• Thema-artikel
Peter van Olst

Gedenken en vermelden

Christelijk gedenken is het present stellen van Gods grote daden uit het verleden, om er levenslessen uit te trekken voor het heden en hoop voor de toekomst. Bij dat present stellen wordt een Bijbels beroep gedaan op hoofd, hart en handen.

Tussen gedenken en herdenken bestaat een klein verschil in betekenis, legt emeritus hoogleraar tekstkwaliteit Jan Renkema (Universiteit van Tilburg) in zijn Schrijfwijzer uit. Gedenken is ‘eervol in herinnering brengen’ of ‘begunstigen’, en dat heeft een ruimer bereik dan herdenken. Het laatste is ‘eervol de herinnering levend houden’ en heeft met name betrekking op vieringen. ‘Gedenken gaat eerder van vroeger tot nu, herdenken heeft ook nog een toekomstperspectief. Daarom gedenken wij een geboortedag en herdenken wij de Tachtigjarige Oorlog.’

‘Bij gedenken in de Bijbel doet meer dan bij ons ook het spreken mee’

Woordenboek voor Bijbellezers

Christelijk gedenken

Renkema geeft zelf al aan dat er wel iets af te dingen is op het onderscheid. Wie de geboorte- of sterfdag van een beroemde musicus wil markeren, laat gedenken en herdenken/vieren als het ware samenvloeien. Een Bijbelse benadering van de termen versterkt die samenvloeiing. Bijbels gedenken heeft met nostalgisch terugzien weinig te maken, maar heeft vanuit wat er gebeurd is altijd betrekking op het heden en de toekomst. Gedenken heeft iets liturgisch, waardoor gedenken en vieren dicht bij elkaar liggen.
‘Bij het gedenken in Bijbelse zin is niet alleen het verstand betrokken, maar doet meer dan bij ons ook het spreken mee’, stelt het Woordenboek voor bijbellezers (Noordegraaf et al, 2005). ‘Bijvoorbeeld door het noemen van de naam van hem of haar aan wie men wil gedenken. Dat meedoen van de mond maakt het gedenken voller. Als de Schrift zegt dat God een plaats kiest waar Hij Zijn Naam doet gedenken (bijv. Ex. 20:24), dan gaat het niet maar om een plek waar stilletjes aan God wordt gedacht, maar waar men Zijn Naam noemt en aanroept.’

Het Hebreeuwse werkwoord zachar is ook te vertalen met “doen gedenken” en heeft veel te maken met het woord “vermelden”. God wil dat Zijn volk denkt aan Zijn daden en inzettingen uit het verleden. Die moeten vermeld, present gesteld en geëerbiedigd worden. Een mooi oudtestamentisch voorbeeld dat het allemaal samenbrengt, is het gedenkoffer. Daar wordt de nauwe band tussen het gedenken en de cultus zichtbaar. Meelbloem, olie en wierook worden samen tot een liefelijke reuk voor de Heere.

Gods grote dagen

‘Vier uw vierdagen, o Juda, betaal uw geloften’, roept de profeet Nahum (1:15) uit als de bevrijding uit de macht van Assyrië als een goede boodschap van vrede is aangekondigd. ‘Dit past ook op de geestelijke verlossing der Joden door Christus’, vermelden de kanttekeningen erbij. ‘Alsof hij zeide: Nu moogt gij, volk van Juda, vrij en frank uw heiligen godsdienst oefenen en uw God loven en danken, hetwelk u een langen tijd tot nu toe van des Assyriërs verhinderd is geweest.’ Liturgie, loven en danken, vieren en gedenken gaan hier naadloos in elkaar over.
Het gaat altijd om God. Om wat Hij gedaan heeft. ‘’k Zal gedenken hoe vóór dezen, ons de HEER heeft gunst bewezen’, leert Psalm 77 ons zingen. Het is het omslagpunt van een lied dat in mineur begint, maar in majeur eindigt. Zolang je alleen horizontaal in het hier en nu om je heen kijkt, zou de moed je vergaan. Maar haal je er Magnalia Deï bij, door ze uit te roepen of te zingen, dan gaat als het ware de hemel open. Je ziet de zaken in eeuwigheidsperspectief en realiseert je hoe dat bepalend is voor het ontrollen van de tijd.

