• Thema-artikel
Maarten Molenaar

Griezelen en verwonderen

Natuurlessen op de basisschool

We hebben afgesproken bij volkstuinvereniging Nut en Genoegen in Capelle aan den IJssel. Rianne Berger haalt me op, haar hond Livida loopt met ons mee. ‘Het is prachtig weer, hè. We kunnen wel lekker buiten zitten.’

Enthousiast loopt ze voor me uit. Als we aankomen bij haar volkstuin staan er al twee stoelen klaar. Pal in de laagstaande zon. De dikke winterjas is bijna niet meer nodig. ‘Ga maar lekker zitten, dan maak ik even thee voor ons klaar.’

Om me heen zijn allerlei andere volkstuintjes te zien. Het ziet er wat dor en doods uit. ‘Moet je over een paar weken eens terugkomen’, onderbreekt Berger mijn gedachten. ‘Dan is het overal weer helemaal groen. Kijk!’ wijst ze opeens, ‘daar vliegt een halsbandparkiet.’ Een brede lach verschijnt op het gezicht van Berger en ze volgt de parkiet met haar ogen.
Berger, een veertiger, houdt van de natuur.
Als ze niet in haar volkstuin te vinden is, wandelt ze met haar hond of maakt ze natuurwandelingen met allerlei mensen – groot of klein maakt voor haar niet uit. Alhoewel, misschien toch wel liever wat jongere mensen. ‘Ik merk het aan een kind als het de natuur bewondert. Ik heb tijdens de natuurlessen en -wandelingen weleens gedacht: die jongen, die gaat later zijn beroep uitoefenen in de natuur.’ Dat kwam uit. Een van haar pupillen werd muskusrattenvanger en een andere boswachter.

‘Hoe jonger kinderen wennen aan de natuur, hoe meer ze ervan gaan houden’

Rianne Berger

Bijtende spinnen

De natuurliefhebster heeft voor een deel van haar hobby haar werk kunnen maken. Naast haar ambulante begeleiding bij Agathos thuiszorg heeft ze ook een klein contract bij twee reformatorische scholen in Capelle aan den IJssel. Jaarlijks geeft ze zo’n veertig tot vijftig lessen. ‘Het is echt afhankelijk van het jaargetijde welke les ik kan geven. Soms moet ik in één week veel lessen geven, omdat anders de juiste periode voorbij is.’
De lessen van Berger zijn veelzijdig. De ene keer gaat het over weidevogels, een andere keer over slootdiertjes of prachtige bloemen. ‘Rond de herfstvakantie geef ik meestal spinnenlessen. Er zijn dan veel spinnen te vinden. Zelfs de stoerste jongens uit groep 8 vinden dit leuk, omdat tijdens die les spinnen in hun hand mogen bijten. Dat had je niet gedacht, hè?’ zegt Berger met een lach. ‘Maar ze kunnen nog flink bijten, die spinnen.’

Struinen en verwonderen

Een natuurles van Berger begint altijd in het klaslokaal. Met een bakfiets, vaak vol met bloemen, potjes met waterdiertjes, zoekkaarten van insecten of vogels, komt ze aan op school. Soms zelfs met een verse vangst, zoals een bijzonder grote spin die ze onderweg tegenkwam. ‘Sommige kinderen griezelen ervan en durven echt niet dichtbij te komen. Dat hoeft ook niet van mij. Als kinderen niet gewend zijn om in de natuur te leven, snap ik wel dat ze wat angstig zijn. Vandaar dat kinderen in mijn lessen zelf mogen beslissen of ze een diertje van dichtbij willen bekijken, bijvoorbeeld met een loepje. Vaak als ze de schoonheid ervan zien, neemt de angst af.’

Hier zit volgens Berger ook een leerpunt voor veel ouders en leerkrachten. ‘Hoe jonger je de kinderen laat wennen aan de natuur, hoe meer ze ervan gaan houden en ervan willen weten. Laat de kinderen lekker over de grond kruipen en vieze handjes krijgen. Laat kinderen ontdekken welke dieren er zijn. Als een moeder altijd zegt dat de grond vies is of spinnen eng zijn, dan gaan kinderen dat vaak ook vinden.’

Tijdens de les in de klas legt de juf van alles uit en is ze vooral interactief bezig. ‘Ik probeer de leerlingen er actief bij te betrekken, want zij weten soms de mooiste dingen.’

Na de les en de uitleg in de klas, gaan de kinderen op de fiets of lopend op excursie. De ene keer naar een bos of park, maar soms ook gewoon naar de bosjes tegenover de school of naar een weiland een paar kilometer verderop. ‘Het lekkere struinen door de natuur en aandacht kunnen besteden aan alles wat je maar ziet en hoort, ligt me het meest na aan mijn hart. In groep 1 tot en met 4 is dat nog wel mogelijk. Dan leer ik ze hoe ze een pad kunnen vasthouden, een slak op hun hand kunnen laten lopen of hoe ze een zwanennest kunnen benaderen.
In de hogere groepen werkt Berger op een iets andere manier. Dan is het de bedoeling dat de kinderen een bepaalde opdracht uitvoeren. ‘Het voordeel is dat je op die manier de belangstelling kunt sturen, maar ikzelf kan het wel als beperkend ervaren’, aldus Berger.
Voor leerkrachten die nog nooit een natuurles hebben gegeven, heeft ze nog een goede tip: ‘Ga gewoon eens naar een mooi plekje in de buurt en ga met de leerlingen op zoek naar een diertje of een bijzondere bloem. Laat ze dat maar natekenen of beschrijven en zich erover verwonderen.’

‘Zelfs de stoerste jongens uit groep 8 vinden dit leuk, omdat de spinnen in hun hand mogen bijten’

Rianne Berger

Daslook

Berger staat even op om haar thee te pakken. ‘Kijk, daar gaan ze weer, die halsbandparkieten. Ooit zijn die door iemand uitgezet, want het zijn geen Nederlandse vogels. Kinderen zijn vaak verrukt als ze deze kleurrijke herrieschoppers zien vliegen.’
De natuurjuf herkent dat bij het ouder worden sommige kinderen minder belangstelling krijgen voor de natuur. ‘Opvoeding kan daarbij een rol spelen. Als kinderen veel binnenspelen, kunnen ze minder ontdekken hoe mooi Gods schepping is. In groep 8 kan het toenemen van andere interesses meespelen, maar soms lijkt het ook een beetje schaamte. Dan zijn ze bang voor wat andere kinderen van hen vinden.'

Berger erkent dat ze een goed gevulde week heeft. ‘Ik heb naast de natuurlessen ook m’n andere baan. En het onderhouden van een volkstuin is veel werk.’ Toch peinst ze er niet over om te stoppen. ‘Ik geniet er enorm van, juist ook om de kinderen van alles te leren over de natuur. Er is te veel te ontdekken in de natuur.’ Berger is even stil en geniet van de laatste warme stralen van de zon. Nog even en hij is onder.
‘Kijk’, wijst ze. ‘Daar groeit daslook. Weleens van gehoord?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Het is een combinatie van knoflook en bieslook. Neem maar een bosje mee, je moet toch nog eten vanavond?’ Gelijk staat ze op en trekje wat blaadjes los. ‘Het kan overal bij. Geniet er maar van!’

Terug naar overzicht