Het tweede thema-artikel is voor deze keer opgesplitst in twee delen. In het eerste deel vindt u de weerslag van een WhatsApp-wisseling tussen ouder en leerkracht. Deel 2 biedt ons een inkijkje in de ervaringen van ouders en kinderen: hoe hebben zij de tijd van thuisonderwijs ervaren?
De coronatijd heeft ons veel geleerd over ouderbetrokkenheid. Zo is het bij thuisonderwijs goed dat er wekelijks (app)contact is tussen leerkracht en ouders. Hierbij een fictief voorbeeld – met praktische tips voor in het “nieuwe normaal”.
Juf:
Goedemiddag. Hoe gaat het met Anna?
Moeder:
Dag juf. Fijn dat u appt. Het gaat prima, Anna vindt het gezellig thuis.
Juf:
Fijn. Gaat het ook goed met haar schoolwerk?
Moeder:
Jazeker. Maar ik heb nog wel een vraag. Moeten we ons zo strak houden aan het bijgevoegde rooster? Anna is namelijk heel snel klaar met alles.
Juf:
Dat merkte ik inderdaad ook. Haar ingeleverde werk ziet er goed uit. Begrijp ik van u dat u het rooster graag anders zou zien?
Moeder:
Tussendoor hebben we nu steeds tijd over. Anna gaat dan maar even spelen. Daardoor moet ik haar telkens roepen als het tijd is voor de volgende les. Mogen we niet alles achter elkaar maken?
Juf:
Ik begrijp uw vraag. Sommige lessen starten met een instructie. Die staan op de weekplanning aangeven. Het is goed dat Anna die dan ook volgt. De andere lessen mag Anna op haar eigen moment doorwerken.
Wellicht ook een idee haar een klaartaak te geven als zij toch even moet wachten – iets knutselen of een kleurplaat.
Mist Anna haar klasgenootjes erg?
Moeder:
Ja, ze volgt eerst de instructie en maakt daarna haar huiswerk, maar is zó snel klaar dat ik tussendoor niet eens de was kan ophangen. Ik zou graag willen dat ze extra huiswerk en opdrachten krijgt. Naar ons idee kan ze veel meer dan we altijd dachten…
Ze mist het spelen en kletsen met haar klasgenoten, maar ze geeft ook aan dat ze nu eindelijk rustig haar schoolwerk kan doen zonder al het lawaai in de klas.
Juf:
Ik denk dat het goed is begin volgende week nog even te bellen hierover om dit te bespreken. Anna kan nu wel door met vakken waarvoor geen instructie wordt gegeven. Denk ook aan de uitdaging die de dagelijkse omgeving biedt: koekjes bakken, een wandeling in de natuur.
Lukt het zo, denkt u? Zijn er nog dingen waarbij ik kan helpen? Het thuisonderwijs is ook voor ouders een nieuwe ervaring.
Moeder:
Inderdaad. Even bellen hierover lijkt me goed.
Een nieuwe ervaring ja – best hectisch soms, met Anna en haar broertjes en zusjes. Ik kom er niet altijd aan toe om nog iets anders met haar te doen, maar dat is wel een goed idee! Ik zag dat de ROV ook 10 tips had opgesteld. Fijn dat u zo meedenkt. Hartelijk dank hiervoor!
Juf:
Dank voor uw tijd en veel succes gewenst met het thuisonderwijs. Begin volgende week hoop ik u even te bellen.
Positieve ervaringen met thuisonderwijs, al was dat ook pittig
door GERDIEN LASSCHE-VAN GROL Beleidsmedewerker ROV
Ouders waren tijdens de coronaperiode bang dat hun kind(eren) mogelijk leerachterstanden zouden oplopen, bleek in april uit een enquête onder ROV-leden. Ook maakten ze zich zorgen over extra druk op hun gezinsleven door het thuisonderwijs. Met twee moeders en vier leerlingen blikken we terug.
‘Totaal anders dan een schoolvakantie’
Corien Nederveen (zes kinderen): ‘Ik heb onderschat dat het zwaar is: opeens met acht personen thuis, geen moment voor mezelf. Totaal anders dan een schoolvakantie. Als ouders zagen we opeens wat schoolwerk emotioneel met kinderen doet. Onze zoon in groep 4 blokkeerde bijvoorbeeld: moet ik dat echt allemaal opschrijven? Uit gemakzucht maakte hij vervolgens grote taalfouten. Zijn broertje in groep 2 bleek school helemaal niet leuk te vinden – hij vindt het heerlijk thuis, zonder geschreeuw van klasgenootjes….
Lesgeven vond ik heel inspannend: terwijl de één een tekening moet maken (maar daar geen zin in heeft), loopt de ander vast met z'n sommen over klokkijken, moet de derde nú een mailtje aan de juf versturen en moet mama daarvoor nú inloggen, want de computer staat in slaapstand.
Alles speelde zich opeens in en om het huis af. Dat heeft een intensieve, maar ook een mooie kant. Je moet het als gezin echt met elkaar doen. Dit bracht ons als ouders het besef dat we wel heel veel verantwoordelijkheid bij de school hebben gelegd, de afgelopen decennia. Wellicht dat dit besef ook bij anderen doordringt en school en gezin weer meer een eenheid worden, en de opvoeding en vorming een gezamenlijk project. Dat zou de winst van deze periode zijn.’
