Bidding en smeking zijn nodig. Om vrijmoedigheid
Een prachtige plaat hadden ze gemaakt in het laatste college Bijbelse Kernwoorden. Een pijltje dat het dartbord miste (zonde is doelmissen), trof juist daarachter een immens hart. Tot bloedens toe. Onder uit het hart kwam echter een hand, die het gevallen pijltje weer opraapte. Dat verbeeldde Gods genade (ontfermen, zich neerbuigen). Zo lieten de studenten zien dat ze de samenhang tussen beide kernwoorden – zonde en genade – goed hadden begrepen.
De plaat ging de eerstvolgende stageperiode mee naar een school waar twee studenten, ieder met een eigen klas, een theologiserend gesprek zouden voeren. De school was algemeen-christelijk; Bijbelkennis was er relatief dun gezaaid. Laten we het basaal houden, dachten de jufs-in-spé. Concreet voorbeeld, gesprekje over zonde en genade, twee korte Bijbelteksten en dan die mooie plaat. Als dat geen goed gesprek oplevert…
Dat leverde het ook op, maar op de school gingen direct alarmbellen rinkelen. De directeur werd er bijgehaald. De studente die het gesprek nog moest voeren, kreeg te horen dat de plaat in groep 6 echt niet kon. Vanwege dat bloed. Ook de gekozen tekst over zonde (1 Joh. 5:17a) werd uitgesloten. Het woord “zonde” mocht ze behandelen, maar zonder schuldgevoel of gewetenspijn op te wekken. Over liefde moest het gaan; vooral over liefde.
Op de school gingen direct alarmbellen rinkelen
Met pijn in haar buik heeft ook de tweede studente, heel voorzichtig, het gesprek gevoerd. Gelukkig deden de smalle marges niets af aan haar persoonlijk leerdoel: ‘Ik kan twee wezenlijke kernwoorden van het geloof bespreken met grotendeels onchristelijke kinderen. Dat doe ik door deze opdracht biddend uit te voeren en open te staan voor de vragen van de kinderen.’ De noodzaak van gevouwen handen had ze al aangevoeld. Net als Paulus, die er zijn behandeling van de geestelijke wapenrusting (Efeze 6) in laat uitmonden.
Paulus noemt zich een ‘gezant in een keten’. Efeze is één van de gevangenisbrieven. De marges zijn smal geworden, maar – zoals hij aan Timotheüs al zo majestueus heeft geschreven – ‘het Woord Gods is niet gebonden’. Een bemoediging voor christelijke leraren in het 21e-eeuwse Nederland. Tegelijk een indicatie. Trek de gehele wapenrusting aan. Leer kinderen en jongeren zich te verbinden aan de Meester en staande te blijven in Zijn kracht. Maar vergeet vooral het gebed niet.
Veel pabostudenten die vanuit het reformatorisch onderwijs voor stage of een anderszins de oversteek naar het algemeen-christelijke of niet-christelijke onderwijs maken, zie ik – anders dan bovengenoemde meiden – uit zichzelf al in de schulp kruipen. Bidding en smeking zijn nodig. Voor al de heiligen. Om vrijmoedigheid.