Een school is niet alleen een plek waar leerlingen kennis en vaardigheden opdoen, maar ook waar ze leren samenleven. Dit is essentieel, want in onze samenleving is het onmogelijk om volledig individueel te functioneren. Mensen hebben elkaar nodig. Samenwerkend leren is een krachtige instructiestrategie die leerlingen helpt om niet alleen beter te leren, maar ook om samen te werken en verantwoordelijkheid te nemen. Dit artikel verkent deze strategie en biedt concrete handvatten voor een effectieve toepassing.
Dit artikel maakt deel uit van een reeks over verschillende didactische strategieën. In de vorige delen werd besproken hoe vrij leren op leerpleinen, effectieve didactiek in de traditionele klas en zelfsturend leren bijdragen aan het onderwijs. In dit laatste deel ligt de focus op samenwerkend leren, dat cruciaal is voor leren in een gemeenschap. Om dit succesvol uit te kunnen voeren, is het van belang om samenwerkend leren goed te structureren en te begeleiden.
Transfer
Samenwerkend leren, oftewel Cooperative Learning, vindt zijn oorsprong in de jaren vijftig in de Verenigde Staten en werd ontwikkeld door de broers Johnson. In de daaropvolgende jaren is deze strategie verder uitgebreid en verfijnd. De essentie van samenwerkend leren is samenwerkingsopdrachten zo structureren dat iedere leerling effectief kan leren (Ebbens, 2009).
Empirisch onderzoek toont aan dat groepswerk een zeer effectieve en efficiënte instructiestrategie is (Valcke, 2018). De positieve effecten van samenwerkend leren reiken verder dan alleen verbeterde leerprestaties. Ze hebben ook betrekking op de transfer van kennis naar andere contexten, de ontwikkeling van metacognitieve vaardigheden en een positievere houding ten aanzien van verschillende vakken (Valcke, 2018).
Samenwerken is een complexe vaardigheid die geleerd moet worden
Het onderscheid tussen écht samenwerkend leren en simpelweg “samendoen” is echter belangrijk. Bij samendoen is er vaak één leerling actief bezig, terwijl de anderen meeliften of minimale bijdragen leveren, bijvoorbeeld door esthetische taken op zich te nemen. Dit soort samenwerking is zelden effectief en draagt niet bij aan de ontwikkeling van alle leerlingen.
Randvoorwaarden
Om samenwerkend leren succesvol te maken, zijn er vier belangrijke randvoorwaarden die moeten worden vervuld.
Positieve wederzijdse afhankelijkheid
De groepsleden moeten ervaren dat ze elkaar nodig hebben om de opdracht succesvol te voltooien. Dit betekent dat de opdracht zo moet worden vormgegeven dat inzet van alle groepsleden vereist is (Ebbens, 2009). Het toewijzen van specifieke rollen zoals voorzitter, schrijver of controleur kan helpen om deze afhankelijkheid te stimuleren.
Individuele aanspreekbaarheid
Het is cruciaal dat elk groepslid zowel op zijn eigen bijdrage als op het groepsresultaat aanspreekbaar is. Hierin speelt de docent een belangrijke rol. Tijdens het proces kan de docent feedback geven, gericht op de taak of op de rol die een leerling vervult. Daarnaast kunnen leerlingen leren hoe ze elkaar constructief kunnen aanspreken wanneer er samenwerkingsproblemen ontstaan (Ebbens, 2009).
Directe interactie
Effectieve samenwerking vereist directe interactie tussen de groepsleden. Dit stelt leerlingen in staat elkaar te ondersteunen, aan te moedigen en samen te reflecteren. Het werken in aparte ruimtes of op afstand van elkaar maakt directe interactie moeilijk en moet daarom worden vermeden.
Evaluatie van het groepsproces
Samenwerken is een complexe vaardigheid die geleerd moet worden. Daarom is het belangrijk dat leerlingen het groepsproces evalueren en verbeterpunten identificeren. Zowel op individueel niveau als op groepsniveau moet de samenwerking beoordeeld worden. Door gebruik te maken van bijvoorbeeld een checklist kunnen leerlingen reflecteren op hun bijdrage en die van hun groepsleden (Ebbens, 2009).
Adviezen
Bij het ontwikkelen van opdrachten voor samenwerkend leren is het essentieel om rekening te houden met de bovengenoemde randvoorwaarden. Daarnaast kunnen de volgende praktische adviezen bijdragen aan het succes:
- Samenstelling van de groep: Stel groepen samen waarvan verwacht mag worden dat ze op een productieve manier kunnen samenwerken.
- Duidelijke doelen: Geef zowel einddoelen als subdoelen, zodat leerlingen precies weten welke stappen ze moeten ondernemen.
- Gedragsregels: Maak expliciet welk gedrag van de groepsleden wordt verwacht, zoals actieve deelname, respect voor elkaar en heldere communicatie.
- Zelfreflectie stimuleren: Laat leerlingen zowel individueel als gezamenlijk hun prestaties evalueren. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van peerassessments, waarbij leerlingen elkaar op een constructieve manier feedback en feedforward geven
Feedback
De rol van de docent is cruciaal bij samenwerkend leren, maar deze verschilt van de traditionele rol van kennisoverdrager. Bij samenwerkend leren is de docent eerder een coach die het proces begeleidt.
Tijdens de voorbereiding is de docent verantwoordelijk voor het ontwerpen van opdrachten die een positieve wederzijdse afhankelijkheid creëren. Tijdens de uitvoering ligt de focus op het geven van feedback, zowel op het proces als op de inhoud. Door actief te observeren en in te grijpen wanneer nodig, ondersteunt de docent de leerlingen bij het ontwikkelen van zowel hun leer- als samenwerkingsvaardigheden (Ebbens, 2009).
Samenwerkend leren is een krachtige manier om leerlingen niet alleen cognitieve, maar ook sociale en metacognitieve vaardigheden te laten ontwikkelen. Docenten kunnen hierdoor een leeromgeving creëren waarin samenwerken tot effectieve resultaten leidt.
Met een actieve rol van de docent als begeleider en coach kunnen leerlingen niet alleen leren voor school, maar ook voor de maatschappij waarin samenwerken een onmisbare vaardigheid is. Zoals empirisch onderzoek laat zien, is samenwerkend leren niet alleen effectief, maar ook essentieel voor het onderwijs van de toekomst (Valcke, 2018).
- Ebbens, S. & Etekoven, S. (2009). Effectief leren. Noordhoff Uitgevers.
- Valcke, M. (2018) Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Van leren naar instructie. Uitgeverij Acco.