• Artikel overig
Marjorie Cimon-Mulder

Door breindidactiek vallen puzzelstukjes op hun plek

Gaandeweg ontdekte Martijn Schumacher (41) als schoolmeester dat het soms puzzelen is wat wel en niet werkt bij een kind. Momenteel werkt Schumacher als onderwijsadviseur en orthodidact bij Driestar educatief in het team Pedagogisch-didactisch vakmanschap. De collega's van dit team zijn enthousiast over een gemeenschappelijk thema: het brein.

In welke sector je ook werkt, je hebt altijd te maken met het brein. Dat is niet aan een bepaald onderwijsconcept gebonden. ‘Als team hebben we een opleiding gevolgd bij het BCL Instituut, dat specialist is op het gebied van breinleren en breinleiderschap. We werden enthousiast over verschillende aspecten van de werking van ons brein, zoals dat het inlassen van rustmomenten zorgt dat je daarna weer een bepaalde focus kunt aanbrengen. En hoe je opdrachten bedenkt om leerlingen dieper te laten leren.’

Spijker

‘We zijn meer dan ons brein. Er is ook gevoel, emotie. Als leerkracht heb je hier elke dag mee te maken. Het leren via zintuigen is een krachtige ervaring. Je hoeft niet altijd te gaan bakken. Vraag je ook eens af: welk gevoel roept dit bij je op? Door dit als leerkracht te doordenken, kun je de leerstof dichter bij de leerlingen brengen.’

‘Je kunt je didactische gereedschapskist vullen en je afvragen: op welke manier zet ik een leerling “aan”?’

Martijn Schumacher

Breindidactiek gaat over de vraag: wat is leren? ‘Het geeft inzicht in het leerproces van mensen en zorgt ervoor dat je je vak beter kunt uitoefenen. Breinprincipes kun je gebruiken als je op zoek bent naar variatie in werkvormen of wanneer je iets anders wilt dan je onderwijsmethode, zonder dat je je klaslokaal ondersteboven moet gooien. Het is niet zo dat alles leuk moet zijn, maar leren moet wel leuk zijn. Leren gaat met vallen en opstaan en dit mag je als leerkracht aan de leerlingen doorgeven, maar op het moment dat het niet goed gaat met een leerling, wat doe je dan? Door je te verdiepen in breindidactiek, is onze ervaring, vallen puzzelstukjes op hun plek. Als timmerman moet je weten wanneer je een spijker moet gebruiken en wanneer een schroef. Zo kun je ook je didactische gereedschapskist vullen en je afvragen: op welke manier zet ik een leerling “aan”? Je gaat van onbewust bekwaam naar bewust bekwaam. Hoe bewuster je wordt, hoe makkelijker het je afgaat. Al is het maar door een vraag net op een andere manier te stellen. Je gaat op een andere manier denken, met als uitgangspunt hoe leren precies werkt.

Kijken

Er zijn zes basisprincipes die je met breindidactiek hanteert, namelijk aan de ene kant de structurerende principes: focus, herhalen en voortbouwen; aan de andere kant de activerende principes: emotie, creatie en zintuiglijk rijk. ‘Hoe meer principes je in de les gebruikt, hoe rijker je les. Focus is nodig: wat wil ik ermee? Herhalen is leren en leren is herhalen. Wat kunnen je leerlingen al en wat is er aanwezig waar je op voort kunt bouwen? Ongeveer tachtig procent van de prikkels komt via je ogen naar binnen, terwijl je als leerkracht meestal tijdens de les zegt: “Goed luisteren!” Eigenlijk moet je daarbij dus ook zeggen: “Goed kijken!” Het is goed om je hiervan bewust te zijn. Kijken doe je met je ogen, zien doe je met je hersenen. Hoe kun je zorgen dat beeld en gesproken of geschreven taal elkaar versterken in plaats van tegenwerken? Kijk ook naar de aankleding van je klaslokaal: is de inrichting hiervan ondersteunend aan je les? Door de principes te hanteren, maak je je les rijker.’

Focus en emotie

Hoewel alle basisprincipes van belang zijn, licht Schumacher er twee nader toe. ‘We beginnen altijd met focus. Dit heeft alles te maken met je aandacht ergens op richten. Je hebt leerlingen in de klas die vragen: “Waarom moeten we dit weten?”’ Soms moet het gewoon, geeft Schumacher aan. ‘Hoe kunnen we het leren betekenisvol maken? Onze hersenen staan niet de hele les volledig open voor het ontvangen van nieuwe informatie. In de meeste gevallen is dit aan het begin van de les en richting het einde van de les. Het moment tussen deze twee momenten kun je gebruiken om de gedeelde kennis te laten verwerken.’

‘Laat leerlingen opschrijven: wat wist ik aan het begin van de les en wat weet ik nu?’

Martijn Schumacher

Een tweede basisprincipe is emotie. ‘Wat is de rol van emotie bij leren? Die kan negatief zijn doordat je een “faalervaring” hebt opgedaan: dit kan ik niet. Dit kan belemmerend werken. Gebruik fouten niet als afrekening, maar als vast onderdeel van het leerproces. Emotie kan echter ook stimulerend zijn en zorgen dat de leerling dopamine aanmaakt, zodat de hersenen meer in de leerstand gaan staan. Die emotie komt niet altijd van binnenuit, maar die moet je als leerkracht soms van buitenaf aanbrengen. Deel bijvoorbeeld een eigen leerervaring. Je moet je eigen rol als leerkracht zeker niet onderschatten: als een leerkracht bevlogen voor de klas staat, zitten de leerlingen er anders bij dan wanneer iemand zijn lesjes afdraait.’

Koppeling

Wat kun je als leerkracht met breindidactiek in de praktijk? Schumacher geeft aan dat het belangrijk is om helder te krijgen wat de leerlingen al weten en wat deze les daaraan toe gaat voegen. ‘Vergelijk het met een lat: wat heb je al afgelegd en wat moet je nog afleggen? Laat de leerlingen aan het einde van de les opschrijven: wat wist je aan het begin van de les en wat weet je nu?’

Daarnaast vindt Schumacher het prachtig om de koppeling met de schepping te maken. ‘Wat is het mooi om je als leerkracht te verdiepen in het brein dat God heeft geschapen. Ik mag met een stukje van de schepping aan het werk gaan. Dit geeft verwondering. Steeds opnieuw mag je groeien in je vakmanschap. Hierdoor kun je je leerlingen beter helpen. Elke keer als ik mij hierin verdiep, komt dit steeds weer boven: wauw, dit wist ik nog niet! Welke leerkracht wil nu niet groeien in zijn vak?’

Tips voor docenten

  • Maak kennis en lessen betekenisvol.
  • Onderschat de kracht van verbeelding niet. Gebruik metaforen.
  • Maak de leerling deelnemer van het leerproces in plaats van slachtoffer: welke vorderingen maakt hij/zij?

Terug naar overzicht