protestantse ouders zou moeten hebben, zou ze niet kunnen bestaan. Gepensioneerd directeur Robert Mewton betreurt het dat christelijke ouders zich niet altijd bewust zijn van het belang van christelijk onderwijs. Nu wordt de school bezocht door verschillende kinderen die eigenlijk thuis horen in het speciaal onderwijs. Ze vinden hun plek in de kleine klasjes van La Nouvelle Alliance.
Als Mewton vertelt over de school die hij in de jaren ’80 met zijn vrouw oprichtte, klinkt het enthousiasme van toen weer: ‘Er is weinig veranderd op La Nouvelle Alliance: er is een nieuwe directrice en een nieuwe bestuursvoorzitter, maar we voeren nog steeds dezelfde strijd om te overleven! Er is een goed team, maar weinig financiële armslag. Er zijn gezellige klaslokalen en het welkom is hartelijk. Op dit moment werken zelfs enkele oud-leerlingen als onderwijzer op de school!’ Veelzeggend dat zij juist hun schouders zetten onder het voortbestaan van deze “herberg” en een nieuwe generatie warm maken voor La Nouvelle Alliance.

‘Wij hebben de deuren wijd opengezet’

Evelien Hakelbracht

Totaalbeleving

Ook School met de Bijbel De Springplank in Aarschot bij Leuven is een kleine, christelijke school die er veel aan doet om leerlingen te werven. In 2009 richtte een groep ouders en leerkrachten, onder wie huidige directeur Evelien Hakelbracht, de school op. Ze wilden kinderen een leeromgeving bieden die aansluit op de christelijke opvoeding thuis. ‘Het christelijk geloof is bij ons een totaalbeleving. We beginnen er niet alleen de week mee, maar het doortrekt onze lessen en onze pedagogiek. Elke maand leren de kinderen een Bijbeltekst en er wordt dagelijks met hen gebeden.’
De school ontvangt naast kinderen van wie de ouders bewust voor een christelijke school kiezen ook steeds meer kinderen uit de wijk. Het aantal leerlingen zit dit schooljaar op zeventig. Hakelbracht: ‘We voelen de nood om te groeien om te kunnen blijven bestaan en hebben daarom de deuren wijd opengezet. Van die herbergzaamheid maken we juist onze kracht.’

Krabben

De school breidde in de loop van de jaren haar aanbod uit om zorgleerlingen uit christelijke gezinnen niet te hoeven doorverwijzen naar niet-christelijke speciale scholen. Dit speciale aanbod maakt De Springplank aantrekkelijk voor zorgleerlingen. ‘Nu ook buitengewoon onderwijs op De Springplank. Voor kinderen met een autismespectrumstoornis en specifieke onderwijsbehoeften’, kopt de website. De campagne die vorig jaar ook al liep, trof doel: begin dit schooljaar kwamen 19 nieuwe leerlingen de school. ‘Ook het centrum voor leerlingbegeleiding in Aarschot weet dat op onze school de zorg uitgebreid is,’ zo verklaart de directeur voor een deel de groei. Omdat er voor de bekostiging van de scholen in België per jaar een indicatie wordt gemaakt in het voorjaar, komt de school door de plotselinge leerlingtoename voor onvoorziene kosten te staan. ‘Gelukkig hebben we sponsoren die onze school steunen. Maar het blijft elk jaar een uitdaging om het financieel rond gepuzzeld te krijgen. We zoeken naar creatieve oplossingen.’

