‘Geven ze hier ook gewoon biologie?’ vroeg een Amsterdamse student tijdens het bezoek aan de Jacobus Fruytier scholengemeenschap (JFsg). Zo’n ontmoeting betekent niet alleen een uitwisseling tussen leerlingen en studenten, maar ook tussen verschillende culturen en levensbeschouwingen. Dat zorgt voor verbinding, maar toont ook levensgrote verschillen...
Eens per jaar komen studenten van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) in Apeldoorn. Het uitwisselingstraject tussen leerlingen uit de zesde klas en de studenten loopt al twaalf jaar. Het is ontstaan bij de koffieautomaat, doordat Jacob Hoefnagel (toen nog student) sprak met Mieke Bernaerts van de hogeschool over ‘Hoe breng je maatschappijleer in de praktijk?’
Sindsdien loopt het uitwisselingstraject en dit jaar is het begin maart “weer” mogelijk. De maandag start met een lezing van evangelist Johan Krijgsman. ‘Dat het over twee groepen gaat, is absoluut niet zo: juist de verbinding wordt gezocht. Je ziet dat moslimmeisjes écht geraakt waren toen het over de Heere Jezus ging’, aldus Alexander Treur, een van de aanjagers. Samen met Hoefnagel en Dick Weerheim organiseert hij dit uitwisselingstraject. De laatste werkt normaal als klassenassistent, maar heeft nu een grote rol in dit project. ‘Prachtig om te doen, je zoekt en ziet verbinding tussen twee totaal andere werelden.’ Vanuit Apeldoorn wordt samengewerkt met Janneke Nieuwesteeg. Zij is lerarenopleider Maatschappijleer in Amsterdam en coördineert de minor Levensbeschouwing & Maatschappij. Ook dit keer zijn er veel studenten vanuit de minor aanwezig.
Uitersten
Maandagmiddag brengt de hele groep een bezoek aan de plaatselijke Gereformeerde Gemeente. Leerlingen vertellen over hoe het er in de eredienst aan toe gaat en samen zingen ze psalmen. Vervolgens wordt er een muzikale bijdrage verzorgd door enkele getalenteerde musici. De meeste studenten logeren bij de gezinnen van leerlingen en maken ze ook kennis met de christelijke families. ‘Het is wel raar dat er een hele planning is wie wanneer in de badkamer gaat’, geeft een studente aan. Voor anderen ‘is het best normaal, je praat ook gewoon over meidendingen.’
‘Ik merk verder niet dat het over geloof gaat’, vertelt een studente. Op dinsdag volgen leerlingen en studenten namelijk reguliere lessen. Eerst dagopening en dan natuurkunde, geschiedenis of aardrijkskunde. Hierna presenteren kleine groepjes leerlingen een video van vijf minuten over een apologetisch onderwerp. Dominee Herwig, die ook docent is op de JFsg, heeft de leerlingen hierop in zijn lessen voorbereid. Het gaat onder andere over ‘Relativisme en ietsisme’ of ‘Exclusiviteit van het christelijk geloof’.
Na de presentaties volgen vragen en nú wordt duidelijk dat het soms wel over héél andere werelden gaat. ‘Betekent Allah en God écht hetzelfde?’ Een leerling denkt eerst van wel, maar komt er snel achter dat de waarheid genuanceerder ligt. Het gesprek met elkaar in gesprek laat zien dat de uitersten tussen: ‘God zag dat het zéér goed was’ en ‘een leer waarbij de mens steeds sterker en beter wordt’ groot zijn.
‘Je zoekt en ziet verbinding tussen twee totaal andere werelden’
Dick Weerheim
In het reine
‘Heeft mijn leven zin?’ of ‘Biedt jouw geloof hoop in dit leven?’ Deze vragen staan in het “levensbeschouwelijk paspoort” gemaakt door leerlingen en studenten. Luuk vindt het soms wel lastig. ‘Wandelen mag wel op zondag, maar racefietsen niet?’ Voor Esther zijn er veel zaken gebeurd waardoor je kunt gaan twijfelen. ‘Die wegen gebruikt de Heere, juist ook moeilijke omstandigheden.’ De studente Zeynep hoort het rustig aan, maar ziet zaken wel heel anders. ‘Je moet het goede doen voor anderen, want je moet met de ander en met Allah in het reine zijn.’ Dat prikkelt Sifra en ze stelt de prangende vraag: ‘Maar wat als die ander jou niet vergeeft?’ en ze gaat gelijk door: ‘En hoe weet je dat Allah jou die zonden vergeeft?’ Vragen waarna de stilte voelbaar is…
De bel voor de pauze lost die stilte op. Tijdens een goedverzorgde lunch komen de verhalen vanzelf. ‘Dat beginnen en eindigen bij de maaltijd is eigenlijk wel goed, je hebt zo wel rust en structuur. Bij ons lopen ze anders gewoon van tafel.’ Nieuwesteeg hoort alle verhalen met glimmende ogen aan. ‘Mooi hoe divers het is, maar het geeft tegelijk veel verbinding.’ Die verschillen merkt een van de studenten, die toch in zijn werk als politieman al behoorlijk wat meegemaakt heeft, ook op. ‘Vandaag gaat het over vragen waar ik nooit over heb nagedacht.’ Hij vindt het mooi dat ‘de leerlingen zo open en eerlijk zijn over hun geloof.’
Daarna volgt een bezoek aan de trajectgroep en de bibliotheek, waar de boeken over wereldgodsdienst veel belangstelling hebben. Dan is het alweer tijd voor de afsluitende borrel. Daar krijgen de studenten nog een boekje van evangelist Krijgsman. Met een hoofd vol indrukken vertrekken zij richting Amsterdam.
Donderdag zijn de Fruytier-leerlingen welkom in de hoofdstad. De studenten verzorgen individueel een presentatie. Ook zijn er colleges over ethiek, de islam en mindfulness. Voor de leerlingen vaak nieuwe informatie en ze luisteren vol belangstelling. Daarna volgt een ontspannen programma. Zo zijn er stadswandelingen, wordt het nieuwe Holocaustmonument bezocht en geven moslimstudentes een groepje leerlingen een rondleiding door een moskee. De middag eindigt met een “budget maaltijd” ergens in Amsterdam. In de reflectieve gesprekken wordt de blik op D.V. volgend jaar gericht. Alle partijen zijn het erover eens dat deze ontmoeting in stand moet worden gehouden!
Nazorg
Vrijdag is de afsluiter van een intensieve week. In de ochtend is er op de VU Faculty of Religion and Theology een college van Marianne Moyaert over interlevensbeschouwelijk leiderschap. Moyaert: ‘Een prachtig project waaraan ik graag bijdraag vanuit de master Interreligious studies.’
Treur sluit het zo af: ‘Het waren twee prachtige dagen op de HvA en het was in het geheel een enerverende en inspirerende week! Daar zijn we de Heere dankbaar voor.’ Ook de laatste twee dagen van deze week zijn er weer goede gesprekken in een ontspannen sfeer. Weerheim geeft aan hoe de leerlingen en studenten het ervaren hebben. ‘Ze waren dankbaar, het was respectvol hoe met elkaar omgegaan werd.’
De prangende vraag is natuurlijk wel wat deze week doet met de studenten en leerlingen. Helpt het écht? Hoe krijgen studenten bij wie belangstelling gewekt is “nazorg”? Of is het een mooi project, maar gaan we verder in onze eigen wereld(en)?