• Boekrecensie
Egbert Slagboom

Inspirerende bezinning op het christelijk-reformatorisch onderwijs

nieuwste boek van Richard Toes: 'Geloof in onderwijs'

Richard Toes houdt graag het gesprek over onderwijs gaande. In 2015 promoveerde hij op een onderzoek naar de manier waarop het reformatorisch voortgezet onderwijs de afgelopen decennia met onderwijsvernieuwingen is omgegaan. Afgelopen winter kwam hij met een verkorte en toegankelijke weergave ervan: 'Geloof in onderwijs'.

Dr. Toes (62), voorzitter van het College van Bestuur van Driestar-Wartburg, schreef destijds zijn dissertatie vanuit zijn onbegrip over de “accommodatiedrang” in eigen kring. In veel onderwijsvernieuwingen was de autonomie van de leerling het uitgangspunt. ‘Daar moet je minstens een principiële kanttekening bij plaatsen’, meent hij. Toes bepleit een eigen koers vanuit een zelfbewuste identiteit. Zijn onlangs verschenen boek 'Geloof in onderwijs' moet vooral ook inzichten voor de toekomst opleveren. ‘Ik voel me verantwoordelijk voor het onderwijs en wil de doordenking daarvan bevorderen.’

Twee fronten

Toes was 24 jaar lang ‘gewoon’ docent. Daarna werd hij pas schoolleider. Terecht karakteriseert hij daarom zijn boek als ‘veertig jaar onderwijservaring, gestold in woorden’. Zijn dissertatie gaf destijds aanleiding tot discussie. Hij zegt daar achteraf ‘heel dankbaar’ voor te zijn. ‘Mijn proefschrift wordt tenminste gelezen.’ Hopelijk geldt dat ook voor dit waardevolle boek, waarin hij overigens ferme uitspraken niet schuwt.

De gevaren die het christelijk-reformatorisch onderwijs bedreigen, ziet hij op twee fronten. Allereerst extern, in wat er vanuit de overheid op afkomt. Ook intern maakt hij zich echter zorgen. Hoe zit het met de betrokkenheid van docenten bij de achterban? En met die van de achterban zelf? ‘Hoe geven we intern vorm aan wat extern op ons afkomt? De interne slopershamer kan heftiger zijn dan wat er van buiten op ons afkomt’, zei hij in het januarinummer van DRS Magazine.

Ook aan de ouders stelt de auteur in zijn jongste pennenvrucht indringende vragen. Is het op de eigen identiteit gebaseerde onderwijs hun iets waard? Beschouwen ze eigen scholen als een genadegift, als een monument van het geloof? Of is de interne afkalving al begonnen? In plaats van mee te hollen met de massa, zou iedere betrokkene beter moeten nadenken over wat goed, bijtijds en christelijk onderwijs nu precies inhoudt.

‘Dit boek moet vooral inzichten voor de toekomst van het christelijk-reformatorisch onderwijs opleveren’

Richard Toes

Drieslag

Het boek is prettig leesbaar. Soms is er een kleinigheidje dat waarschijnlijk bij de redactieslag over het hoofd is gezien. Op pagina 100 bijvoorbeeld beginnen drie opeenvolgende zinnen met ‘De inspectie...'. 'Geloof in onderwijs' is helder van opmaak en opzet. In een kort, inleidend hoofdstuk maakt Toes duidelijk wat dit boek beoogt: tal van moderne ontwikkelingen bespreken in het licht van het verleden. Deze beschrijft hij aan de hand van de drieslag tijdloos, tijdbetrokken en tijdkritisch onderwijs. Ieder van deze invalshoeken krijgt een eigen hoofdstuk. Die zijn verdeeld in drie deelaspecten (a, b en c) en sluiten af met een samenvatting. Daarna volgen beknopte kaderteksten ‘Verder spreken over’ en ‘Aanbeveling’. Hieruit blijkt dat Toes er veel aan gelegen is dat dit boek door schoolbesturen en -directies, docententeams en ouderraden besproken wordt.

