• Gesprek
Cora Veldman

Een wijzer naar God

gesprek met Neelke van Ginkel (67), 46 jaar lang leerkracht op basisscholen in Groenekan en Maartensdijk, en nog steeds actief als invalleerkracht

Haar vader fietst in 1969 naar een meester in het dorp om te bespreken wat zijn dochter moet gaan doen na de hbs. Als hij weer thuiskomt, is het duidelijk: Neelke moet onderwijzeres worden. Afgelopen zomer nam ze afscheid van het onderwijs, na 46 jaar voor de klas te hebben gestaan. ‘Een heel gewone, betrokken juf’, zo typeert Neelke van Ginkel zichzelf. ‘Juf zijn bleek mijn taak.’

‘Zeg alsjeblieft “jij”’, opent Van Ginkel het gesprek. ‘De mensen hier kennen mij bijna allemaal bij mijn voornaam. Dat komt omdat ik m’n hele leven al in dit dorp woon.’

Van Ginkels huis in Maartensdijk ademt geschiedenis. Voor de hoge ramen van de woning uit 1894 hangen romantisch gebloemde gordijnen. Overal staan antieke spulletjes. ‘Aan veel dingen hier kleeft een herinnering’, zegt Van Ginkel met haar zachte, haast hese stem.

Ze groeit op aan de overkant van de weg, in een huisje in het bos. In 1962 verhuist het gezin, om dichter bij de moeder van haar moeder te kunnen wonen. ‘Opoe woonde hiernaast, in het voorste deel van wat toen een twee-onder-een-kapwoninkje was. Ze vond het belangrijk dat haar kleinkinderen geloofden en dat we goede dingen lazen. Ze legde altijd Marsjes en bananen voor me klaar, maar op vrijdag was het “Om Simons Wil”, zoals zij Om Sions Wil noemde. Ze vond het niet fijn om alleen te slapen, dus ik was heel vaak bij haar. De laatste jaren zelfs elke nacht.’

Opoe

De herinneringen buitelen over elkaar heen. ‘Opoe had een rare maat. Van boven was ze smal, en van onder heel breed. Confectiekleding paste haar nooit. Ik naaide haar jurken, dat had ik van moeder geleerd. Op vrijdagavond haalde ik de naaimachine tevoorschijn. Rond middernacht kwam opoe naar beneden stommelen en vroeg ze of ze al kon passen. Zij zette thee; soms gingen we tot half vier door.’ Toen opoe overleed, kreeg Van Ginkel haar huis. ‘Na een val raakte opoe de laatste weken van haar leven in de war, maar mijn naam wist ze nog tot het einde. Haar sterfbed was bijzonder. We zongen psalmen; opoe met diepe stem, terwijl ze helemaal geen donkere stem had.’

Van Ginkel komt uit een gezin van drie kinderen. Haar broer Jan overleed op 39-jarige leeftijd, toen hij op weg was naar zijn werk bij het Reformatorisch Dagblad. ‘Uiteindelijk heeft God alles in de hand’, zegt ze stellig. ‘Dat was een grote troost bij zijn heengaan.’

Haar andere broer woont met zijn gezin in het huis achter haar. ‘Fijn om je familie zo dichtbij te hebben’, glimlacht ze. ‘We hebben elk ons eigen leven, maar omdat onze familie maar klein is, is het fijn dat hij dichtbij woont. We kunnen altijd bij elkaar binnenlopen.’

‘Voor kinderen die buiten het gemiddelde vallen, heb ik altijd een zwak gehad’

Neelke van Ginkel

Schrikken

Wat haar vader samen met de meester bekokstoofde, gebeurde. Van Ginkel ging naar de pedagogische academie om onderwijzeres te worden. Niet tegen wil en dank, maar ook niet heel gemotiveerd. Zodra ze haar diploma op zak heeft, kijkt ze weinig enthousiast om zich heen naar een baan. Ze ziet ertegen op om voor de klas te gaan.

