• Gesprek
Kees de Groot

Even weg van de waan van de dag

afstand nemen helpt Kloosterman vooruit

Luister eerst naar de Ander en de ander. Dat leerde Jan Kloosterman over dienend leiderschap. Als leerling, docent, directeur, politicus en als RMU-bestuurder stak hij nog meer levenslessen op. Zoals deze: ‘Present zijn in deze samenleving is belangrijk. Christenen moeten zich laten kennen.’ Wat heeft hij te vertellen, over zichzelf en zijn werk?

‘Van rustig kennismaken met mijn nieuwe collega’s en werkkring is niet veel terecht gekomen. Vrij snel na mijn aantreden in februari bij de RMU brak de coronacrisis uit. Eens te meer is mij in die heftige periode gebleken hoe waar Gods Woord is en hoe duidelijk dat blijkt in de praktijk.

Kijk maar eens naar de Psalmen 90 en 91, over Wie de Heere is: een Beschermer tegen gevaren, juist als het verderf rondgaat. Bij Hem moeten we zijn, steeds weer. In diepe afhankelijkheid: “…en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat.”

Zijn Woord bevat leefregels die heilzaam zijn voor de hele samenleving. Dat geluid naar voren brengen, zie ik als een belangrijke maatschappelijke taak van de RMU. En dat gaat samen met gedegen belangenbehartiging, zowel individueel als collectief, voor werkgevers en werknemers.

Daaraan lever ik graag mijn bijdrage door onze organisatie naar buiten toe te vertegenwoordigen. Net zoals ik het mooi vind om intern samen te werken rond vraagstukken op het gebied van sociale zekerheid, cao’s en arbeidsrecht. Nee, als oud-onderwijsman weet ik daar nog niet alles van af. Dat hoeft ook niet – daar hebben wij immers onze experts voor. Maar ik zoek hen natuurlijk wel op; dan stel ik veel vragen: wat doe je? En waarom?

Zelf blijven leren, is belangrijk. Daarom neem ik graag bewust even afstand van de hectiek van alledag. Om te reflecteren op wat we doen. Op hoe we dat doen. En op mijn bijdrage daaraan. Daarbij ben ik de stilte meer gaan waarderen. Stil zijn, omdat we ten dele kennen. Want soms weet je gewoon ook even niet hoe het moet.

Door de jaren heen is reflecteren voor mij een soort tweede natuur geworden. In vwo 3 ben ik er al mee begonnen. Toen sparde ik regelmatig met een aantal goede vrienden. Als directeur op de Jacobus Fruytier scholengemeenschap maakte ik er ook tijd voor: bij elke vergadering met teamleiders ging eerst een half uur lang de Bijbel open. Dan spraken we daarover. Dat mag vergadertijd kosten! Als ik er nu mensen over spreek, merk ik dat ze daar soms meer van hebben onthouden dan van alle andere agendapunten. De MT-vergaderingen bij de RMU starten we ook zo.

‘Het helpt als een ander je nieuwe inzichten aanreikt of perspectieven opent’

Jan Kloosterman

Profijt

Waarom ik dat volhoud? Omdat het - na de zegen van Boven – verschil maakt. Even afstand nemen en samen nadenken stimuleert creativiteit. Het helpt als een ander je nieuwe inzichten aanreikt of perspectieven opent. Als natuurkundedocent heb ik bijvoorbeeld veel profijt gehad van lezingen waarin anderen vertelden hoe ze hun geloof verbonden aan hun vak. Je hoeft niet altijd zelf het wiel uit te vinden.

Inhoud en mensen boeien me beide. Daarom wil ik ook graag weten hoe mijn collega’s in hun werk zitten. Of het lekker loopt, of juist niet. Ik nodig hen omgekeerd uit mij te bevragen. Daardoor zijn onze verhoudingen heel open.

Tijd voor bezinning moet je wel organiseren. Tegelijk merk ik dat de ruimte daarvoor zwaar onder druk staat, ook in het reformatorisch onderwijs. Programma’s zitten vol – zij bepalen veel van de onderwijstijd. En docenten willen kwaliteit leveren. Terwijl dat juist beter gaat als je eerst reflecteert.

