• Gesprek
Egbert Slagboom

‘Werk altijd stapsgewijs toe naar je ambitie’

schoolleider Eva Naaijkens over goed onderwijs, werkdruk en haar spraakmakende boek

Eva Naaijkens (46) is schoolleider van een gemengde buurtschool in Amsterdam, de Alan Turingschool. Ze geldt als één van de bekendste en beste schoolleiders. ‘Wat je doet, doe dat goed. Richt je op basis. Less is more. Leidinggeven om dat goed uit te voeren, vind ik een eer.’

Ze is de middelste uit een gezin van drie. Haar vader was kinderpsychiater. ‘Mijn twee slimme broers deden allebei een universitaire studie. Ik had als enige moeite met leren, maar heb uiteindelijk hbo gedaan.’ Als kind had ze altijd weinig zelfvertrouwen. ‘Mijn broers zeggen nu gekscherend: “Eva moet nog steeds bewijzen dat ze het toch kan.”’

Klopt dat?

‘In ieder geval heb ik een mentaliteit van volhouden. Schoolleider is best een pittige baan. Je moet dus veel uithoudingsvermogen hebben. Tegelijk ben ik heel praktisch. Dat is mijn sterkste kant en zo wil ik ook blijven.’

Met haar 1,61 meter is de Amsterdamse schoolleider klein van postuur. Maar ze staat haar mannetje. Zo’n vijftien jaar geleden bracht ze als startend schoolleider de Michaelschool voor speciaal basisonderwijs in Amersfoort van zwak tot drie keer excellent. En in 2016 won ze, samen met haar collega-schoolleider Martin Bootsma en twee ouders van jonge kinderen, een wedstrijd voor het schrijven van een vernieuwend schoolconcept voor een nieuwe buurtschool in Amsterdam.

Bent u een laatbloeier?

‘Ja, ik denk het wel. In mijn herinnering had ik moeite om mee te komen op school. Ik was heel speels en kon me ook niet genoeg concentreren. Op sommige momenten heb ik mijn ouders wel tot wanhoop gedreven.’

Ze had het gevoel dat ze iedereen teleurstelde en beschouwt haar schoolcarrière dus zeker niet als een succesverhaal. ‘Ik heb er best hard voor moeten werken. Ik herinner me dat een leraar een groot kruis door een bladzijde uit mijn schrift zette. “Je kunt beter”, schreef hij erbij.’ Jaren nadien reageert ze er nuchter op: ‘Tegenwoordig zijn we soms iets te invoelend. Ik heb er gelukkig weinig aan overgehouden.’

Leraar centraal

Een motto als “het kind centraal” is aan Naaijkens niet besteed. Integendeel, “stel de leraar centraal” is haar remedie tegen tanende onderwijsresultaten. ‘Zorg ervoor dat die leraar toegerust is. Dan zul je je ook minder zorgen hoeven maken over de resultaten. Zorg dat hij genoeg tijd heeft voor onderwijs geven en de voorbereiding daarvan. Dat is zijn kerntaak.’

In 2018 verscheen haar spraakmakende boek 'En wat als we nu weer eens gewoon gingen lesgeven?' Ze schreef het samen met Bootsma. De ondertitel luidt: 'Een kwaliteitsaanpak voor scholen'. Een recensent noemde het ‘het beste onderwijsboek van 2018’. ‘Het boek roept veel herkenning op. Voor velen is het echt een eyeopener. In november is de vo-versie van ons boek verschenen.’

'Tegenwoordig zijn we soms iets te invoelend’

Eva Naaijkens

U bent inmiddels één van de bekendste en beste schoolleiders, aldus Verus.

‘De manier waarop ik op hun website geïntroduceerd werd, overviel me eerlijk gezegd. En nog steeds overvalt het me hoe mensen tegen me aankijken. Ook het succes van het boek was wennen. Hoewel het een zwaar traject was, móésten we dat boek schrijven. Het kwam uit ons hart. Nooit heb ik nagedacht over de periode erna.’