Helpen

Een groot aandeel zorgleerlingen vraagt van een school een specifiek aanbod. ‘Op De Springplank komen de kinesist (fysiotherapeut) en logopedist onder schooltijd langs. Dat is fijn, want dan hoeft een kind voor wie de gewone schooldag vaak al een opgave is, daar niet na schooltijd nog naartoe. Het voordeel van een kleine school is ook dat je makkelijker out of the box denkt. Een meisje met zware dyslexie hoeft niet naar de Franse les, maar gaat in plaats daarvan een uurtje helpen bij de kleuters.’
De directeur en het team zijn er trots op dat juist het kleinschalige van hun school dit soort aanpassingen mogelijk maakt. ‘Onze slogan is: “Een kleine school met een groot hart.” Als leerkracht strijden we voor de liefde van elk kind. En als we dan vruchten zien, zijn dat de mooiste overwinningen.’
Er schiet de directeur een voorval te binnen dat haar verhaal illustreert. ‘Een oud-leerling van 17 jaar kwam bij ons op school om zich te excuseren. Hij had echt moeilijk gedrag gehad. Een teamlid zei eens over hem: “Als die ooit opgesloten wordt, zal het me niet verbazen.” Nu studeert hij wiskunde. Als christelijke school hebben we Gods kracht om uit te putten. Dat geeft ons net dat streepje voor, die extra inspanning die we daardoor voor onze leerlingen kunnen leveren.’

Welkom

Op de Rehobothschool in Zeist en De Akker in Amstelveen is het beeld van kleine scholen die “noodzakelijk gastvrij” zijn herkenbaar. Beide scholen vallen onder scholenverband Educatis. Arjan van Hell, bestuurder van Educatis, vraagt elk jaar met succes ontheffing aan voor opheffing, want de scholen zitten dicht bij de opheffingsnorm. Toch is het met respectievelijk 99 en 87 kinderen voor het praktisch functioneren van de scholen wel wenselijk dat er meer leerlingen komen.
De directeur van de beide scholen, Tijmen Booij, wordt geïnspireerd door het beeld van de herberg. ‘In Amstelveen zijn we echt een herberg. De school wordt bezocht door een groep Eritrese kinderen van wie de ouders Bijbels onderwijs belangrijk vinden. Ouders zijn lid van allerlei kerken, van pinkstergemeente tot christelijk gereformeerd tot gereformeerde gemeente. En ze zijn er allemaal welkom. Ook de school in Zeist heeft de deuren openstaan.’

Tijmen Booij

Veilige plek

In het Nieuwe Testament zijn twee verhalen waarin de herberg een belangrijke plaats inneemt, mijmert Booij. ‘Als de Heere Jezus de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan vertelt, wordt zijn beeld van een herberg dan ook bepaald door hoe Jozef en Maria en Hijzelf afgewezen zijn door een herbergier? Dat geeft te denken. Hoe kun je een goede herberg zijn? Ik hoop dat leerlingen die na groep 8 onze scholen verlaten, zich een warme, veilige plek herinneren.’
Booij weet verschillende voorbeelden van zijn beide scholen van “speciale gasten”. ‘Als er draagvlak is in het team om zorgleerlingen op te vangen, kan er heel veel. We hebben op De Akker een meisje die vanaf het speciaal onderwijs naar ons toe is gekomen. Ze is hier ontzettend gelukkig. Ze heeft een eigen leerlijn wat rekenen betreft. Kijk, als basisschool gaat het erom dat je een goed fundament legt voor het kind. Bij dit meisje is het met haar rekenprobleem al heel wat als ze later fatsoenlijk boodschappen kan doen in de winkel.’

Geen croissantje

Het kennen van eigen capaciteiten als school, is belangrijk, zo geeft Booij aan. ‘Herbergzaamheid is: kijken wat iemand nodig heeft. Iemand die veel honger heeft, voed je niet met een croissantje. Die heeft een bord warm eten nodig. Het gaat erom goed aan te sluiten op de behoeftes van je gasten. En daar kan ook bij horen dat je zegt: “De herberg hiernaast is een passender plek voor jou.” Herbergier zijn is niet zoveel mogelijk kinderen binnenhalen. Maar wel: voor de kinderen die je zijn toevertrouwd zo goed mogelijk zorgen.’

Terug naar overzicht