In huize Roestenburg in Ermelo gaat het áltijd over onderwijs. Het gaat zelfs zo ver dat jongste telg Jan-Daniël (8) aan tafel zijn vinger opsteekt om ertussen te komen en dat aan Sara-Josien (13) expliciet gevraagd moet worden hoe haar dag was, anders komt ze niet aan het woord.
Het prille begin van de “onderwijsfamilie” gaat terug tot de jaren negentig. Derk-Jan: ‘Ik kwam in 1997 als docent Frans werken op de Jacobus Fruytier scholengemeenschap in Apeldoorn. Ik had een collega – Hanneke Heuvelman – die een jaar eerder was gestart als docent Duits. Ze kon niet overweg met de computer, dus ik bood een helpende hand.’ Hanneke: ‘In die tijd had ik rijles en dat ging niet zo goed. Mijn collega’s hadden geregeld dat je het geluid van een botsende auto hoorde, zodra ik iets deed met de computermuis.’ Van het een komt het ander. Enige tijd later is er sprake van de “Frans-Duitse alliantie”, zoals het duo genoemd wordt.
Het onderwijsgen blijkt dominant te zijn: drie van hun vijf kinderen zijn actief in het onderwijs. Hans-Gerald: ‘Ik werk op de Eben-Haëzerschool in Elspeet. Vorig jaar met kerst zag ik m’n collega’s bezig met kerstwerkjes, terwijl mijn lokaal nog gewoon paste bij ieder ander seizoen van het jaar. Gelukkig wist m’n moeder – die inmiddels kleuter- en muziekjuf is op de Augustinusschool in Ermelo – raad. Ze zei: “Neem een melkpak en maak daar raampjes in.” De kinderen en ik kregen er plezier in en aan het einde van de week gingen ze met iets moois naar huis.’
‘Aan mij hebben ze niets als het gaat om creatieve lesideeën’, geeft Derk-Jan aan. Hanneke: ‘Maar jij zegt weer welke vragen je kunt stellen bij lastige gesprekken.’ Derk-Jan: ‘Ik gebruik het gezin bij het bedenken van oplossingen als er problemen zijn.’
Esther-Lydia werkt op de ds. J. Fraanjeschool De Vesting in Barneveld. ‘Ik wist niet wat ik wilde. M’n vader – die ook decaan is – heeft me meegesleept naar allerlei opleidingen, maar ik vond het niets. M’n moeder zei: “Loop eens mee met een onderwijsassistente.” Daarna dacht ik: ik wil niet met één kind in een kamertje werken, maar ik wil een hele klas. Zo ben ik pabo gaan doen.’ Anna-Eline studeert Nederlandse taal en cultuur in Utrecht; ze geeft nu bijles en wil straks gaan lesgeven. ‘Ik had een enthousiaste docent Nederlands, zij heeft bijgedragen aan mijn keuze voor het onderwijs.’
Hanneke: ‘We vinden het mooi dat onze kinderen voor het onderwijs kiezen, maar het moet een weloverwogen, persoonlijke keuze zijn. Het onderwijs heeft mensen nodig die van harte achter de Bijbelse boodschap staan en die willen overbrengen.’