• Artikel overig
Maarten van Zetten

‘Spelen, kijken, luisteren, spreken en doen’ - Symposium het jonge kind 2024

Het symposium Het jonge kind, dat al zo’n twintig jaar draait, is populair. Dat blijkt uit het aantal deelnemers. Tientallen juffen worden woensdag 31 januari ondergedompeld in theorie over lezen, schrijven en rekenen. De praktische toepassing volgt later, want elke deelnemer mag twee workshops volgen.

‘Of een kind leesrijp is, hangt niet van de leeftijd af, maar van de ontwikkeling. Er zijn kinderen die lezen in groep 2, maar ook in groep 4’, aldus Ewald Vervaet. Hij is voor deze gelegenheid uitgenodigd als hoofdspreker. Jaren geleden zag hij al dat kinderen op de basisschool dingen leren waar ze nog lang niet aan toe zijn. Daar schreef hij verschillende boeken over en hij deed onderzoek naar een gerichte aanpak van het probleem. Pas als een kind leesrijp is, kan het beginnen met begrijpend lezen, is zijn mening.

Herkenning

Als een kind niet leesrijp is, heeft letters aanleren geen zin. Op het eerste gezicht lijkt zo'n kind de aangeboden letters weliswaar te kunnen onthouden, maar deze letterkennis beklijft volgens hem in dit stadium nog niet. Eerst dient bepaalt te worden of een kind kleuter of schoolkind is. Als het dat laatste blijkt, kan er leesonderwijs worden aangeboden. Blijkt het kind nog kleuter, dan kunnen in de voorbereiding al wel vorm- en klankspelen gedaan worden.

‘Begin stapsgewijs met het ervaren van verschillende getallen en ga daarna noteren’

Jouke Vermaat

Lang niet iedereen is het eens met de bevindingen van Vervaet, omdat hij ingaat tegen de uitgangspunten die in veel sociaalwetenschappelijk onderzoek leidend zijn. Tijdens de lunch valt in de gesprekken op dat er veel herkenning is aangaande de rijpingsperiode. Docenten lopen er soms tegenaan dat de klacht in groep 3 is dat er het jaar ervoor te weinig is gedaan en dat kinderen met achterstand binnenkomen. ‘Ze zijn er gewoon nog niet klaar voor’, zegt een Katwijkse juffrouw verontwaardigd.

Na de lunch wordt er afscheid genomen van Hetty Berkhout, die vanaf de begintijd betrokken was bij het symposium. Na de hartelijke woorden van haar duo Christiene Maaijen is het tijd voor een energizer. Daar zorgt Corina de Visser-Bac voor met de “klank-woordmachine”. Per viertal in beweging komen en ondertussen een geluid produceren dat een letter vormt, veroorzaakt een hoop tumult, gelach en breekt het ijs.

Media

Bij de workshop “Met media in beweging” legt Denise Bontje van Mediasmarties uit wat media precies zijn. ‘Lezen, luisteren, kijken en nadoen hoort er allemaal bij. Veel mensen denken meteen aan de smartphone, maar media zijn dus wel echt veel breder’, geeft de workshopleider aan. ‘Spreek bij het jonge kind de verschillende zintuigen aan. Laat het een verhaal afmaken en de geluiden nabootsen en beluister daarna het echte geluid.’ Bontje heeft een “Mediasmarties-box” meegenomen met allerlei invuloefeningen en een QR-code die naar een educatief filmpje leidt.

Ook voor ouders die minder taalvaardig zijn is er een oplossing. De website biedt verschillende “taalkaarten” op niveau. ‘Onderwijzers kunnen de taalvaardigheid van sommige ouders verkeerd inschatten. Hierover in gesprek gaan is spannend, maar levert het kind op termijn veel op. Het verschil tussen een taalrijke of -arme omgeving maakt of een kind zo’n twintig nieuwe woorden op een dag leert of maar drie of vier’, aldus Bontje.