‘Als ouders hebben we wel heel veel verantwoordelijkheid bij de school gelegd’
Corien Nederveen
‘Vijf kinderen betekent even vaak schakelen’
Anja de Jonge (zes kinderen): ‘In verwondering kan ik zeggen dat het me erg is meegevallen. Ik ben het thuisonderwijs gaan zien als een uitdaging. Het mooie is dat ik zelf gestalte kon geven aan geloofsoverdracht. Voor het godsdienstonderwijs gebruikten we de website abcvanhetgeloof.nl. We hebben bijvoorbeeld geleerd dat “hoop” betekent dat je je vertrouwen stelt op God en Zijn Woord.
Van de basisschool kregen we alle leermiddelen, met een weekschema. Vooraf heb ik een strakke planning voor de ochtend gemaakt en die met de kinderen besproken. Dat werkte goed; iedereen hield zich eraan. Na de eerste week konden we een evaluatie inleveren; de school bekeek dan wat er verbeterd kon worden.
Vijf leerlingen met ieder zijn eigen gaven en talenten betekent evenzoveel keer schakelen. Ik leerde veel over mijn kinderen wat betreft concentratie, motivatie en creativiteit. Onze buurman heeft ’s avonds de sterrenhemel uitgelegd. Dan word je stil als je bedenkt dat God alle sterren bij name kent. Bij biologieles hebben we een boon geplant. Leuk om die na een week onder de grond tot plantje te zien groeien. De oudsten kregen de opdracht om voor ons gezin een presentatie te verzorgen. Bijzonder dat ons onderwijspersoneel zo flexibel was om afstandsonderwijs te realiseren.’
'Het mooie is dat ik zelf gestalte kon geven aan geloofsoverdracht'
Anja de Jonge
Geen tijdverlies en werken in je eigen tempo
Wat dacht je toen je hoorde dat de school dicht ging? Die openingsvraag geeft de vier kinderen uit groep 5c van de Rehobothschool in Kootwijkerbroek meteen veel gespreksstof. ‘Heel apart’, antwoorden Anne en Jacoba. Jos had een filmpje gezien van een Chinees kind dat thuiswerken helemaal niet fijn vond. ‘Ik zag er dus best tegenop.’ Jonathan: ‘’t Was wennen, maar wel leuk. Je had nu geen tijdverlies doordat er geen boeken uitgedeeld hoefden te worden, je niet naar school hoefde te fietsen.’
Elke morgen zat Jos in spanning welke leerkracht de Bijbelvertelling zou doen. ‘We luisterden met de hele familie.’ Bij Jacoba vertelde moeder zelf een Bijbelverhaal en stelde daarover vragen.
Uiteindelijk had iedereen wel een eigen werkplekje thuis, maar ze geven allemaal aan dat daar ook snel afleiding was. Op school kun je rustiger werken, zegt Anne. ‘Thuis werd er snel gepraat wanneer je net aan het werk was.’ Ook Jonathan werd snel afgeleid omdat de anderen aan tafel zaten te knutselen en zo.
Toch zat je volgens de vier thuis wel meer op je gemak het schoolwerk te doen. Ze vonden het fijn dat ze op hun eigen tijd en in hun eigen tempo konden werken. Het maakte niet uit hoe lang je over je schoolwerk deed. Jonathan maakte ook gerust ’s avonds pas zijn schoolwerk, zodat hij ’s morgens de dieren kon voeren.
Voor Jos duurt de uitleg van de juf vaak te lang. ‘Ik wil aan het werk.’ De uitlegfilmpjes die de meester stuurde, vond Jonathan erg fijn: ‘Je kon die even pauzeren en dan de sommen maken. Vaak beluisterde ik de uitleg twee keer.’ Jacoba: ‘Van thuis mag ik geen filmpjes kijken, gelukkig begreep ik het meestal zo wel.’
‘Het was fijn’, zegt Anne, ‘dat je moeder je kon helpen wanneer je iets niet goed kon. Moeder zag nu wat je goed kunt of dat wat je lastig vindt. Dit kan ze doorgeven aan de juf, zodat zij er rekening mee kan houden.’
‘Het was fijn dat je moeder je kon helpen als je iets niet goed kon’
Anne
Politie en boefje
Jacoba geeft aan dat ze de verhalen tijdens aardrijkskunde en geschiedenis heeft gemist, school is dan wel fijner. Dat geldt ook voor Jos. De creatieve weekopdrachten vonden alle kinderen erg leuk. Ze hebben een beroemd schilderij uitgebeeld.
Het missen van vriendjes en vriendinnetjes komt bij allemaal naar voren. Jacoba mocht haar vriendin bellen, Anne stuurde een kaartje, Jos mailde en stuurde grapjes door via de chat, Jonathan speelde met broertje en zusjes politie en boefje. Voor buitenspelen was ineens veel meer tijd.
Alle vier denken ze niet dat ze achter zijn geraakt, al krijg je op school wel meer uitleg. Jacoba geeft aan dat de planning van de juf eerst wel duidelijk was. ‘Daarna wist ik het niet meer zo goed, dus was ik wel bang dat ik achter raakte.’
We denken met elkaar nog even vooruit. Jos stelt zich het onderwijs voortaan zo voor: tweeënhalve dag naar school voor uitleg en de verhalen en twee dagen thuis om alles te maken en te leren. Jacoba wil graag één dag in de week thuis alles maken en dan voor elke groep een andere dag, dus dat je rustig zonder broertjes en zusjes thuis bent. Jonathan wil wel een constructie van de ene week school en de andere week een halve week thuis. Anne niet. ‘Ik zit liever de hele tijd op school.’