Watermeloen, kaneel of bubble gum; op menig schoolplein waait weleens een wolk zoete geurstoffen voorbij. Ze zijn afkomstig uit vapes. Hoe schadelijk die e-sigaretten eigenlijk zijn en wat scholen ertegen kunnen doen.
Wat zijn vapes?
De vape is een elektronische sigaret, die geen tabak, maar vloeistof bevat. De vloeistof in de vape wordt verwarmd, waardoor er damp ontstaat. Het woord “elektronisch” doet vermoeden dat de e-sigaret oplaadbaar is. Maar dat is in de meeste gevallen niet waar. Veel vapes worden na gebruik gewoon weggegooid. Een klein aantal varianten is wel navulbaar en oplaadbaar. De vloeistof in vapes bevat nicotinezouten in plaats van gewone nicotine. Die zouten zijn mild van smaak en zorgen ervoor dat er geen branderig gevoel in de keel ontstaat, zoals bij een tabakssigaret wel het geval is. Hierdoor kunnen gebruikers gemakkelijker grote hoeveelheden nicotine inhaleren. Ook worden nicotinezouten sneller opgenomen in het lichaam dan normale nicotine, waardoor de kans op verslaving groot is.
Wat is er precies slecht aan de vape?
Naast nicotine – van oorsprong een landbouwgif – zitten er kankerverwekkende stoffen in de vape. Denk aan zware metalen als nikkel en lood. Uit onderzoek blijkt dat die stoffen heel wat schade veroorzaken. Zo is uit dierstudies is naar voren gekomen dat een kwart van de muizen die dagelijks aan de inhoud van een vape werd blootgesteld, binnen afzienbare tijd longkanker ontwikkelde. Ook voor de mens heeft de vape schadelijke gevolgen. In 2019 werden zo’n 3000 jongvolwassen Amerikanen ernstig ziek na het gebruik van de e-sigaret; 69 van hen overleden. Daarbij komt dat van de smaakstoffen die fabrikanten in vapes stoppen alleen getest wordt of ze eetbaar zijn, maar niet of het schadelijk is als je ze inhaleert. En dat dat nogal een verschil kan maken, laat de bakkerswereld zien. Bakkers kunnen astma krijgen doordat ze bij hun werk meel inhaleren, terwijl ze brood prima kunnen eten.
Felle kleuren, flitsende reclames en zoete smaakjes moeten een jong publiek overhalen tot een eerste trekje
Maarten van Zetten
Zo’n vape zal vast slecht zijn, maar alles beter dan een normale sigaret, toch?
Lang is de e-sigaret door de tabaksindustrie gepresenteerd als een gezonder alternatief voor de tabakssigaret. Zo zou de vape verstokte rokers helpen om van hun verslaving af te komen. Uit onderzoek blijkt echter dat het omgekeerde gebeurt: jongeren raken via de vape juist verslaafd aan de tabakssigaret. Vanuit de tabaksindustrie is gekozen voor een nieuwe aanpak, omdat die jaarlijks duizenden mensen verliest. Felle kleuren, flitsende reclames en zoete smaakjes moeten een jong publiek overhalen tot een eerste trekje.
Hoeveel jongeren zijn er inmiddels verslaafd aan de vape?
Uit recent onderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat 22 procent van de Nederlandse jongeren (12 tot en met 25 jaar) vapet. Ook onder de jongste doelgroep is de e-sigaret opvallend populair. Ruim 10 procent van de 12- tot 14-jarigen heeft afgelopen jaar gevapet. Bij de 15- tot 17-jarigen is dat 23 procent. Het onderzoek bewijst ook dat de vape een opstapje is naar een tabakssigaret: bijna 70 procent van de vapegebruikers rookt ook maandelijks “normale” sigaretten. De “Rookvrije Generatie”, een initiatief dat beoogt dat in 2035 een hele generatie 18-jarigen rookvrij opgegroeid is, lijkt daarmee verder weg dan ooit. In plaats van minder jongeren die gaan roken, lijken er juist meer mee te beginnen. De dalende lijn die vanaf de eeuwwisseling werd ingezet, toen zo’n 54 procent van de 12- tot 16-jarigen aangaf weleens een peuk op te steken, is de laatste jaren weer licht gaan stijgen.
Klinkt zorgwekkend, maar scholen doen toch al genoeg om roken tegen te gaan?
Veel onderwijsinstellingen ontmoedigen jongeren inderdaad om te gaan roken. Zo zijn nagenoeg alle schoolpleinen rookvrij en mag er in de omgeving van de school vaak ook geen sigaret opgestoken worden. In veel gevallen is de school echter alsnog de plek waar een jongere zijn eerste sigaret rookt. Daarbij speelt de naaste omgeving vaak een grote rol. Groepsdruk binnen een vriendengroep en de normalisering van de sigaret aan het thuisfront kunnen ervoor zorgen dat jongeren toch verslaafd worden aan nicotine. Er zijn een aantal manieren om jongeren te overtuigen om niet te beginnen met roken of er vroegtijdig mee te stoppen. Zo kunnen pubers gewezen worden op de gevaren van roken, zoals kanker en hersenschade. Ook een beloning op lange termijn, zoals het verkrijgen van een rijbewijs op de 18e verjaardag als de jongere niet rookt, is een populair middel in veel gezinnen. Uit onderzoek blijkt echter dat deze twee manieren niet werken. Voor beide opties geldt dat de beloning (rijbewijs) of het nadeel (ziekte) te ver weg zijn. De prefrontale cortex is bij pubers namelijk nog in ontwikkeling. Dat betekent dat ze zich bij hun keuzes vaak laten leiden door hun emoties en minder rekening houden met de gevolgen op de lange termijn.
Wat werkt dan wel?
Allereerst is dat groepsdruk. Pubers laten zich nou eenmaal vaak leiden door wat hun leeftijdsgenoten doen. En dat kan zowel positief (niet roken) als negatief (wel roken) uitpakken. Uit onderzoek blijkt ook dat het effectief is om jongeren uit te leggen hoe de tabaksindustrie te werk gaat. Zo werden Amerikaanse tieners tijdens een campagne geconfronteerd met de vraag wat ze ervan vonden om een “replacement smoker” zijn. De tabaksindustrie is op zoek naar “vervanging”, omdat de oude generatie rokers binnen enkele jaren zal overlijden. Die vraag zette veel tieners aan het denken. Ook veel artsen laten van zich horen in de strijd tegen vapes. Zo zijn Danielle Cohen en Frank Borm, werkzaam op de longafdeling van het Leids Universitair Medisch Centrum, gestart met het initiatief Vapen #jouwkeuze. Ze ontwikkelden, samen met onderwijskundigen, een lespakket voor scholen om jongeren over te halen te stoppen met de e-sigaret of er niet aan te beginnen. Het lespakket is gratis te downloaden op de website. Ook biedt het initiatief gratis gastlessen van artsen aan. Idee voor een vrij mentoruurtje?