Leren en jezelf ontwikkelen is belangrijk, zeker in de huidige maatschappij. Maar is het nodig om je leven lang te blijven leren? Barbara Baarsma, directievoorzitter van de Rabobank in Amsterdam en hoogleraar Economie aan de Universiteit van Amsterdam, pleit hier wel voor. Richard Toes, voorzitter van het college van bestuur van het Wartburg College in Rotterdam en Dordrecht, plaatst echter een kritische noot.
Eerste termijn: Barbara Baarsma:
‘Na decennialang praten over een leven lang leren, moeten we juist nu aan de slag. Baanzekerheid heeft nog minder betekenis dan het al had omdat veel mensen door de coronacrisis van sector of functie moeten wisselen. Investeren in menselijk kapitaal biedt de beste garantie op werkzekerheid.
Een eerste kleine stap is de verplichting in de NOW-regeling [een steunmaatregel voor werkgevers, MM] om een deel van de loonvergoeding te besteden aan omscholing van medewerkers. Ook de gratis loopbaanadviezen die het kabinet heeft aangeboden, zetten zoden aan de dijk. Dat er behoefte aan is, blijkt wel: de 22.000 ontwikkeladviezen zijn na een maand al op. Toch wordt dit niet verlengd.
Beter dan deze crisismaatregelen zou het zijn als elke Nederlander bij geboorte een door de overheid gevulde leermiddelenpot krijgt voor het leven. Wie lager opgeleid het initieel onderwijs verlaat, heeft minder onderwijsjaren genoten, minder geld verbruikt, en beschikt daarom later in het leven over meer publiek ontwikkelbudget voor bij- en omscholing dan een hogeropgeleide. Het saldo op deze ontwikkelrekening kan worden aangevuld door mensen zelf of door hun werkgevers.
Zelfs met deze ontwikkelrekening klinkt een leven lang leren voor veel mensen ronduit afschrikwekkend. Het klinkt als “levenslang” – dat associëren ze met gevangenisstraf. Maar daar waar gevangenisstraf de vrijheid beperkt, vergroot een leven lang leren juist de vrijheid op de moderne arbeidsmarkt. Laten we daarom spreken van “Lang leve het leren”.’
‘Geef elke Nederlander bij geboorte een gevulde leermiddelenpot’
Barbara Baarsma
Reactie, Richard Toes:
‘Het is goed dat iedereen weet dat je nooit echt uitgeleerd raakt in dit leven. Het idee dat we zonder studie na onze funderende schoolopleiding het pensioen wel kunnen halen, is een waanidee. Tot zover helemaal eens. Maar ik mis in dit verhaal toch een paar belangrijke noties.
Als eerste heeft het voortdurend hameren op levenslang leren het unieke van het fundamentele leren in po en vo bewust of onbewust ondergraven. Waarom zou ik me druk maken op school, ik moet toch m’n hele leven leren?
In de tweede plaats wordt vooral het leren benadrukt. Het is heel zegenrijk als de toch sterk individualiserende term “leren” op z’n minst wordt verrijkt met “onderwijzen”. Maar ook daar heb ik moeite mee als dit betekent dat het voortdurend beter en meer moet worden.
Daar ligt mijn belangrijkste bezwaar. Het gaat uit van de onpedagogische interpretatie van leren en onderwijs als een grenzeloze ontwikkeling, het gaat om de perfectionering van de mens. Wanneer komt de mens tot z’n bestemming? Niet als hij zo hoog en zo lang mogelijk leert.
Leren moet een adres hebben: naast de mogelijkheden die het jezelf biedt. moet het gaan om dienstbaar zijn voor de samenleving, voor de ander, voor de naaste. Of, in christelijke termen: leven tot eer van God. Als dat niet de achtergrond is, heeft leren geen adres en is het een loze, egoïstische onderneming.’
‘Als leren geen adres heeft, is het een loze, egoïstische onderneming’
Richard Toes
Repliek, Barbara Baarsma:
‘Leren heeft voor sommigen een negatieve bijklank, maar leren en ontwikkelen is een investering in het eigen menselijk kapitaal en daarmee in de eigen werkzekerheid. Waarom is dat egoïstisch? Als iedereen dat doet, wordt de beroepsbevolking beter opgeleid. Dat draagt bij aan arbeidsproductiviteitsgroei en dus aan ons gezamenlijk inkomen, waarvan we belangrijke publieke diensten als zorg, rechtsspraak, politie en onderwijs betalen.
Daarom mag van mij de prikkel wel scherper. Bijvoorbeeld door een deel van de leerrekening te laten vervallen als men er jarenlang geen gebruik van maakt, ook niet nadat men daar in een vijfjaarlijkse arbeidsmarkt-APK op is gewezen. Een tweede manier is korten op een uitkering als iemand werkloos dreigt te worden en jarenlang niks van de leerrekening heeft gebruikt om zijn vaardigheden actueel te houden.’
Dupliek, Richard Toes:
'In de repliek proef ik te veel een bijna wiskundig-economische benadering van de mens. Ben je economisch niet in balans, dan word je gekort op je leerrekening. Natuurlijk ben ik voorstander van een zekere welvaart en economische groei door goede opleidingen en door leren van goed onderwijs. Maar het doel deze methode lijkt mensen geprogrammeerd op te zwepen tot hogere productie en hogere arbeidsproductiviteit.
Als het enige effect uiteindelijk berekend lijkt te worden in harde euro’s, dan doen we het menszijn werkelijk tekort. In zo’n monitoringsmaatschappij is het moeilijk leven. Mensen zijn geen machines die een APK-beurt nodig hebben of geconditioneerd worden door een leerrekening. Dat laat onverlet dat je studie en studiezin natuurlijk mag bevorderen, maar altijd met een adres en doel.’