Ik moedig iedereen aan dat te doen. Begin maar gewoon over jezelf: hoe kijk je terug op je lessen van die dag? Wat ging goed? Wat niet? Kom met je kwetsbaarheid voor de dag, en nodig anderen uit daarop te reageren.

Legitimatie

Waar we in het onderwijs nog meer tijd en ruimte voor moeten maken, is voor de vorming van onze leerlingen tot christenen die vanuit een Bijbels wereldbeeld kunnen functioneren in onze samenleving. Dat is cruciaal voor de legitimatie van onze reformatorische scholen – in alle vakgebieden moeten we daarvan iets terugzien, maar ook in ons burgerschapsonderwijs.

Het gebeurt ook al wel. Ik ken er goede voorbeelden van: denk aan de docent maatschappijleer die een project opzet om zijn leerlingen in contact te brengen met niet-gelovigen. Of aan de wiskundeleraar die aan de hand van getallen en verhoudingen iets vertelt over de orde die God in Zijn schepping heeft gelegd.

Maar ik merk te vaak het omgekeerde: dat er bij een flink aantal docenten naast de dagopening te weinig van vorming terecht komt. Veel van hen willen het wel anders doen, maar missen tijd, ruimte of creativiteit om regelmatig vanuit hun lesstof en een expliciet Bijbels wereldbeeld de brug te slaan naar de buitenwereld.

En het ís ook lastig om te ontsnappen aan de waan van de dag. Toch moeten we juist dat doen. Niet alleen omdat de buitenwereld ons bevraagt op onze meerwaarde. Maar vooral omdat we als christenen een zoutend zout en lichtend licht zijn. Het is onze roeping om te participeren in een samenleving waarin we een minderheid zijn. Daarop moeten we onze leerlingen voorbereiden.

Vanwege die taak is reformatorisch onderwijs nu zo belangrijk. Als we willen dat onze kinderen later goed kunnen omgaan met diversiteit, moeten ze eerst leren waar ze voor staan. Dat kan het best in een veilige en beschermde pedagogische omgeving, in een opvoedklimaat dat aansluit bij hun thuissituatie. En op die plaats kunnen we hun ook leren om op een goede manier met onderlinge verschillen om te gaan.

In hun presentatie mogen onze scholen die meerwaarde sterker benadrukken. Zeker richting ouders die overwegen hun kind naar een niet-reformatorische school te sturen – wat ik helaas steeds vaker zie gebeuren.

‘Goed met je naaste omgaan, gaat veel verder dan het doorgeven van een rol pepermunt aan degene die zondags naast je zit’

Jan Kloosterman

Medemens

Als raadslid kom ik wekelijks collega-politici tegen met heel andere ideeën. Zij houden mij steeds een spiegel voor: Waar sta ik voor? Hoe druk ik me uit? Wie ben ik als mens? Dat houdt me scherp.

Wat ik daarvan leer? Dat het in de eerste plaats belangrijk is om de ander te zien als je medemens. Want wil je komen tot een goed gesprek over wezenlijke zaken, dan moet er eerst echt contact zijn. Dat begint al met hoe je iemand bejegent: groet mensen, treedt hen vriendelijk tegemoet.

Goed met je naaste omgaan, gaat veel verder dan het doorgeven van een rol pepermunt aan degene die zondags naast je zit. Verdiep je oprecht in de ander – in en buiten de kerk. Ja, dus ook in je homoseksuele collega of in de transgendervrouw die een straat verderop woont.

Als er dan sprake is van goed contact, lukt het misschien ook om bij de ander iets binnen te krijgen vanuit Gods Woord. Al zal dat ook tegengas opleveren. Het Evangelie en de Tien Geboden zijn niet naar de mens. Die staan haaks op ons leven. Ook op dat van mij.

