Geloof jij dat jouw brein het resultaat is van een optelsom van tijd plus substantie plus toeval?’, vroeg de Amerikaanse apologeet Ravi Zacharias eens aan een evolutionist. Uit diens bevestigende antwoord trok Zacharias een eenvoudige conclusie: ‘Dan kan absolute waarheid voor jou niet bestaan. Want tijd, substantie en toeval zijn alle drie veranderlijk en kunnen als zodanig nooit iets onveranderlijks voortbrengen.’
Heel de schepping is veranderlijk. ‘Alles stroomt’, wist de pre-socratische filosoof Heraclitus al, ‘je kunt niet tweemaal in dezelfde rivier stappen.’ Tot die voortdurend wordende werkelijkheid behoort ook de mens. Maar waaruit komt hij voort? Is er iets dat onveranderlijk is, dat niet wórdt, maar… ís? De God van Israël claimt: ‘Ik Ben. In Mij vind je je oorsprong. Vanuit Mij zijn de geboorten des hemels en der aarde.’
Christelijk onderwijs krijgt gestalte vanuit deze waarheidsclaim. Het eerste onderdeel van Paulus’ wapenrusting wijst daarop. Waarschijnlijk denkt de apostel aan Jesaja 11: ‘Want gerechtigheid zal de gordel Zijner lendenen zijn, ook zal de waarheid de gordel Zijner lendenen zijn.’ Twee verklaringen vinden we dan ook bij het woordje aletheia uit Éfeze 6:14: waarheid als oprechtheid en waarheid als leer.
In christelijke opvoeding en onderwijs leren we staan in een turbulente omgeving, met een veelheid aan visies over wat waar is
Peter van Olst
In Psalm 85 zien we waarheid en gerechtigheid majesteitelijk bij elkaar komen. Net als bij Jesaja gaat het daar over vorst Messias en Zijn vrederijk. Wonderlijk eigenlijk. In Christus is de Onveranderlijke de veranderlijkheid in-gekomen. Met stijgende verwondering heeft Johannes Hem beluisterd: ‘Ik ben… de Waarheid.’ Het eeuwige Woord is vleesgeworden en heeft onder ons gewoond.
In christelijke opvoeding en onderwijs leren we staan. Staan in een turbulente omgeving, met een veelheid aan visies en meningen over wat echt en waar is. De omgorde lendenen zijn daarbij een teken van waakzaamheid. Er is één objectieve Waarheid en Die staat of valt niet met de waardigheid van onze argumenten – díé mantel hebben we opgetrokken. Wat ons standvastigheid en houvast geeft, is een oprecht vertrouwen in het Woord der waarheid. We gorden onszelf en de leerlingen door dat vertrouwen steeds te voeden.
De evolutionistische gesprekspartner van Ravi Zacharias wilde het wel toegeven. Voor hem bestond er geen absolute waarheid. Waarop Zacharias spitsvondig reageerde: ‘Hoe weet je dan dat het wáár is dat tijd plus substantie plus toeval jouw brein hebben gevormd?’ Tja, schaakmat. Bij de evolutionist bleek toen ook de humor op: ‘Ach, houd op. Mijn terrein is de wetenschap, niet de filosofie.’
Laat óns terrein de godgeleerdheid zijn. Zelfrelativering en humor worden dan toegevoegd.