Elke juf, meester of docent heeft van die pijnlijke herinneringen. Die leerling die onterecht straf kreeg. Dat meisje dat een 1 kreeg terwijl haar oma de dag ervoor was begraven. Of dat jochie die graag een knuffel wilde, maar de juf had er even geen zin in. Daar tegenover staan die prachtige parels die we het liefst willen inlijsten. In dit artikel herinneringen aan enorme flaters en pedagogische juweeltjes.
Laat ik bij mezelf beginnen. Feitelijk ben ik nog nooit van school geweest. Acht jaar basisschool, zes jaar voortgezet onderwijs, drie jaar pabo en elf jaar leerkracht. Genoeg flaters en parels in mijn geheugen. Die ene juf bij wie een vriendje en ik thuis mochten langskomen, voor de gezelligheid, omdat wij dat wilden. Dat project over de middeleeuwen waarbij ik in mijn lompheid een deel van de bouwsels kapot maakte. De reactie van de leerkracht is onvergetelijk: ‘Het had mij ook kunnen overkomen, het maakt echt niets uit.’
Maar ook die flaters. De docent op de middelbare school die duidelijk haar lievelingetjes had en hen bijles Engels gaf, terwijl ik veel slechter was. Die andere docent die mij nauwelijks kende, ook niet investeerde in mij en bij wie ik me een jaar lang ongemakkelijk voelde, hopend dat ik geen beurt zou krijgen. Nu ben ik zelf leerkracht. Hoewel je ervan uit mag gaan dat een leerkracht tactisch handelt, maak ik toch regelmatig ontactische opmerkingen of beslissingen. Die ene groep waar ik heel erg boos op werd en dreigde met straf, omdat er iets gestolen was. Niemand had het gedaan, beweerden alle kinderen. Hoe bozer ik werd, hoe stelliger ze het ontkenden. Totdat ik tot mijn grote schaamte in de kast achter mijn bureau het “gestolen” voorwerp zag. Het schaamrood stond me op de kaken.
Herinneringen met een gouden randje zijn er zeker ook. Ik herinner me een schoolkamp waar we gingen zwemmen. Nadat ik eindelijk mijn zwemangst had overwonnen, hebben de leerlingen en ik genoten. Dát vonden ze het leukste van het schoolkamp. Dat zélfs de meester had gezwommen. Blunders en parels. Wie herkent ze niet?
Elsbeth Molenaar, 29 jaar, gezinscoach bij het Leger des Heils in Dordrecht
‘Voordat wij een knoop konden doorhakken, knipte de juf de kaart middendoor’
Elsbeth Molenaar
‘Mijn vroegste schoolherinnering is mijn meester van groep 4. Ik was niet zo goed in rekenen. Zeg maar gerust heel slecht. Tijdens de meeste rekenlessen ging ik met een andere juf uit de klas. Dat vond ik helemaal niet leuk. Bij de andere vakken haalde ik goede cijfers en was er niets aan de hand. Toch moest ik aan het einde van groep 4 blijven zitten. Vanwege rekenen. Mijn meester heeft dat heel goed aangepakt en er een heel bijzonder moment van gemaakt, omdat ik als enige niet mee kon naar groep 5.
Ik weet ook nog goed dat mijn jongste broertje werd geboren. Samen met mijn oudere broer mocht ik langs de andere klassen om beschuit met muisjes te trakteren. Mijn oudere broer had in zijn klas al een leuke kaart met een konijntje uitgezocht. In elke klas kreeg de juf of meester een lekker beschuitje en schreven ze hun naam op de kaart. Toen we alle klassen langs waren geweest, bracht mijn broer me terug naar mijn klas. Daar pakte de juf de kaart. Wij kibbelden een beetje over wie de kaart mocht krijgen, maar voordat wij ook maar een knoop konden doorhakken, knipte de juf de kaart middendoor. “Alsjeblieft”, zei de juf, “hier heb je allebei een helft.” Volgens mij heeft de halve kaart nog een tijdje in mijn kamer gehangen. Maar erg pedagogisch was het niet.
Een andere negatieve herinnering eindigde uiteindelijk positief. Er golden natuurlijk regels in de klas. Een van die regels was dat we op een bepaalde plek niet mochten komen. Of dat nu bij de tuin was of de fietsenberging weet ik niet meer. In ieder geval was een heel groot gedeelte van de klas daar wel geweest. Een veel kleiner gedeelte niet. Ik ook niet, omdat ik altijd thuis ging lunchen. Na de lunchpauze zei de meester dat de hele klas straf kreeg, behalve ik, terwijl er meer kinderen waren die de regel niet hadden overtreden. Ik kwam een beetje buiten de klas te staan. Maar in het laatste jaar veranderde dat. Ik wilde graag alleen zitten, maar mijn meesters vonden dat niet goed. Dan zou ik mezelf buiten de klas zetten. Ze hebben er echt alles aan gedaan om het laatste jaar fijn te houden, ook voor mij. Een groot verschil. Een leerkracht die me er buiten plaatste én leerkrachten die me er bij wilden houden!
Hannah de Kluijver, 20 jaar, vierde klas van pabo Driestar Hogeschool in Gouda
‘Ik voelde me heel veilig bij de juf. Dat zegt wat over haar’
Hannah de Kluijver
‘Bij mij komt als eerste een negatieve herinnering naar boven. In mijn klas zaten kinderen met verschillende achtergronden. Zo had ik ook een islamitisch klasgenootje. Op een dag vertelde ik tegen haar dat Allah helemaal niet bestaat. Achteraf gezien was dat misschien niet zo netjes, maar ik was nog maar zes en in mijn beleving vertelde ik gewoon eerlijk de waarheid. Allah bestaat niet, God bestaat wel. De juf hoorde dat ik dat zei. Ze werd niet boos op mij, maar ze negeerde het.
Toen ik ’s middags thuiskwam, moest ik even bij m’n moeder komen. De juf had gebeld en verteld wat er was gebeurd. Ik weet nog dat ik het heel raar vond dat de juf niets tegen mij had gezegd, maar blijkbaar wel de moeite had genomen om mijn moeder te bellen.
Een andere negatieve herinnering is een beetje gevoelig. Ik denk dat de juf er niets aan kon doen of het in ieder geval niet door had. Ze dronk altijd erg veel koffie en dat rook je. Zeker als ze dichtbij kwam en tegen je begon te praten. Ik vond het altijd zo vies, dat ik nooit een vraag aan haar wilde stellen, bang dat ze dichtbij tegen mij begon te praten. Volgens mij heb ik dat hele jaar geen vragen aan haar gesteld, terwijl ik ze soms wel had.
Gelukkig heb ik ook goede herinneringen. Toen ik in groep 7 zat, deden we in de klas een keer het persoonlijke spel Over de streep. Tijdens dit spel stelde de juf heel persoonlijke vragen. Elke vraag begint met: “Loop over de streep als...” Als jouw antwoord “ja” is, moet je over de streep lopen. Op een gegeven moment vond ik een vraag moeilijk en dat merkte de juf. De juf trok me op schoot en ik zat lekker dicht tegen haar aan. Op dat moment voelde ik me heel veilig bij de juf. Dat zegt ook wat over haar. Ze voelde aan dat ik het moeilijk vond, ze kende mij. Dat is een herinnering met een gouden randje.