• Artikel overig
Joke van Winkel

Geen makkelijke jaren

‘Geen makkelijke jaren, maar het heeft me veel gebracht’

‘Je bent écht een juf,’ had haar moeder al veel eerder gezegd. Maar pas vlak voor het eindexamen op de havo schreef ze zich in voor de pabo. Economie had ze zelf aanvankelijk overwogen. Een beroepenmarkt trok Marianne Vlot over de streep. Een student vertelde daar enthousiast over het beroep van basisschoolleerkracht. Die verhalen uit de praktijk, die spreken aan.

De studie was een fijne en leerzame periode. ‘Toch verliep het niet vlekkeloos,’ vertelt Vlot. ‘Lesschema’s maken heb ik echt moeten leren. Het was mij niet altijd duidelijk wat daarin van mij verwacht werd. Ook stelt elke begeleider andere eisen. Daarin mijn weg vinden was zoeken.’ Heel belangrijk lijkt de verbinding tussen stagiaire en begeleider te zijn. ‘Met de ene begeleider had ik een betere klik dan met de andere. Dat merkte ik ook in het verloop van de stage. Bij begeleiders door wie ik me begrepen voelde, liep de stage ook beter.’

Oude juf
Haar studieloopbaanbegeleider stimuleerde haar na het tweede jaar om door te gaan. ‘Ik kon gelukkig terugkijken op stages waaraan ik fijne herinneringen had en in de laatste periode deed ik een heel goeie stage. Het tweede jaar ervoer ik meer betrokkenheid bij de school. Toch waren er ook minder leuke aspecten en heb ik twijfels gehad of ik wilde doorgaan.’ Vlot vroeg een gesprek aan met haar studieloopbaanbegeleider om haar vragen te delen. ‘Na dat gesprek heb ik besloten om verder te gaan met de studie.’ Dat bleek een heel goede beslissing te zijn geweest. ‘In het derde jaar van de pabo kwam ik op mijn oude basisschool terecht, bij een begeleidster die mijn oude juf was geweest. Dat was een héél leuke juf. Ik had voor het jongere kind gekozen en liep stage bij de kleuters en in groep 3. Achteraf gezien is dit mijn beste jaar tijdens de opleiding geweest.’ Terugkijkend concludeert de startende leerkracht: ‘Het waren geen makkelijke jaren, maar het heeft me veel gebracht.’

‘Ik wilde proberen op welke manier het wél kon’

Marianne Vlot

Tweede Wereldoorlog
Zelf zat ik op een protestants-christelijke basisschool,’ vervolgt de nieuwe juf. ‘En al mijn stages heb ik ook op scholen met dit karakter gedaan.’ Toch solliciteert ze uiteindelijk op een vacature bij de School met de Bijbel in Nieuw-Beijerland. Nog steeds staat Vlot helemaal achter deze keuze. ‘De Heere en de Bijbel zijn hier écht het uitgangspunt en ik zie bij collega’s dat ze naar Gods woord willen leven. Ik vind het mooi om te zien hoeveel psalmen de kinderen hier al kennen. Ook de moeilijkere psalmen en Bijbelse geschiedenissen komen hier op school aan bod. Pas heb ik een Bijbelles gegeven over de Bergrede. Dat gebeurt niet op elke school.’ Sowieso houdt Vlot ervan om na te denken over hoe je pittige thema’s met jongere kinderen kunt bespreken. 'Mijn scriptie ging over het behandelen van de Tweede Wereldoorlog bij kleuters. Onmogelijk volgens sommigen, maar ik wilde ontdekken op welke manier dit wél kon.’ Bepalend hierbij lijkt te zijn om selectief te zijn in wat je vertelt. ‘Natuurlijk vertel ik dan niet dat er zes miljoen Joden vermoord zijn, maar wel dat ze niet meer mochten fietsen.’ Verschillende stages deed ze bij de kleuters, maar ze koos uiteindelijk voor groep 3. ‘Aanvankelijk dacht ik dat ik de kleuters het leukst zou vinden, vooral vanwege het speelaspect in de hoeken. Het inrichten van de hoeken was echter ingewikkelder dan ik dacht. Daar heb ik in moeten groeien. Ik had zowel een sollicitatie bij de kleuters als voor groep 3 lopen. De sollicitatie op de school waar ik nu werk, voelde goed.’ Ook de keuze voor groep 3 heeft ze bewust gemaakt. ‘Mijn stages in groep 3 vond ik ook heel leuk. Het is zo mooi om de groei en het leerproces in deze groep te zien. Het is meer op leren gericht.’

Weglopen
Na vier pabojaren start Vlot met een eigen klas. ‘In mijn stages vond ik het al fijn als de leerkracht wegliep. Dan had ik de ruimte om het zelf te doen.’ En van die ruimte maakt de startende juf nu graag gebruik. ‘Het eerste jaar dat je een eigen klas hebt, kun je veel uitproberen. Ontdekken wat wel en niet bij je past.’ In stages zag ze al veel stijlen voorbijkomen. ‘Nu kan ik doen wat voor mij het beste werkt en waar ik me prettig bij voel.’ Dat kan om veel verschillende facetten van de onderwijspraktijk gaan: didactisch en of je leerlingen alleen laat werken of in groepjes. Hoe je dagplanning is en hoe je omgaat met de beurtverdeling tijdens het ontvangstgesprek. ‘Gedurende de paboperiode heb ik veel geleerd. Vooral om te reflecteren en daarnaast ook om lessen goed voor te bereiden en te plannen.’ Vlot haalt haar aantekeningenboek tevoorschijn. ‘Ik vind het fijn om alles wat ik ga doen op te schrijven en alles tijdig klaar te leggen. Op het laatste moment nog dingen moeten regelen, dat zal ik niet snel weer doen.’

Gemist
Op de vraag hoe leerlingen haar omschrijven, denkt de juf even. ‘Ik denk dat ze me soms streng vinden en ook lief. Na de meivakantie kreeg ik een cadeautje van een leerling, omdat hij me zo gemist had. Ik krijg ook veel tekeningen.’ Van ouders krijgt ze te horen dat kinderen haar thuis weleens nadoen. ‘Dan doen ze voor hoe ik lesgeef of willen ze op hakken lopen, net als de juf. Toen ik dat hoorde, moest ik hard lachen.’ En streng? Vlot knikt. ‘Soms ook. Ik heb geleerd dat kinderen het nodig hebben om eerst grenzen en duidelijkheid aangeboden te krijgen.’ De pas afgestudeerde juf is het eerste jaar goed doorgekomen, ook door steun van collega’s. ‘Ik ervaar veel meeleven en meedenken van collega’s uit de parallelklas, de intern begeleider en de directie. Het is fijn om te zien dat ze aan je denken en dat je weet waar je terecht kunt als je ergens tegenaan loopt.’ Dat laatste wil ze ook aan andere starters meegeven. ‘Ga naar je collega’s als je ergens mee zit en blijf er niet mee rondlopen.’

Terug naar overzicht