‘Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u’ - 1 Petrus 5:7
Waar staat de school? Verschillende antwoorden zijn mogelijk. Maar in geestelijk opzicht staat de school buiten het paradijs.
Daarom groeien er doornen en distels op de werkvloer. Soms onder de grond: dat sluimerende conflict, die moordende concurrentie, dat stiekeme pesten. De spanningen van thuis die meegenomen worden naar school. Nee, ze zijn niet zichtbaar op de mooie foto van de jongere of van de leerkracht die er wel voor zorgt dat hij er goed op staat.
Bekommernis
En toch, achter de glimlach kan een hart vol bekommernis schuilgaan. Bekommernis is alles wat ons verdriet doet, kan neerdrukken. Zoals we dat lezen in Spreuken 12:25: ‘Bekommernis in het hart van de mens buigt het neer.’ Soms is dat verdriet bekend: een sterfgeval, echtscheiding, ziekte, burn-out en vul maar in. Een andere keer is het verborgen, maar daarmee is het er wel.
Betrokkenheid
Wat is het een zegen als we er daarin voor een ander kunnen zijn of merken dat iemand er voor ons wil zijn. Dat spreekt allerminst vanzelf. Een bekommerd hart kan nog meer pijn worden gedaan door onverschilligheid, een verkeerde blik of door de gedachte dat het nu maar eens over moet zijn. Tegelijk geldt: gedeelde smart is halve smart. Als iemand echt meeleeft en meelijdt. Oog en hart heeft, een luisterend oor of een helpende hand. Zijn er zulke mensen in de school? Geldt het door genade van u?
Belofte
Er is er in ieder geval Eén: de medelijdende Hogepriester. De Man van smarten. Hij daalde af naar de aarde, buiten het Paradijs. Hij wilde staan op Gabbatha met de doornenkroon en hangen op Golgotha. Daar klinkt Zijn woord tot hen die Hem echt nodig krijgen in hun diepste bekommernis: ‘Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn’ (Luk. 23:43). Door Zijn Woord en Geest komt er iets van het Paradijs de school en harten binnen. Spreuken 12:25 vervolgt dan ook: ‘… maar een goed woord verblijdt het.’ Een woord vanuit het Paradijs voor een school onderweg naar het Paradijs. Dat goede Woord waarin onze goede God nodigt: ‘Werpt al uw bekommernis op Hem’ en belooft: ‘want Hij zorgt voor u.’ Daarin moeten we dus niet selecteren. Ál wat u ’t harte deert. Van daaruit ook meeleven en meedragen: ‘Draagt elkaars lasten en vervult alzo de wet van Christus (Gal. 6:2).’ Een levend lief- en leedpotje is
veel waard.