Juist daar waar het spant tussen geloof en ongeloof wil ik staan. Omdat ik weet dat de Heere Jezus dé Weg en dé Waarheid is. En dat het heilzaam is om te buigen voor Zijn gezaghebbend Woord.

Constructief

In alle lek en gebrek heb ik tijdens mijn periode op de Fruytier geprobeerd af en toe iets van mijn ervaringen met andersdenkenden te delen met mijn leerlingen. Zij hebben er namelijk behoefte aan om te horen hoe zoiets werkt. En ze moeten merken dat volwassenen in hun omgeving zich laten gezeggen door Gods Woord.

Nu ik bij de RMU werk, merk ik dat onze organisatie op dit gebied dienstbaar kan zijn aan de scholen. Vanuit de praktijk horen wij dagelijks verhalen over wat het betekent om als christen op de werkvloer te staan. Welke verantwoordelijkheden dat met zich meebrengt. Hoe je constructief kunt staan voor je christelijke standpunten. Maar ook over hoe dat mis kan gaan.

Die kennis en ervaringen kunnen we delen op de scholen. Door langs te komen voor een gastles of door een training te verzorgen. Onze jongeren moeten horen hoe het er na school aan toe gaat en hoe je vanuit je principes verschil kunt maken.

Dat kan een docent doen, vanuit overlevering. Maar het heeft veel meer impact als ze die verhalen horen van mensen die aan den lijve hebben meegemaakt hoe het is als je, noem maar wat, wordt geconfronteerd met een boze baas, een vijandige collega of met een euthanasieverzoek. En die dan de vraag stellen: hoe zou jij reageren?

Paradoxaal

Beetje paradoxaal misschien, na zo’n lang verhaal over mezelf, maar de belangrijkste les in mijn leven is dat het niet om mij draait. Het leven der genade leert me steeds weer dat ik er zelf helemaal buiten val. Ik kan en hoef aan mijn zaligheid niets bij te dragen.

Dat maakt het in het dagelijks leven ook eenvoudiger om tevreden te zijn met wie ik ben en met wat ik wel kan. En niet kan. Om te genieten ook van de gaven die aan anderen zijn gegeven. Daar zit trouwens ook nog een les in. Ik besta niet omdat ik nadenk of reflecteer – vrij naar filosoof René Descartes. Ik besta omdat ik onderdeel ben van gemeenschappen, met anderen en met de Ander.’

Drs. J. (Jan) Kloosterman MBA (1978), gehuwd, vader van vijf kinderen (van wie er één tijdens de zwangerschap is overleden)

Opleiding:

Lerarenopleiding natuur- en scheikunde in Zwolle (1995-1999)
Daarna volgde hij meerdere onderwijskundige opleidingen aan verschillende hogescholen
Studie Bedrijfskunde aan de Universiteit Twente (2012-2015)
Transactionele Analyse: basisopleiding, Management & Organisatie en Persoonlijke Groei en Ontwikkeling bij TA-academie in Soesterberg (2016-heden)

Hoofdfuncties:

Diverse onderwijsfuncties op de Jacobus Fruytier scholengemeenschap in Apeldoorn, onder meer docent natuur-, wis- en scheikunde en directeur onderwijs in het (speciaal) voortgezet onderwijs en havo, vwo en het tweetalig onderwijs (1998-2020)

Raad van bestuur RMU (2020-heden)

Nevenfuncties:

Hoofdredacteur KLIK en bestuurslid SGP-jongeren (2002-2006)
Voorzitter landelijke SGP-jongeren (2006-2009)
Ouderling hersteld hervormde gemeente te Apeldoorn (sinds 2009)
Bestuurslid Bond tegen Vloeken (sinds 2009)
Lid Panel Presentie (sinds 2010)
Fractievolger SGP (2009-2014) en raadslid SGP in Apeldoorn (sinds 2014)
Bestuurslid bestuurdersvereniging SGP (sinds 2019)

In 2017 publiceerde hij Essenties van dienend leiderschap. Relationeel leidinggeven voor iedereen.

Terug naar overzicht