‘Hij is mijns vaders God, dies zal ik Hem verheffen’

Mozes

Heden en toekomst

Gods werken in de natuur worden erbij gehaald in Psalm 77. Maar ook Zijn hand in de geschiedenis. Bij de uittocht van het volk Israël uit het slavenhuis Egypte kwam het allemaal samen. De hemelsluizen werden geopend. De wind blies op de aarde. In de Rode Zee ontstond een pad waar Gods volk als een kudde overheen kon. De vijand kon dat niet, maar ging ten onder. Vanaf de veilige oever klonk het lied van Mozes en Mirjam. ‘De HEERE is mijn Kracht en Lied, en Hij is mij tot een Heil geweest; Deze is mijn God, daarom zal ik Hem een liefelijke woning maken; Hij is mijns vaders God, dies zal ik Hem verheffen’ (Ex. 15:2). Ieder die het nazingt krijgt er weer iets van mee. Een levensles voor het heden. Om het leven in te richten voor en met de God van Mozes. Maar er is ook het perspectief naar de toekomst. Gods toekomst. Eenmaal zal het lied van Mozes en het Lam klinken (Openbaring 15). God blijft Dezelfde. Wie Hij was in het verleden, zal Hij ook zijn in de toekomst. Mensen veranderen, de panelen van de tijd verwisselen, maar Gods Woord blijft eeuwig bestaan. Zijn verbondsnaam is: Ik ben Die Ik ben. En dat betekent tegelijk ook: Ik zal zijn Die Ik zijn zal.

Hoofd en hart

Gedenken heeft met nadenken te maken. Dat klinkt cognitief, maar het is veel meer. Op de christelijke school worden Gods daden overdacht. Of ze nu afkomstig zijn uit de Bijbelse of de kerkgeschiedenis, de vaderlandse of de wereldgeschiedenis. Overdenken heeft iets meditatiefs en meditatie is nooit alleen op het hoofd, maar altijd ook – en misschien wel in de eerste plaats – op het hart gericht. Het present stellen van Gods grote daden beoogt niet alleen verbondenheid met wat gebeurd is, maar ook met Wie gehandeld heeft. God was erbij. God is er nog. God zal er zijn.
Tijdens de kerstviering bidden we of dat Kind ook in onze harten geboren mag worden en in onze duisternis Zijn licht zal laten schijnen. Met Pasen denken we aan Hem Die de Eersteling geworden is waardoor ons leven ook eeuwig léven kan worden. Stilstaande bij de Reformatie denken we met leerlingen na over Luthers ontdekking van de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof. De Dodenherdenking op 4 mei zet ons stil bij wie wij zijn van onszelf, terwijl op Bevrijdingsdag over ware vrijheid en verantwoordelijkheid mag worden nagedacht.

Hart en handen

Bijbels herdenken is een holistisch gebeuren. Dat wil zeggen: niet alleen iets van het verstand, maar ook het gevoel en de wil zijn erbij betrokken. Of nog beter gezegd: heel de set aan zintuigen die we van de Schepper voor het waarnemen hebben meegekregen. Denk aan dat oudtestamentische gedenkoffer. Of aan het vierde gebod, waar het “gedenkt de sabbatdag” gepaard gaat met een oproep tot actief heiligen, apart zetten, toewijden. Een ander voorbeeld is het nieuwtestamentische avondmaal. Dat de Heere goed is voor wie Hem vrezen, wordt niet alleen via het gehoor, maar ook door het zien, proeven, ruiken en voelen onderstreept. Een rijke ervaring voor hoofd, hart en handen. Het Nieuwe Testament gebruikt voor gedenken onder meer het Griekse werkwoord mnѐmoneuein. Daarin valt het woordje monument te ontdekken. Zichtbare en tastbare zaken met een kunstzinnige schoonheid mogen helpen Gods daden present te stellen en er hoop uit te putten. Dat doet denken aan Jozua 4: de geschiedenis van de gedenkstenen uit de Jordaan. De kinderen mochten er hun ouders op gaan bevragen. Voor leraren geeft het te denken. Hoe kunnen mijn lessen bijdragen aan het opwekken van nieuwsgierigheid naar Gods daden in het verleden? Hoe wordt mijn klaslokaal een holistische leeromgeving waarin de dingen stilletjes heenwijzen als een kerktoren naar Boven? Hoe kan ik de kinderen laten horen, zien, voelen, proeven of zelfs ruiken dat de Heere goed is?


GODS DADEN IN SCHOOL

De christelijke scholengemeenschap Georg Müller, in en rond het Duitse Bielefeld, richtte in 2019 en 2020 een expositie in met ongeveer honderd schilderijen van de Joodse kunstenares Hasida Landau. Landau schildert oudtestamentische taferelen die Gods daden in de oude geschiedenis van het volk Israël present stellen in de school. De tentoonstelling is afgelopen, maar algemeen manager Michael Pieper laat weten dat de schilderijen nog regelmatig in de klassen worden getoond en aanleiding geven voor gesprek. ‘Eigenlijk zouden ze de wereld rond gestuurd moeten worden zodat kunstliefhebbers er kennis van kunnen nemen. Ze zijn zo betekenisvol!’ De illustraties op deze pagina’s komen uit Hasida Landau, The Voice of the Bible, 2006, en vormden beide onderdeel van bovengenoemde expositie. Op pagina 10 en 11 zijn de verspieders te zien die in eigen ogen slechts sprinkhanen waren. Op pagina 9 laat Landau de regenboog oplichten achter donkere regenwolken.

Michael Pieper


Beeld: Hasida Landau

Terug naar overzicht