Elke tijd kent zijn uitdagingen en gevaren: Een hoopvolle kijk van een jeugdwerkadviseur
Moeten we ons zorgen maken over de kerkelijke jeugd van tegenwoordig? Hoewel in de kerk veel jeugd te vinden is, is het voor kerken vaak moeilijk om hen te behouden. Andere, vernieuwende gemeenten of geloofsgemeenschappen lijken voor de jongeren aantrekkelijk. ‘We leven in een moeilijke tijd, maar ik zie ook heel mooie, positieve ontwikkelingen bij de jongeren’, vindt Wim Klop, jeugdwerkadviseur bij de Hersteld Hervormde Jongeren Organisatie (HHJO).
‘Het is pittig voor kerken om jongeren aan zich te binden’, zo begint een artikel in Trouw, februari 2021. Kerken houden zich hier flink mee bezig. ‘De verwachtingen moeten niet hooggespannen zijn, maar theologen zien wel mogelijkheden.’ In het artikel komen die theologen aan bod. Een predikant van een groeiende gemeente in Utrecht met veel jongeren, een universitair docent theologie en een religieuze trendwatcher. Allemaal zijn ze duidelijk: jongeren verlaten massaal de kerk.
Waar de jeugd dan heengaat, hebben ze ook in kaart gebracht. Dat is vooral naar evangelische gemeenten, maar ook naar bijvoorbeeld Taizégemeenschappen. Bij beide gaat het om een ‘geleefd geloof’ en om ‘mensen die bewust het geloof handen en voeten geven’. Juist die ervaringen en relaties zijn volgens de theologen belangrijk. Daarom is de Protestantse Kerk in Nederland bewust kerken gestart met een mix aan theologische visies én een duidelijk accent op jongeren. Overigens is de definitie van jongere daar vrij breed, namelijk van 15 tot 45 jaar. Dit blijkt succes te hebben, want in Utrecht groeide een kerk daardoor uit zijn jasje en moest er een tweede locatie komen.
Moeten we ons dan wel zorgen maken over de jeugd van tegenwoordig? Wim Klop werkt voor en met tieners en jongvolwassenen. ‘Ik kom het meest met hen in aanraking op landelijke activiteiten die we organiseren, denk dan aan jongerendagen en Bijbelstudieconferenties. Daarnaast ook op avonden in kerkelijke gemeenten, zoals openingen en sluitingen van het catecheseseizoen bijvoorbeeld.’
Socrates
Jongeren kun je niet over één kam scheren, weet Klop uit ervaring. ‘De jeugd is enorm divers. Alleen al in leeftijd zit een grote variatie. Van de jongste kinderen die zonder enige schroom op je afspringen en met glunderende ogen hun knutselwerk laten zien, tot aan jongvolwassenen die ingewikkelde levenskeuzes moeten maken.’ Daarnaast merkt de jeugdwerkadviseur ook veel diversiteit in kerkelijke betrokkenheid. Sommige jongeren zetten zich op allerlei manieren in voor de kerk en zijn heel ontvankelijk als het gaat om het christelijk geloof. Andere jongeren vinden het eigenlijk allemaal maar onzin. Zij proberen zich aan zoveel mogelijk kerkelijke activiteiten te onttrekken, of zelfs helemaal aan de kerk.
Ouderen kunnen klagen over de jeugd van tegenwoordig. Terecht? Hoewel de tijden veranderen, zeker in het afgelopen decennium, en er soms grote zorgen zijn om de jongeren, wil Klop ook relativeren. ‘2400 jaar geleden was het niet anders. Toen zei Socrates al: “Onze jeugd heeft een sterke hang naar luxe, slechte manieren, minachting voor het gezag en geen eerbied voor ouderen. Ze geven de voorkeur aan kletspraatjes in plaats van training. Jonge mensen spreken hun ouders tegen, houden niet hun mond in gezelschap en tiranniseren hun leraren.” Blijkbaar hoort dat ook bij hen.’
‘Misschien is de tijd wel anders, maar de christelijke hoop is niet veranderd’
Wim Klop
Insta-Reels
De jeugdwerker ziet ook verschillen tussen de jongeren van nu en vroeger. ‘Er zijn verschillende ontwikkelingen te noemen. Jongeren zijn minder vaak buiten en besteden veel van hun vrije tijd op het internet. Daardoor zijn hun vriendschappen en sociale contacten voor een belangrijk deel ook digitaal.’
‘Tieners zijn daarnaast op jongere leeftijd veel beter op de hoogte van wat er gebeurt in de wereld. Dat heeft een positieve en een negatieve kant. Positief omdat de wereld kleiner wordt. De vervolgde christenen in Noord-Korea zijn hemelsbreed misschien heel ver weg, maar we horen en lezen toch over hen. Negatief omdat het nieuws vanuit de hele wereld naar de jongeren toe komt en ze zich overal een mening over moeten vormen. Soms over dingen waar ze nog nooit van hebben gehoord.’
Een andere zorgwekkende ontwikkeling vindt Klop de ontlezing. ‘We hebben een ontzettend rijke christelijke traditie; we staan op de schouders van reuzen. Alleen is hun nalatenschap primair opgesloten in boeken en niet te vinden op YouTubevideo’s, Insta-Reels en andere beeldplatforms. Minder lezen en dat minder goed kunnen heeft bovendien ook gevolgen voor het persoonlijk Bijbellezen’, aldus Klop.
Hyperindividualisten
De jeugdwerkadviseur ziet echter ook duidelijk positieve ontwikkelingen. ‘De (orthodox-)christelijke levensvisie is steeds minder vanzelfsprekend en jongeren merken dat in hun omgeving. Daardoor moeten ze steviger over hun eigen identiteit nadenken. Jongeren worden zo mondiger en tegelijkertijd ook opener.’ Zo ziet Klop tijdens Bijbelstudieconferenties dat er in kleine groepjes open over geloofszaken wordt gesproken. ‘Mooi om te zien is dat de groepjes vaak eindigen met een gezamenlijk gebed waarin ze hun dankbaarheid maar ook hun worstelingen durven te uiten. Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld twintig jaar geleden.’
Juist daarin ziet Klop ook een kans voor christelijke jongeren. ‘Pas hoorde ik van een hoogleraar klinische psychologie dat jongeren in onze maatschappij gevormd worden tot prestatiegerichte hyperindividualisten. Met die bedoeling heeft God ons niet geschapen. We worden opgeroepen een zoutend zout te zijn voor onze omgeving, niet alleen op onszelf gericht. Ik zie hierin wel een kans voor onze jongeren met ambitie om op verschillende maatschappelijke posities te komen en daar te getuigen.’
Christelijke hoop
Of de jeugd van tegenwoordig het moeilijker heeft dan die van vroeger? Klop wil daar geen harde uitspraak over doen. ‘Elke tijd kent zijn uitdagingen en gevaren, denk maar aan die uitspraak van Socrates. In deze tijd zijn dat misschien meer dreigingen van buiten die heel dichtbij komen. Daarom is er extra reden om in het gezin, het onderwijs en de kerk biddend en begeleidend om onze kinderen en jongeren heen te staan, zoals volwassen olifanten om de kwetsbare kalfjes in de kudde. Misschien is de tijd wel anders, maar de christelijke hoop is niet veranderd. We hebben een ernstige, maar ook hoopvolle boodschap om door te geven aan de volgende generatie. Dat zie ik als mijn taak, maar niet alleen van die mij. Ouders, leerkrachten en predikanten, allemaal hebben we de taak om kinderen en jongeren te wijzen op de hoop die er is in Christus Jezus.’