‘Praat eens wat duidelijker!’ Wie heeft dit niet eens tegen een leerling gezegd? We houden er niet van als ze binnensmonds praten. En als je een voordracht houdt, een spreekbeurt bijvoorbeeld, moet je goed articuleren. Dat is: klanken en woorden nauwkeurig en duidelijk uitspreken.
Je kunt het ook figuurlijk toepassen. Als je slecht articuleert, ben je niet duidelijk. Je draait er omheen. Misschien omdat je het niet helemaal zeker weet. Dan zeg je zo ongeveer hoe het moet zijn. Met andere woorden: je praat met meel in je mond.
Probeer het maar eens, een eetlepel meel in je mond en dan praten. Van een goede articulatie is dan geen sprake meer. Je komt onverstaanbaar over. En ga er maar mee voor de spiegel staan. Je slaat gewoon een flater. Goed articuleren, duidelijk verwoorden waar het om gaat, daar ga je voor in het onderwijs. Maar dat is helemaal belangrijk voor de godsdienstige vorming. Leerlingen hebben er recht op dat hun opvoeders duidelijk zijn over de betekenis van het Evangelie. Binnensmonds praten en een slordig geloofsleven maken niet alleen het leven met God krachteloos, ze maken ook de godsdienstige vorming zwak. Leerlingen vragen erom om ingeleid en ingewijd te worden in het christelijk geloof en daar heb je nauwkeurigheid en duidelijkheid voor nodig.
Beproef jezelf
Uit allerlei onderzoek blijkt hoe belangrijk de leraar als persoon is voor de godsdienstige vorming van leerlingen. Als jij onduidelijk bent, of onnauwkeurig, of slecht articuleert, dan zal deze houding overslaan op je leerlingen. En als jouw getuigenis onverstaanbaar is, hoe zullen zij dan leren de reis naar een eeuwige gelukzalige bestemming te maken? Zelfonderzoek met de woorden van Paulus is hier nodig: ‘Onderzoek of je in het geloof bent en beproef jezelf’ (2 Kor. 13:5).
Goed articuleren is niet alleen van belang voor jezelf als persoon, maar het is ook van toepassing op de inbedding van de godsdienstige vorming in het onderwijs. Een slordige inbedding geeft leerlingen de indruk dat het leven met God zich slechts beperkt tot de momenten waarop de Bijbel opengaat en er gebeden wordt. Daarmee wordt de betekenis van het christelijk geloof verkleind tot slechts een deel van de werkelijkheid. Laat het christelijk geloof ons gehele onderwijs doortrekken.
Waarom zeggen we het niet tegen elkaar: ‘Praat eens wat duidelijker?’ Waarom zouden we nalaten kritisch te kijken naar de praktijk van de godsdienstige vorming van onze leerlingen? Vergeet dan niet dat aan de burgers van Gods Koninkrijk beloofd is dat ‘de tong van de stamelaars bedreven wordt om duidelijk te spreken’ (Jes. 32:4b).
Dr. Jan van Doleweerd is docent godsdienst op Driestar hogeschool en lector protestants godsdienstig vormingsonderwijs (PC-GVO)