Bijzonder buiten de Biblebelt
Bijzonder – dat zijn de reformatorische scholen. Maar Nederland telt veel meer bijzondere scholen. Sterker nog, ruim twee derde van alle scholen is niet-openbaar. Naast de reformatorische richting zijn er nog vijf: grote denominaties als protestants-christelijk (44 procent) en rooms-katholiek (idem) en kleine als algemeen bijzonder, hindoe en islamitisch (samen zo’n 8 procent).
De discussie over artikel 23 raakt niet alleen ons, maar ook hen. Daarom portretteert DRS Magazine in deze serie enkele andere bijzondere scholen van buiten de spreekwoordelijke Biblebelt. Dit is deel 2.
‘We zijn een normale school met normale kinderen’ Een kijkje op een islamitische basisschool
In de afgelopen tien jaar is het aantal leerlingen op islamitische basisscholen met ruim zestig procent toegenomen. Ook El Boukhari in Leerdam merkte dat. ‘Wij zijn in de afgelopen vier jaar met een derde gegroeid’, vertelt schooldirecteur Allison de Rooij-Prince. ‘Waarschijnlijk omdat we goed scoren. Identiteit betekent kwaliteit. Volgens de islam is kennis vergaren een plicht voor iedere moslim.’
Over islamitische scholen is veel discussie. Ze zouden oproepen tot fundamentalisme en leerlingen onvoldoende laten integreren in de Nederlandse samenleving. ‘Je weet dat je onder de loep ligt’, stelt De Rooij. ‘Wij zeggen: “Kom maar kijken”. En vaak zeggen mensen dan: “O, wat een leuke school.”’
‘We zijn een normale school met normale kinderen’, vervolgt ze: De voertaal is er Nederlands. De meeste kinderen zijn geboren in Nederland en veel ouders zijn Nederlands. ‘Mensen hebben een verkeerd beeld. We zijn ook allesbehalve fundamentalistisch; we doen juist veel aan burgerschap en integratie.’
Ster
De school in Leerdam-West is in 1993 opgericht. Grote groepen gastarbeiders vestigden zich in Leerdam. De migranten bleven daar wonen en stichtten er hun eigen school. Later werd die lid van Stichting voor Onderwijs op Islamitische grondslag in Midden- en Oost-Nederland (SIMON). ‘Simon was ook een geleerde van Jezus, dus die naam heeft een dubbele betekenis’, vertelt De Rooij. ‘Ons logo laat de ligging van de tien scholen zien op de kaart van Nederland. Elke school is een ster, waarbij in het logo van de eigen school die ster iets groter is.’
El Boukhari – de naam verwijst naar een geleerde binnen de islam – is aangesloten bij de Islamitische Schoolbesturen Organisatie (ISBO). De Rooij: ‘Zij hebben vooral een adviesfunctie, bijvoorbeeld op juridisch gebied. Ook ontwikkelen ze lesmateriaal dat aansluit bij de identiteit.
‘Mensen hebben een verkeerd beeld’
Allison de Rooij-Prince
Divers team
De basisschool heeft twee belangrijke pijlers: onderwijskwaliteit en de islamitische identiteit. Identiteit betekent kwaliteit, vertelt de directeur. ‘Onze identiteit wordt bepaald door de waarden en normen van de islam. Profeet Mohammed, vrede zij met hem, zegt: “Kennis vergaren is een plicht voor iedere moslim.”’ Toelichtend: ‘Als je de naam van Mohammed gebruikt, moet je erna altijd “vrede zij met hem” of de afkorting daarvan (vzmh) noemen, uit eerbied voor hem.’
Iedereen is welkom op de school, mits zij de waarden en normen onderschrijven. ‘Momenteel hebben we allemaal islamitische kinderen’, schetst De Rooij. ‘De kinderen komen uit de wijde omgeving en kiezen bewust voor onze school.’
Van het personeel heeft de helft een islamitische achtergrond. ‘Ons team is divers. Dat vinden we ook belangrijk. Kinderen groeien op in een wereld met meerdere geloven. Wij leren hen daarmee omgaan en het te respecteren. De godsdienstcoördinator van onze stichting zegt: “Je leert meer over je eigen geloof door in gesprek te gaan met mensen van een ander geloof.”’
Alif-ba
De islamitische identiteit komt vooral naar voren in de godsdienstlessen en het gebed op school. ‘We openen elke dag in de klas met gebed. Bij de kleuters wordt steeds hetzelfde gebeden. In volgende groepen komen er andere standaardgebeden bij. In groep 8 kennen de kinderen veel gebeden.’
Tijdens de godsdienstlessen horen de leerlingen verhalen over de profeten. Ook leren ze Arabische letters, met als doel dat ze de Koran kunnen lezen en reciteren. De Rooij: ‘Het is geen Arabische les. Leerlingen leren alleen het Alif-ba, het alfabet. Alles wat de leerlingen in het Arabisch leren, leren ze ook in het Nederlands. Dit is een stuk openheid naar mensen die er niet bekend mee zijn.’
‘Voor ons is deze school de perfecte mix van goed Nederlands onderwijs op islamitische grondslag’
Meike Tunç-Scholten, moeder van twee dochters, heeft bewust gekozen voor basisschool El Boukhari:
‘Onze kinderen worden niet streng islamitisch opgevoed, maar we willen hen het geloof wel meegeven. Het lijkt mij dan verwarrend als een kind op school andere dingen hoort dan thuis. Voor ons is deze school een perfecte mix van goed Nederlands onderwijs op islamitische grondslag. We vieren geen feesten van andere geloven, zoals Sinterklaas of Kerst. De kinderen krijgen godsdienstonderwijs waarbij de islam het uitgangspunt is. Verder wordt er een kort gebed voor en na het eten uitgesproken.
Vanaf groep 6 wordt het middaggebed op school gedaan. De vrouw moet daarbij helemaal bedekt zijn, alleen de handen, voeten en het gezicht niet. De man moet bedekt zijn van schouders tot knieën. Op T-shirts mogen geen afbeeldingen staan en schoenen gaat uit in de gebedsruimte. Op school gelden verder geen kledingvoorschriften, dus mijn dochter neemt een lange rok en hoofddoek mee voor tijdens het gebed. Sommige meisjes dragen wel altijd een hoofddoek en rok, maar hierin is iedereen vrij. En verder: we zijn een heel normale school.’
Dochter Irem (10 jaar) zit in groep 6:
‘Op maandag werken we bij juf Abida in een werkboek. Op dinsdag lezen we met haar uit de Koran. In groep 4 hebben we alle Arabische letters geleerd, maar we leren dat ook in de moskee. We lezen bij de les stukjes in het Arabisch en leren wat het in het Nederlands betekent. We vieren op school ook het Offerfeest en het Suikerfeest. We doen dan spelletjes en hebben geen les.
Op maandag, dinsdag en donderdag doen we na de grote pauze het gebed, waarbij we met het gezicht richting Mekka zitten. Meisjes mogen het niet leiden, alleen jongens. De meisjes zitten in de gebedsruimte altijd achteraan, de jongens vooraan.
Dit hebben ze niet op elke school, het is bijzonder. De juffen zeggen altijd dat we daar blij mee moeten zijn, want niet iedereen kan dit doen.’