kern van veertig jaar lesgeven in het reformatorisch onderwijs
’Kinderen bij de Heere Jezus brengen’ – dat motiveert juf Plony Herweijer om al 40 jaar het reformatorisch onderwijs te dienen. Dat was in 1980 zo. In 2020 is dat verlangen eigenlijk alleen maar verdiept. ‘Anders had ik het nooit met zoveel vreugde volgehouden’.
‘Mijn leven is anders gelopen dan ik had gedacht’, steekt Herweijer van wal. ‘Nooit had ik gedacht dat ik fulltime juf zou blijven’, vertelt de leerkracht van groep 6 van de Eben-Haëzerschool in Boskoop. ‘Ik dacht aan een man en gezin. Maar Gods plannen waren anders. God zei: “Jij krijgt elk jaar kinderen van Mij.” Eén jaar mag ik voor ze zorgen.’ Haar vader zei vroeger dat hij verlangde naar de dag dat hij bij de Heere zou zijn en mocht zeggen: ‘Zie ik en de kinderen die Gij mij gegeven hebt.’ ‘Daar zie ik ook naar uit, naar dat moment, dat ik met de kinderen voor de Heere zal staan. Gods Koninkrijk moet vol worden.’
‘Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren schapen van het huis Israëls’, is als het ware de roepingstekst voor de juf om het reformatorisch onderwijs te dienen. ‘Ik had natuurlijk ook de zending in kunnen gaan. Maar het is mijn verlangen reformatorische kinderen, die het zo goed weten, te vertellen Wie hun Herder is, wat een goede Meester de Heere Jezus is.’
Vertellen is verkondigen
Vertellen doet de juf dan ook heel graag. Van ds. D. Rietdijk (Ger. Gem.) heeft ze geleerd om in elk Bijbelverhaal te zoeken naar de lijn naar Christus. ‘Hoe trekt het volk door de Jordaan om het land te erven? Langs de ark. Door Christus! Wanneer laat de Heere zien Wie God is op de Karmel? Ten tijde van het middagoffer. Bij het kruis zien we pas echt Wie God is.’
Vertellen, legt de juf uit, is verkondigen. ‘Daarom zal ik mijn Bijbelverhaal nooit beëindigen met: “vraag er maar veel om”. ‘Nooit’, zegt ze nog eens stellig. ‘Ik geloof dat het tijdens het vertéllen gebeurt. Daarom zeg ik weleens: “Zou je dat graag willen hebben? Hou dan nu je lege handen maar stil op. Dan geeft de Heere jou Zijn vrede.” Dat geloof ik echt.’ ‘De Heere heeft Zelf beloofd dat Zijn Woord niet leeg zal weerkeren, maar voorspoedig zal zijn in hetgeen waartoe Hij het zendt. ‘We moeten groot denken van God. “Zaai maar gul”, zei mijn vader al, “dan krijg je ook een grote oogst.”’
‘Ik geloof’, zegt de juf, ‘dat kinderen het meest hun zonden leren kennen aan de voet van het kruis. Gods goedertierenheid tegenover jouw zonden, dat verbreekt.’ Daarom wil zij het kruis centraal stellen, in het geloof dat de Heere daar Zijn zegen aan zal verbinden.
En het kruis centraal stellen, betekent ook de kruiswég wijzen. ‘De Heere belooft niet dat het leven met Hem een makkelijk leven is, integendeel’, legt de juf uit. ‘Er zullen vragen in je leven komen, waarop je geen antwoord krijgt. Dat hoort ook bij het kruis. Moeilijke dingen in je leven, groot verdriet. Die lost de Heere niet altijd op. Maar Hij wil erin nabij zijn.’