Naaijkens vindt het heftig om nu ineens “boegbeeld” te zijn. ‘Ook mijn vorige school heeft al voor bekendheid gezorgd.’ Al die loftuitingen brachten haar in verwarring. ‘Ik heb een tijdje een wandelcoach gehad om er goed mee te leren omgaan.’ Haar streven is dat er – zolang ze schoolleider is – een voorwaartse kwaliteitsbeweging is. Durft ze het succes op eigen conto te schrijven? Stellig: ‘Nee, het is altijd iets van het team!’

Voor haar gevoel kan ze nu eigenlijk niet falen. ‘Ik voel me kwetsbaar, want als ik iets zeg of schrijf, moet ik het ook in de praktijk kunnen waarmaken. Daardoor leg ik soms de lat erg hoog voor mijzelf. Mensen zien dat niet snel aan me. Ieder mens heeft ook een onzekere kant. Die zie je misschien wat minder aan mij, maar ook ik heb die wel degelijk.’

Wat heeft u doen worden tot wie u nu bent?

Even is het stil. Naaijkens aarzelt. ‘Ik heb er eigenlijk geen antwoord op. Ik ben wie ik ben. Misschien wel omdat ik zo’n helder beeld heb. Ik houd van mijn vak.’ Wat is haar geheim? ‘Altijd stapsgewijs toewerken naar je ambitie. Dat houdt in: keuzes maken, focussen, monitoren. Het moet niet te snel gaan.’

Ooit stuitte ze op een boek over kenniscreatie. Daaruit leerde ze dat sterke teams voldoen aan vijf voorwaarden: wederzijds vertrouwen, actieve empathie, toegang tot hulp, moed en mildheid bij beoordelen. ‘Deze vijf vind ik de kern van een sterk onderwijsteam. En je bereikt niets zonder het team’, meent Naaijkens. ‘Dat moet erin geloven en zich ook volledig gesteund voelen. Een sterk team zorgt voor goed onderwijs, met de goede focus en ambitie.’

Ambitie moet nooit één gebied van het onderwijs betreffen. ‘Het is altijd cognitie, vorming en het “met elkaar onderwijs maken”. Er moet veel ruimte zijn voor de eigen creativiteit van de onderwijsgevende. Als team zet je gezamenlijk een professionele schoolcultuur neer. Het gaat vooral om de kwaliteit van het onderwijs. Onderwijs is een soort puzzel. Je moet de stukjes op zijn plek weten te leggen.’

Ga bij vernieuwingen niet al te rigoureus te werk, is haar devies. ‘Sloop alleen als je daarna iets beters kunt bouwen.’

‘In het onderwijs houden we veel dingen niet vol of doen we veel te veel tegelijkertijd’

Eva Naaijkens

Infantilisering

De schoolleider schuwt stevige uitspraken niet. Vorig jaar juni stelde ze in het Algemeen Dagblad de hoge werkdruk van leraren aan de kaak: ‘Scholen worden overspoeld met zaken en taken waarvan ze zelf niet meer weten wat nu moet en wat mag. Neem de zogeheten Kanjertraining die op veel scholen wordt gegeven, waarbij kinderen leren om weerbaar te zijn. Dat kóst me een tijd om met je klas te doen.’

Als schoolleider is ze eens naar een cursus voor zo’n Kanjertraining geweest, vertelt Naaijkens. ‘Volwassenen onwaardig, vond ik dat. We moesten bijvoorbeeld petjes op. Dat vond ik vervelend. Voor mij heeft dat te maken met de infantilisering van het onderwijs. Leraarschap is een waardig vak.’

Hypes

Veel van die “noviteiten” werken slechts tijdelijk, omdat het vaak moeilijk is om je er als team lang volledig en goed op te richten. ‘In het onderwijs houden we veel dingen niet vol of doen we veel te veel tegelijkertijd. Er is vaak ook helemaal geen grond om iets nieuws in te voeren. Vaak is er geen duidelijke visie op onderwijs. Dus is men gevoelig voor hypes en voelt men zich zelfs schuldig als men daar niet aan meedoet.’