Op de School met de Bijbel in Groenekan is een vacature. ‘We zijn in Groenekan goed personeel gewend’, zegt een lid van het schoolbestuur bij haar benoeming. ‘Dat was schrikken’, zegt Van Ginkel, ‘maar ik heb daar een heel lange en goede tijd gehad. In het begin voelde ik me heel onwennig. Toch bleek algauw dat het werken met kinderen me goed afging. Ik vond het heerlijk. Het mooie aan die school was dat in de klassen verschillende leeftijden bij elkaar zaten. Geregeld kwamen er kinderen bij die op een andere school niet goed functioneerden, in de hoop dat het op een kleinere school beter zou gaan. Daardoor hadden we divers gedrag en divers onderwijsaanbod. Je ging meerdere jaren met de kinderen mee, ik hechtte me aan ze.’

Ze wil er wel voor altijd blijven, maar Groenekan vergrijst, het leerlingenaantal daalt en het ziet ernaar uit dat de school z’n deuren moet sluiten. ‘Ik kreeg in 1992 de vraag of ik op de school in Maartensdijk wilde komen werken, mijn vroegere lagere school. Dat leek me wel wijs. Moeder was net weduwe geworden, ook daarom was het fijn om wat dichter bij huis te werken.’

Een spade dieper

In Maartensdijk moet ze weer wennen, nu vooral omdat er per lokaal één jaargroep is. ‘Zeker in een klassikale situatie bestaat het gevaar dat we te veel waarde hechten aan een bepaald resultaat op een bepaald moment’, meent Van Ginkel. ‘Kinderen gaan zich met elkaar vergelijken. Ik vond het mijn plicht om elk kind uit te dagen de gaven te gebruiken die God het gegeven had. Kinderen die buiten het gemiddelde vallen, horen er ook bij. Ik probeerde voor ontwikkelingsruimte voor ieder kind te zorgen.’

‘We leven in een tijd van protocollen, van meten, beoordelen, van programmagericht werken met het oog op een zo hoog mogelijk cognitief resultaat’, analyseert Van Ginkel. ‘Van mij mag je het effect van protocollen relativeren. Een D-score kan juist goed zijn. Het gaat vooral om betrokkenheid en inzet. Resultaten zijn afhankelijk van de gaven van het kind. En pas als de relatie met het kind goed is, zal het naar vermogen presteren.’

Prachtig vond ze het daarom als ze merkte dat de kinderen betrokken waren. ‘Ik genoot ervan als het lukte om iets wat spontaan belangstelling van de kinderen had uit te bouwen tot een leermoment. Dat kon dan gerust een andere inhoud krijgen dan rooster en handleidingen aangaven, maar er werd wel meegedacht en geleerd.’ Over de opbrengstgerichte cultuur van de laatste jaren wil de juf graag nog iets kwijt. ‘Die computergestuurde statistiek, analyses en verbeterplannen; ik word er niet blij van. Het typeert een tijd waarin economie en prestatie hoog aangeschreven staan. Alsof men vroeger niet opbrengstgericht bezig was. En is het streven naar meer altijd juist? Opbrengstgericht werken is een nuttige werkwijze bij het aanleren van vaardigheden, maar onderwijs steekt een spade dieper: in een setting van vertrouwen, verantwoordelijkheid en verwondering dát mogen leren wat nodig is om straks zelfstandig in deze maatschappij te kunnen functioneren.’

Hinderpaal

‘De mooiste taak van een leerkracht is het vertellen uit de Bijbel’, vindt Van Ginkel. ‘Jarenlang startte ik de dag met de kinderen niet alleen met het zingen van psalmen, maar ook met ‘k Stel mijn vertrouwen’. Ik vind dat een belangrijk lied in een tijd waarin zo veel mensen hun geloof kwijtraken. Ik hoop dat de kinderen onthouden dat Hij er altijd is en dat Hij altijd voor hen wil zorgen.’ Ze vervolgt: ‘Van een meester uit Groenekan weet ik dat hij bij z’n pensionering graag de kinderen uit z’n allereerste klas weer eens wilde zien. Zeker twee derde van de groep geloofde niet meer en sommige leerlingen hadden slechte herinneringen aan hun christelijke opvoeding.’ Zuchtend: ‘En die groeiden nog op in een tijd waarin kerk en geloof veel dichterbij waren dan nu. Ik hoop dat ik een wijzer naar God ben geweest, geen hinderpaal.