‘Als je bidt voor een kind, kun je er niet boos op blijven’
Plony Herweijer
Bidden voor de kinderen
Kinderen tot de Heere Jezus brengen, doet de juf niet alleen door over Hem te vertellen. Maar ook door voor de kinderen te bidden. Aan het begin van het schooljaar, print ze de leerlingenlijst uit, met
alle namen van de kinderen erop. Eén voor één draagt ze de kinderen op aan de Heere. Aan het eind van het jaar, pakt ze de lijst opnieuw. Eén voor één geeft ze hen weer aan God terug. ‘Een jaar lang heb ik voor ze mogen zorgen. Heb ik hen over U verteld. Nu geef ik ze aan U terug. Zorg Gij voor hen!’
Gedurende het jaar bidt ze voor de kinderen. Vooral voor hen met wie het contact soms moeilijk is. ‘Ik heb gemerkt dat als je voor een kind bidt, je daar niet boos op kunt blijven.’
Leer en leven
Kinderen vinden dat soms vreemd, dat je de Bijbel betrekt bij de alledaagse dingen, heeft de juf gemerkt. Maar ze vindt dat juist belangrijk om aan te leren. De Heere dienen, doe je niet alleen als je een psalm zingt, maar ook als je trouw je sommen maakt. Belangrijk vindt de juf dat. IJverig zijn en zonder mopperen je werk doen. Met hoogbegaafde kinderen heeft ze weleens gesproken over het werk van de engelen. Ze doen dag in, dag uit gehoorzaam het werk dat de Heere van hen vraagt. ‘Zouden ze dat niet saai vinden?’, had ze hen prikkelend voorgelegd. ‘Nee’, zei ze, ‘trouw het eenvoudigste voor de Heere doen, geeft vreugde.’
Samen leven van genade
Ooit had de juf een conflict met een jochie dat misschien wel honderd keer beterschap beloofd had. Maar opnieuw ging hij de fout in. Nog ziet ze zich zitten in het magazijn van de school. Nergens was er een fatsoenlijk plekje om het even uit te praten. Tijdens dat gesprek, drong zich het besef op dat ze zo op dat ventje leek. Daarom vroeg ze de jongen: ‘weet jij wie in de Bijbel jou goed zou kunnen begrijpen?’ ‘Paulus. Hij schrijft: het goede dat ik wil, doe ik niet, ik ellendig mens. En ik begrijp hem zo goed’, had ze gezegd. ‘Maar daar is de Heere op berekend. Hij weet dat en Hij wil ons toch keer op keer genade schenken.’ Samen zaten we daar te huilen.
Van kinderen vragen dat ze het nooit meer zullen doen, vraagt de juf dan ook niet. ‘Dat kun je niet beloven.’ En kinderen leren ‘sorry’ te zeggen, vindt ze heel belangrijk. Als je tegenover mensen al geen sorry wilt zeggen, hoe moet dat dan tegenover de Heere? De juf probeert hierin ook het goede voorbeeld te geven. Soms is ze onterecht uit haar slof geschoten; dan komt ze daar op terug en zegt ze tegen de kinderen: ‘Dat was niet goed van mij. Ik had dat niet mogen zeggen. Sorry.’
Goede moed
Na veertig jaar onderwijs, geniet de juf nog steeds van kinderen. Ze houdt er van om plezier met hen te maken. Ze smult met hen mee van een spannend geschiedenisverhaal. Terugkijkend op die veertig jaar zou de juf weleens willen horen hoe de Heere haar heeft willen gebruiken om Zijn Koninkrijk vol te maken. ‘Maar het hoeft niet. Ik hoef de vrucht niet te zien.’ Ze is vol goede moed. ‘Hij heeft beloofd, dat Hij zaad zal zien. Het werk in Gods Koninkrijk is nooit tevergeefs.
40 jaar reformatorisch onderwijs als zelfstandige richting, een mijlpaal
In 1979 is de reformatorische denominatie als zelfstandige richting in onderwijsland erkend. Dhr. J.J. Verhage, destijds het boegbeeld van de VGS, heeft hierin een belangrijke rol gespeeld.
Juf Plony Herweijer werkt al die jaren in het reformatorisch basisonderwijs. Met de liefde van haar hart. Wat haar drijft? ’Kinderen vertellen, wat een goede Meester de Heere Jezus is.’