Naaijkens ziet zichzelf als vernieuwer noch als conservatief. ‘Misschien ben ik een conservatieve vernieuwer. Graag zoek ik het radicale midden op. Ik blijf binnen de lijntjes en ken goed de grenzen. Dan kun je wel veel doen.’

Verdrinken

Over werkdruk gesproken: ‘We moeten inderdaad keuzes maken. Al die “bureautjes” die zich presenteren en de school binnenkomen: wat bereik je ermee? Nee, kom alsjeblieft niet met allerlei methoden en dure consultancy.’

Ooit sprak Naaijkens over ‘tijdslurpende en werkdrukverhogende’ activiteiten. ‘Bij zowel het po als het vo zie je dat. Veel werkgroepen, veel vergaderen, inspraakprocessen die eigenlijk nergens toe leiden. Je kunt erin verdrinken.’

Uw uitspraken liegen er niet om. Neem deze: ‘Schaf vergaderingen gewoon af. Veel informatie kan worden uitgewisseld in de groepsapp.’ Mag het wat genuanceerder?

Naaijkens lacht: ‘Wij vergaderen drie keer per jaar. Dat is op inhoud georganiseerd. Wat we doen, is functioneel: niet erover zwetsen, geen notulen, geen agenda. Alles staat in het teken van onderwijskwaliteit.’

Veel van wat in het onderwijs aan de orde is, is “cyclisch”. Jaar in, jaar uit herhaalt zich dat. ‘Het is niet zo zinvol om het daar eindeloos over te hebben. In de kern is het onderwijs gewoon steeds hetzelfde, met hooguit wat nuanceverschillen.’

Versimpeling

Om twee sporen gaat het in het onderwijs: het vakmanschap van de leraar en de werkprocessen in de school. Veel van die laatste zijn voor een leraar net niet routinematig. ‘Die komen niet vaak genoeg voor om het goed te doen. Een school zit barstensvol met afspraken, maar steeds leveren die discussie op. Kijk dus naar de werkprocessen en versimpel ze. Maak daar goede processen van. Je moet in het onderwijs ook geen “micromanagers” krijgen. Ga niet heel gespannen mensen volgen en monitoren.’

Uit diverse onderzoeken blijkt dat de leesvaardigheid van Nederlandse jongeren van een bedroevend slecht niveau is. Wat kunnen we daar aan doen?

‘De Taalraad heeft daarover een heel mooi advies geschreven. In het po gaat het nog redelijk met de leesvaardigheid. De kentering ligt tussen klas 1 en 2 van het vo. Ook in dit geval zeg ik: kies een duidelijke focus, heb ambitie en visie. Wat wil je bereiken? Pak het vervolgens integraal aan. Betrek dus andere vakken erbij. Leesvaardigheid moet niet een aparte discipline zijn. Laat leerlingen zoveel mogelijk lezen én daarmee ook kennis opdoen!’

Hebt u nog een tip voor het reformatorisch onderwijs?

‘Interessante vraag. Hier in mijn woonplaats Amersfoort zijn reformatorische scholen. Ik ben er inhoudelijk niet heel bekend mee. Bootsma en ik zijn er rond ons boek achter gekomen dat scholen met een duidelijke visie of geloofsovertuiging voordeel hebben. Daarmee is het makkelijker om keuzes te maken. Een sterke grondslag bindt samen.’

Eva Naaijkens, gehuwd, moeder van drie kinderen

1973 : geboren te Laren
2000-2008: lerares primair onderwijs
2008-2016: schoolleider SBO Michaëlschool, Amersfoort
2014-2017: expert schoolleider, European Agency for Special Needs and Inclusive
Education
2016-heden: schoolleider Alan Turingschool, Amsterdam
2020-heden: lid commissie OCW

BEELD: DORIEKE FOTOGRAFIE

Terug naar overzicht