Gewetensvorming vindt Van Ginkel heel belangrijk. Vooral Philip Kohnstamm heeft haar op dit vlak geïnspireerd. ‘Ik moest zijn boek Persoonlijkheid in wording lezen voor de master Special educational needs. Zijn visie heeft mij erg geholpen.’ Over haar eigen rol is ze bescheiden: ‘Ik denk niet dat ik een leerkracht met vanzelfsprekend gezag of een boeiende presentatie was. Ik was meer van de begeleiding dan van de leiding.’ Ze moet even nadenken over de vraag of haar collega’s haar ook zo zien. ‘Ik vermoed dat ze me zouden typeren als een onopvallende collega, maar ook als iemand die er was als dat nodig was. Dat hoop ik tenminste.’

‘Ik denk niet dat ik een leerkracht met vanzelfsprekend gezag of een boeiende presentatie was’

Neelke van Ginkel

Grijzemuiskinderen

Van Ginkel genoot er ook van om de kinderen op sociaal gebied te stimuleren. ‘Bij jonge kinderen kun je daarin nog veel bereiken. Ze moeten perspectief leren nemen. De mate waarin ze dat kunnen, verschilt heel sterk. Als er frictie was in een groep, liet ik hen aan elkaar uitleggen wat er aan de hand was en hoe ze zich voelden, zodat ze elkaar gingen begrijpen. Geweldig als dat lukte.’ Een klas is iets van samen, benadrukt ze. ‘Ik heb altijd m’n best gedaan voor een prettige sfeer, waarin iedereen elkaar accepteert en waardeert. Daar kun je als leerkracht écht invloed op hebben. Ik vond het bijvoorbeeld erg leuk om de grijzemuiskinderen eruit te pikken, die ook hun talenten hadden, maar ze niet lieten zien of er niet over vertelden. Ik zag hoe ze ervan genoten als ik ze prees in het bijzijn van andere kinderen.’ Ze ging nooit met tegenzin naar school. ‘Weleens met lood in m’n schoenen naar huis’, zegt ze. ‘Bah, dacht ik dan. Het ging niet goed vandaag, of ik heb te weinig gedaan. Ik kon me weleens zorgen maken of ik niet te erg aan een kind getrokken had, qua gedrag of leren. Ik verplichtte hen soms tot bepaalde dingen, omdat ik vond dat dat goed was voor ze. Dan dacht ik weleens: ze zullen me wel vervelend vinden. Maar de volgende dag waren ze altijd weer prima te spreken.’

Vreugde

Ook al nam ze vorig schooljaar afscheid, – ‘een prachtig feest, ik had geen mooier afscheid kunnen wensen’ – toch staat ze nog steeds voor de klas, als invalkracht. ‘Ik was veel bezig met de vraag hoe ik me nog wat nuttig kon maken na m’n pensioen. Voorlopig is dat dus voor de klas. Ik ben op het moment nodig op school als invalkracht, anderhalve dag per week in groep 5. Daarnaast heb ik genoeg hobby’s. Ik lees graag.’ Ze wijst naar een stapel op tafel. ‘Wilhelmus à Brakel, prof. A. van der Beek, Herman Paul. Ik ben aan het laatste stukje van m’n leven toegekomen, al ben ik daar niet zo mee bezig. Het is een zegen dat ik nu de tijd heb om me rustig in een goed boek te verdiepen.’

Ze glimlacht. ‘Het meisje dat ertegen opzag om schooljuf te worden, ontdekte het mooie van het vak en heeft dit werk met vreugde mogen doen. En nog steeds.’

NEELKE VAN GINKEL (67)

 - School met de Bijbel in Maartensdijk (1958- 1964)
 - Reformatorisch College Blaucapel te Utrecht (HBS-A) (1964-1969)
 - Christelijke Pedagogische Academie Rehoboth te Utrecht (1969-1972)
 - Leerkracht op de School met de Bijbel te Groenekan (1972-1992)
 - Leerkracht op de School met de Bijbel te Maartensdijk (1992-2018), nu invalleerkracht

Terug naar overzicht