En nu aan het werk!
Pubers komen overal voor in de benen, behalve voor hun huiswerk. Werkweigeraars drijven hun leerkracht tot wanhoop, omdat ze gewoon niets doen; leeszwakke kinderen vertikken het thuis ook maar een regeltje tekst te lezen….. Wie heeft hier een probleem en wat doen we eraan?
Iemand die graag helpt zoeken naar een antwoord op die vragen is toegepast psycholoog Jeanine Stouten. Als eigenaar van Construct Coaching en onderwijsadvies en ambulant begeleider op het Calvijn College in Goes ontdekte zij als leerkracht van groep 4 al dezelfde patronen bij leerlingen die cognitief overal moeite mee hadden en meerbegaafde klasgenoten. ‘Ik zag bij beiden dat ze dingen vergaten, kwijt waren en afgeleid werden. Nu zie ik hetzelfde bij leerlingen uit VWO 4 die bij mij terechtkomen omdat ze niet gemotiveerd zijn voor hun schoolwerk of een bepaalde opleiding.
Kosten en baten
Zitten ouders en docenten vanwege hun onwillig kroost met de handen in het haar, Stouten niet. ‘In mijn coachingspraktijk merk ik dat ouders buffelen om hun kind aan het werk te krijgen. Ik vraag de jongere: “Ga ik jou coachen of je moeder? Van wie is het probleem?” Op het moment dat iemand doorkrijgt dat hij zelf ook een probleem heeft, kunnen we samen aan de slag. Ik probeer eigenaarschap te stimuleren zoals bijvoorbeeld Covey dat doet, maar dan vanuit Bijbels perspectief. Ik haal plezier uit mijn werk door te spiegelen. Het is leuk als je jongeren kunt en wilt snappen
Het gaat uiteindelijk over kosten en baten. Een puber wil voor een toets een goed cijfer halen. Dat is zijn waarde. Als de kosten te hoog zijn, dan zakt de waarde. Dus begint een jongere niet met leren.’
Naast het spiegelen, is het belangrijk om te weten hoe het puberbrein in elkaar zit. ‘Een puber kan nog niet de gevolgen op langere termijn overzien en heeft behoefte aan een perspectief dat dichtbij ligt.’
‘Ik ervaar het als een hoge roeping en een voorrecht dat ik les mag geven. Dat haalt de kramp weg van het moeten halen van bepaalde doelen.’
Arjan Baarssen
De rol van de docent
Evenals Stouten ziet ook Arjan Baarssen dat docenten een belangrijke rol spelen rondom het motivatieprobleem. ‘Ik zeg niet: “Die gasten zijn niet gemotiveerd” of : “Ze moeten gewoon.” Dat is je reinste moetivatie! Wat bied jij als docent aan om hen toch ergens te brengen? Een docent is de enige die er iets aan kan doen.’Baarssen geeft geschiedenis op de Pieter Zandt scholengemeenschap op Urk. ‘Ik heb het over thema’s die het leven raken. Jongeren luisteren graag naar verhalen. Het blijft wel een kunst om een goeie werkvorm te kiezen. Voorheen verwees ik in de eindexamenklas na de instructie naar het werkboek en zei ik: ‘En nu aan het werk!’ Tegenwoordig liggen er vijf stapeltjes papieren klaar met verschillende verwerkingen. De leerling heeft het gevoel: “Ik mag doen wat bij mij past en waar ik ook aan toe ben.” Dit jaar hebben brugklassers die goed in mijn vak zijn, aangegeven dat dat ze de verwerkingen saai en schools vinden. Voor hen staat er een bak met Historia’s (tijdschriften populaire geschiedkunde) waaruit ze met een artikel dat aansluit bij de lesstof aan de slag kunnen.’
Autonomie, competentie en verbinding
De visie en ervaringen van zowel de coach als de leraar sluiten aan bij wat Deci en Ryan voorstaan met betrekking tot motivatie: tegemoetkomen aan de psychologische basisbehoeften van autonomie, competentie en verbinding. Baarssen : ‘Autonomie biedt keuzemogelijkheid voor de leerling, aansluitend op interesse. Bij Competentie zit aan de kant van de docent het goed uit kunnen leggen, het bieden van structuur en het geven van positieve en toekomstgerichte feedback. Bij de leerlingen gaat het om het opdoen van succeservaringen. Persoonlijk vind ik ook het aantonen van de relevantie van de les die je geeft belangrijk. Verbinding staat hoog in het vaandel van de Urker school. ‘Leerlingen komen graag op onze gezellige en sociale locatie. Wij monitoren motivatie aan de hand van een keuzelijst op negen onderdelen. De motivatie van een leerling kan per vak behoorlijk verschillen. Op een schaal van -10 tot 10 scoren sommige collega’s bij sympathie en vertrouwen 8 of 9; anderen minder. Dat doet iets met de motivatie en de cijfers van de jongeren. Ik hoor het ook in hoe leerlingen over dat vak praten, wat ze ervan vinden.’
Ik vraag de jongere: “Ga ik jou coachen of je moeder? Van wie is het probleem?”
Jeanine Stouten
Moeten en mogen
Beiden zijn het erover eens dat je van een puberbrein nauwelijks intrinsieke motivatie kunt verwachten. Zoveel zaken vragen de aandacht van de jongeren. Ze moeten voortdurend kiezen tussen hun telefoon, Netflix, sociale contacten, bijbaantje en bezig zijn voor school. Aan de andere kant mogen docenten weten dat leerlingen door de Heere op hun weg zijn geplaatst. Arjan: ‘Ik ervaar het als een hoge roeping en een voorrecht dat ik les mag geven. Het hangt niet van mijn handelen af wat er met hen gebeurt. Dat haalt de kramp weg van het moeten halen van bepaalde doelen.’