In de appendix rondt Toes af met de geschiedenis van het reformatorisch onderwijs. Door het royale aantal voetnoten in dat deel zijn er genoeg aanwijzingen voor verdieping. Vrijwel alle bekende namen van hen die zich beziggehouden hebben met de zuil en haar onderwijs komen langs. Tegelijk blijven gezaghebbende pedagogen ‘van buiten’ niet onbesproken.

Iedereen die bij het reformatorisch onderwijs betrokken is, doet er goed aan Toes’ recente boek te lezen. Op pagina 14 schrijft Toes: ‘Van harte hoop ik dat dit boek mag bijdragen aan het vormgeven van goed christelijk-reformatorisch onderwijs. Ik hoop dat dit boek inspiratie mag geven en een stimulans zal zijn voor ‘geloof in onderwijs.’

'De onderwijzer maakt het verschil'

'Geloof in onderwijs': samenvatting

Tijdloos christelijk-reformatorisch onderwijs...

...verdient een visie vanuit de eigen identiteit met als basis Gods Woord, onze belijdenisgeschriften en wat de geschiedenis ons heeft geleerd. Duidelijkheid hierin helpt om in de wirwar van meningen en visies op onderwijs een juiste weg te vinden. In het onderwijs is voor alle geledingen ‘nederigheid’ nodig. Dit is een heilzame houding, die ook de kramp van het ‘steeds hoger en beter’ voorkómt.

Onderwijs gaat werkelijk om onderwijzen: al eeuwenlang van jongere door de oudere. Dát is in al zijn eenvoud het unieke karakter van het onderwijs. Dit moeten we niet laten wegdrukken door alles wat de maatschappij van het onderwijs wil.

Toes breekt een lans voor lezen en vertellen. Onderwijs gebeurt door de onvervangbare onderwijzer. Die maakt het verschil en is tijdloos van belang. Zijn positie moet een herwaardering krijgen.

Tijdbetrokken christelijk-reformatorisch onderwijs...

...is verbonden met het wankele bezit van christelijke burgerschapsvorming. Die wil leerlingen vanuit een Bijbelse visie voorbereiden op het participeren in de pluriforme, multiculturele maatschappij. Dit staat in nauwe relatie met de vrijheid van onderwijs (artikel 23).

Onderwijsvrijheid moeten we als een groot goed koesteren. Scholen moeten hierin meer en zelfbewustere keuzes maken. Belangrijk is dat ouders en scholen zich er meer bewust van zijn dat door allerlei interne en externe ontwikkelingen die vrijheid van onderwijs bekritiseerd wordt en dus op het spel staat.

Houd vast aan de op de Bijbel gefundeerde pedagogische opdracht van de school, en geef die meer aandacht, ook al heeft die door het beheersings- en rendementsdenken sterk aan waarde ingeboet.

Tijdkritisch christelijk-reformatorisch onderwijs...

...moet alert zijn op ‘individualisering’, een dominante en ingrijpende ontwikkeling, en ‘personalisering’. De eerste heeft consequenties voor gezag en het beeld van het kind, en leidt ook tot een toenemende medicalisering en therapeutisering van het onderwijs. Bewustwording hiervan kan helpen een kritische houding te ontwikkelen.

Genderideologie en seksuele diversiteit zijn nauw verbonden met individualisering en intensivering. Vanuit de zelfgerichtheid van onze samenleving is een stevige, soms zelfs dominante en agressieve, lobby van een progressieve voorhoede actief voor grotere diversiteit aan genderoptions. Bijbelse uitgangspunten moeten hierin blijvend leidend zijn. Scholen moeten niet meegaan in de samenleving die in dit opzicht op drift is, maar hun christelijke eigenheid vasthouden en die uitdragen.

Het rendements- en vernieuwingsdenken in het onderwijs heeft vooral te maken met de informatisering (alle gegevens en opbrengsten zijn voortdurend te raadplegen). Scholen moeten hierin kritisch zijn. Het vormende karakter laat zich niet meten.

Voortdurende onderwijsvernieuwingen kunnen veel onrust veroorzaken en afleiden van waar onderwijs voor dient. Onderwijs moet niet stilstaan. Het blijvend toetsen aan de eigen visie is wel noodzakelijk.

'Geloof in onderwijs': door Richard Toes; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2020; ISBN 978 90 8718 4476; 240 blz.; € 12,95

Terug naar overzicht