• Thema-artikel
Redactie

Die ene juf of meester

In gesprekken over de basisschooltijd gaat het al snel over de mensen voor de groep. Die vrolijke juf, die altijd voor iedereen klaarstond, of de meester die in de pauzes lekker meevoetbalde, maar ook heel serieus kon zijn. Op de middelbare school krijg je allemaal verschillende docenten, onder wie vaak een paar markante figuren.

Al die mensen voor de klas lijken een beetje op elkaar: iedereen kan kenmerken noemen die horen bij een goede onderwijzer. Toch heeft iedereen weer een eigen karakter. Die combinatie van persoonlijke en professionele identiteit zorgt voor een uniek geheel. Als redactie blikken we terug op opvallende persoonlijkheden uit onze eigen schooltijd, die ons bijgebleven zijn.

Christiaan Bijl:

‘Streng doch rechtvaardig, dat typeerde mijn vroegere bovenmeester op Het Fundament in Nieuwland. Een echte man, met snor – ik was als kind onder de indruk. Hij hield de klas altijd scherp in de gaten. Tijdens de pauze schilde hij steevast zijn appel met meegenomen (Zwitsers?) zakmes. Ik vond het fascinerend, een soort “outdoor”-voorstelling. Helaas had hij ook eens een appeltje met mij te schillen. We waren aan het repeteren, waarschijnlijk voor (toen nog) Koninginnedag. Er werd geklierd en ik werd er aan mijn oor tussenuit gehaald. Zelden heeft m’n oor zo’n flexibiliteit moeten tonen; als ik eraan terugdenk, voel ik ‘m nog. Een deuk in het beeld van de bovenmeester? Allerminst! Opletten geblazen, met deze man viel niet te sollen.’


Mettie de Braal-Prins:

‘Er was eens een meisje dat het ene na het andere boek uit de klassenbieb verslond. Halverwege klas 4 (nu groep 6) raakte de voorraad ongelezen lectuur uitgeput. Het meisje werd er ongedurig van. Na een week riep de meester zijn voortdurend kwebbelende leerling aan zijn bureau en zei: “Meld jij je maar eens bij de bovenmeester.” Met een briefje in de hand en lood in de schoenen verliet ze het lokaal. Om terug te komen met de hele serie Reis door de nacht van Anne de Vries onder de arm. Het meisje groeide: De meester geloofde gewoon dat ze moeilijker boeken dan die van klas 4 kon lezen. Dat ze daar rustig en blij van werd.’


Marjorie Cimon-Mulder:

‘Op de middelbare school kreeg ik in de examenklas van de mavo een docent geschiedenis. Zijn naam herinner ik mij niet meer, maar wel hoe bevlogen en enthousiast hij voor de klas stond. Hij bracht de lessen met zoveel enthousiasme dat ik zelfs staatsinrichting een leuk onderdeel begon te vinden. Ook herinner ik mij meneer Van der Voet. Hij wilde een voorbeeld zijn voor de leerlingen door alvast het afval tijdens de pauzes in de aula voor ze op te ruimen. Opmerkelijk, want welke docent doet zoiets nu? Ondertussen liep hij rustig door de aula en maakt hij her en der een praatje met leerlingen, maar floot hij ook gerust een liedje dat in zijn hoofd zat.’


Niels de Jong:

‘Naar mijn idee houdt iedereen van biologie als meneer Adam lesgeeft. Hij combineerde oprechte verwondering over de natuur met sterke didactiek en een flinke dosis humor. Zijn tekeningen maakten complexe processen begrijpelijk: vissen en cellen kregen gezichtjes; osmose en celkernen bleven hangen. Twintig jaar later zie ik zijn plaatjes nog voor me. Meneer Adam had overwicht over ons zonder te dreigen. Natuurlijk was hij niet altijd vrolijk, maar een boos moment duurde nooit langer dan een aantal minuten. Hij bracht niet alleen de natuur tot leven, maar liet ons ook de Schepper ervan zien. We mochten iets merken van zijn geloof en bewondering voor Hem.’


Hanna Jongejan-Kater:

‘“Wie wil er solo zingen voor in de klas?” Als de juf uit groep 7 van ons dorpsschooltje achter haar piano ging zitten, veranderde de klas soms even in een concertzaal. Of wanneer ze een verhaal vertelde, reisden we in gedachten mee naar een ander tijdperk. Prachtige momenten waar ik warme herinneringen aan koester.’


Mariëtte van der Kooij:

‘Aan meerdere leerkrachten heb ik positieve herinneringen. Als ik er toch eentje uitkies, moet ik denken aan een leraar op de bassischool. Ook hij kon fijn lesgeven. Wat me echter in het bijzonder is bijgebleven: zijn zelfgemaakte liedjes. Van grappig tot serieus. Nog weet ik het lied dat ik leerde over Openbaring 5. Graag deel ik het refrein. Het getal van hen was tienduizend maal tienduizend en duizenden, duizenden zeggen met luider stem: “Lof en eer en heerlijkheid en de macht zij aan Hem Die zit op de troon en zij aan het Lam voor eeuwig en eeuwig. Waardig is het Lam, voor ons geslacht.”’


Joke van Winkel:

‘Een leraar maatschappijleer wilde alle politieke partijen zoveel mogelijk recht doen en niet zijn eigen voorkeur door laten schemeren. Daarom vroeg hij ons allemaal, aan het einde van een lessenserie over politiek, op welke partij we dachten dat hij stemde, zonder dat hij vertelde of het klopte. Voor hem de check of zijn mening toch merkbaar was geweest. Ik had geen flauw idee en het interesseerde me ook niet direct. Het is me wel bijgebleven. Als reformatorische school maak je wellicht (terecht!) op dit specifieke punt andere keuzes, maar op tal van andere gebieden is het een mooie spiegel: wil je kinderen sturen of mogen ze in jouw lessen meningen ontwikkelen die tegen de jouwe ingaan?’


Maarten van Zetten:

‘In groep zes tot en met acht had ik eerst Meester De Bree, toen Van der Kruk en daarna weer De Bree. Ze waren erg betrokken, hielden van sporten en met gym deden we vaak bankenvoetbal. De meester deed natuurlijk zelf ook mee. Ook zongen we in canon en maakten we werkstukken. De balans tussen vreugde en ernst was merkbaar. We hadden een groep met wat uitdaging, maar de sfeer was erg goed. De meesters hielden van geintjes onderling: stoeien met elkaar, zorgen dat de leerlingen van de klas van de ander extra druk waren en dan weer snel naar de eigen groep toe. Een mooie basisschooltijd werd afgesloten met een prachtig kamp!’

Terug naar overzicht