Mantra

Kinderen moeten media niet consumeren, maar ze moeten gaan produceren. ‘Veel media worden passief ingezet. Leerlingen zitten achter hun tafeltje een filmpje te kijken. Aan de leerkracht de uitdaging om te ontdekken of het kind “rijp” is om te leren. Lastig met 25 kinderen, maar blijven herhalen en interactief bezig zijn is de opdracht.’

De workshopleider hamert op bewust mediagebruik. Niet afschermen, maar er bewust mee omgaan. Daarnaast is het belangrijk voor kleuters om veel buiten te zijn. Dus om te zorgen voor een rijke taalomgeving en echte ervaringen. Bespreek filmfragmenten, bijvoorbeeld van een vieze pop. ‘Wat moeten we doen, jongens en meiden? En laat ze daarna met allerlei wasmiddelen maar proberen wat de oplossing is.’ Dat leerlingen niet doen wat je zegt, maar doen wat jij doet, levert instemmende geluiden op in de groep.

Spelen, kijken, luisteren, spreken en doen. ‘Deze mantra proberen we echt mee te geven, omdat het mensen veel bewuster na laat denken over hoe ze media kunnen inzetten.’ Bontje is ook streng: ‘Als je twijfelt of je iets moet aanbieden, omdat je dan in elk geval íets hebt, doe het dan alsjeblieft niet.’
Veel ouders vragen zich af hoe ze verstandig met “al die media” kunnen omgaan. De expert geeft aan dat het met één kind vaak goed te doen is. ‘Maar met twee of drie kinderen, die allemaal op een ander moment iets willen zien of luisteren, is de uitdaging veel groter. Ouders worden daar moe van en doen eerder afstand van hun idealen.’

Stapsgewijs

Na thee, koffie en uiteraard bonbons is het tijd voor ronde twee. Bij de workshop “Reken maar” geeft Jouke Vermaat van Driestar educatief uitleg over de leer- en ontwikkelingslijn.
Begrippen als telrij, hoeveelheid, getallen en bewerkingen komen naar voren. Vermaat geeft het advies om er speels mee om te gaan. ‘Hang een rij pinda’s op voor vogels. Kinderen kijken automatisch hoeveel er weg zijn. Dan leren ze over getallen, min en plus en splitsen. Begin stapsgewijs met het ervaren van verschillende getallen. En ga daarna noteren, bijvoorbeeld vier appels. Dat doe je dan een hele week met allerlei voorwerpen. Het is handig om één getal centraal te stellen’, aldus de ervaringsdeskundige.

Een meetlint voor in de bouwhoek, maatbekers en water, voorbeelden te over. Leerlingen kunnen op hun eigen niveau aan de slag. Tip voor het overblijven? Laat kinderen hun fruit tonen en tel op het bord de verschillende soorten op.

De deelnemers aan de workshop luisteren geconcentreerd. Maar een paar dames zitten er toch mee dat ze worden afgerekend op wat er in groep 3 gedaan moet zijn. ‘Als kinderen er niet klaar voor zijn, werkt het niet. En soms zijn ze alles in de zomervakantie weer vergeten’, klinkt het wat treurig. Een oplossing is om na zes tot acht weken de leerkrachten van groep 2 en 3 samen in kaart te laten brengen waar hiaten zitten.

In de mediatheek op de begane grond kijk je je ogen uit: wat veel verschillende materialen! ‘Gebruik vaste figuren bij je rekenonderdeel. De handpop Semsom bijvoorbeeld, die sluit aan bij het EDI-model en zo leer je speels en bewegend rekenen. Het mooie is dat Semsom rond zes pijlers is opgebouwd, zodat kinderen verschillende vormen van rekenen leren ontdekken.’

Een Zeeuwse juffrouw deelt haar ervaring dat leerlingen vaak daar naartoe trekken, waar ze in hun ontwikkeling mee bezig zijn. ‘Bij het rekenen met geld moesten leerlingen 12 euro teruggeven. Een aantal lukt dat, maar een paar legden een munt van 1 euro en van 2 euro achter elkaar. Dan weet je ook genoeg, haha.’

Meer weten?

Kijk op DmaakthetBont.nl of op mediawijsheid.nl

Terug naar overzicht