• Gesprek
  • Mijn vak
Thea Kool

Van stagiair zonder orde tot startende pedagoog

Korjan Slagboom: voor het eerst voor de klas; hoe gaat het? In deze serie kijken we mee over de schouder van startende docenten. Deel 3.

Afghanistan, democratie in Nederland, sociale verschillen: actuele onderwerpen die Korjan Slagboom als docent maatschappijleer aan de orde stelt. Wekelijks ziet hij 300 leerlingen van zijn school – het Zuiderpark College in Rotterdam. In gesprek met deze startende docent.

Een logische keuze om het onderwijs in te gaan, was het niet. ‘Je zou het kunnen samenvatten als iets proberen’, zegt Slagboom. ‘Ik studeerde bestuurskunde aan de Universiteit van Leiden. Die studie viel tegen, je wordt opgeleid tot ambtenaar. Eerst werkte ik, naast m’n studie, veel bij een hovenier, maar dat wilde ik niet fulltime gaan doen. Toen dacht ik: laat ik het onderwijs eens proberen.’

Stagiair

Zo gezegd, zo gedaan. Slagboom kiest een educatieve minor en loopt, als onderdeel daarvan, stage op het Lyceum Kralingen in Rotterdam. Na twee weken is zijn begeleider ziek; Slagboom moet drie lessen overnemen. ‘Ik heb lesgegeven, maar het was echt een zooitje’, vertelt Slagboom. ‘Ze wisten: hij is stagiair.’ Lachend: ‘Ze kwamen al niet eens naar mijn les. Ik wist ook niet echt hoe je les moest geven. En ik kende geen namen.’

Toch maakt Slagboom zijn stage af. ‘Ik heb nog een aantal lessen en lesonderdelen gegeven. Na mijn stage kon ik op deze school blijven werken als docent. De leerlingen kennen je echter nog als “de stagiair”. Die tijd was, laat ik het zo zeggen, wel leerzaam.’

Ondertussen hoort Slagboom dat hij, hoewel hij nog geen onderwijsbevoegdheid heeft, kan solliciteren bij het Zuiderpark College in Rotterdam. Hij geeft een proefles en wordt aangenomen. ‘Je komt binnen als “de docent” en dan heb je een andere start. Je bent voor de leerlingen gewoon de nieuwe docent maatschappijleer.’

Op maandag tot en met donderdag staat Slagboom voor de klas. Op vrijdag is hij zijn bachelorscriptie bestuurskunde aan het afronden. Verder is Slagboom dit jaar gestart met de tweedegraads opleiding economie – omdat dit ook zijn interesse heeft – aan Driestar hogeschool.

‘Sommige leerlingen hebben tien keer meer meegemaakt dan ik’

Korjan Slagboom

Persoonlijkheid

Voordat hij het onderwijs in ging, twijfelt Slagboom of de rol van pedagoog hem zou liggen. Hoe ervaart hij dat nu? ‘Ik vind het een leuke rol. Zeker op het vmbo is het een rol van vaak corrigeren, maar je doet ook veel met je hele persoonlijkheid: hoe je overkomt, welke gebaren je maakt, hoe je kijkt, of je wel of niet heen en weer loopt. Bij alles ben je je bewust van hoe je overkomt. Dat vind ik leuk. Het werkt bijvoorbeeld soms al alleen als je iemand even aankijkt.’

Leuke momenten en blunders wisselen elkaar af. ‘Pas liep ik door de aula, riep een meisje mij, wees naar een jongen en ontboezemde: “Ik vind hem leuk!” Soms merk je dat ze het over je hebben, onderling, maar ook wel rechtstreeks tegen mij.’ Slagboom let ook op kleine dingen, zoals het uitspugen van kauwgom. ‘Dat hebben ze dan achter hun mondkapje. Ik dacht een keer dat een meisje kauwgom had, maar het was een witte piercing…’

Taliban

Op zijn school is Slagboom de enige docent maatschappijleer. Alle derde en vierdeklassers – dus de helft van de school – krijgen een uur per week les van hem. Er zijn twee vmbo-gemengde klassen, maar alle andere klassen in de bovenbouw zijn vmbo-basis of kaderklassen. ‘Er zijn eisen van de overheid waaraan ik moet voldoen. Daarbinnen heb ik echter enorm veel vrijheid en ruimte om in te spelen op het nieuws.’

In twee jaar tijd behandelt Slagboom in totaal zes thema’s met zijn leerlingen. ‘Het gaat bijvoorbeeld over de democratie in Nederland, de media en sociale verschillen. Ook het thema seksualiteit, maar dan meer de maatschappelijke kant ervan, komt aan de orde.’

In de eerste schoolweken dit jaar heeft Slagboom de rechtstaat behandeld. ‘We hebben een rollenspel gedaan, waarin we een rechtszaak naspeelden. Met de ene klas kun je meer doen dan met de andere klas. Zo’n rollenspel lukt bij sommige klassen.’

Ook bespreekt Slagboom wat er in Afghanistan gebeurt en wat de inval van de taliban betekent voor de rechten van vrouwen. Op een toets vraagt Slagboom zijn leerlingen naar thema’s waar zij het over willen hebben. ‘Sommige leerlingen noemden de taliban en noteerden er als motivatie bij: want zij doen ook goede dingen. Ik heb best wel wat moslimleerlingen in de klas en sommigen denken hier dus zo over.’

Armoede

‘Meestal geef ik dezelfde les aan meerdere klassen, maar pas ik wel dingen aan die niet zo goed lopen’. Naast maatschappijleerdocent is Slagboom mentor. ‘Daar ben ik best veel tijd mee kwijt. Ik heb een mentoruur, geef studiekeuzelessen, controleer cijfers, regel bijles en ben aanspreekpunt voor mijn klas en de ouders.’

Er komen veel leerlingen uit probleemgezinnen, waar bijvoorbeeld armoede heerst. ‘Sommige leerlingen uit mijn klas hebben tien keer meer meegemaakt dan ik. Soms ook dingen waardoor ze ineens volwassen worden, maar dat nog helemaal niet zijn.’

Zelf heeft Slagboom, als leerling, op een reformatorische school gezeten. Is de keuze voor een niet-reformatorische school bewust? ‘Ik ben er een beetje ingerold op deze school. Op een reformatorische school heb je de Bijbel als basis, dat heb je hier niet. Wel heb ik meerdere christelijke collega’s.’ In zijn lessen vertelt de docent niet zo snel iets over het geloof. ‘Als er gevloekt wordt, zeg ik er meestal wel wat van. En met een christelijke levenswijze breng je ook wat over, waarmee ik overigens niet zeg dat mijn niet-christelijke collega’s dat niet doen.’

Een collega van Korjan reageert op zijn verhaal

‘Toen Korjan in januari bij ons begon, gaf hij het laatste uur maatschappijleer van mijn mentorklas. Korjan begon in een periode waarin al het onderwijs online gegeven werd; niet zo fijn om mee te starten. Toch heeft Korjan zich er heel aardig doorheen geslagen.
We praten geregeld, ik stuur wel eens artikelen waar ik les over zou geven als ik het vak nog zou geven. Korjan heeft het in zich om een goede docent te worden. Hopelijk houdt hij het vol. Ik heb vijf klassen in de week, hij heeft er bijna vier keer zoveel en dat maakt het zwaar.’

Terug naar overzicht