• Boekrecensie
Ineke Goedegebuure-Remmelzwaal

Kleutergroepen onder druk van klassikaal denken

Brouwers kritisch over meerwaarde basisschool voor het jonge kind

De kleuterschool en de lagere school zijn in 1985 samengevoegd. Steeds minder mensen weten nog dat er een kleuterschool en een opleiding tot kleuterleidster bestond. Tijd om terug te kijken, vindt pedagoge Helma Brouwers. Ze vraagt zich af: wat heeft de geïntegreerde basisschool kleuters opgeleverd?

Jonge kinderen, schrijft Brouwers in haar boek 'Waar blijft de kleuter?', leren het meest door spelen: ze zijn gemotiveerd, betrokken en gaan spontaan interacties aan. Ook moedigt spelen hen aan om beslissingen te nemen en problemen op te lossen. En ze ontwikkelen zelfstandigheid en onafhankelijkheid.

Jonge kinderen moeten spelen. Ze hebben vrijheid nodig om dat te kunnen doen. In het spel stelt een kind zijn eigen doelen, handelt het volgens zijn eigen criteria. Het spel is van hemzelf, je kunt het niet opleggen.

‘Kinderen zijn geïnteresseerd in de wereld waarover ze spelen, ook in de wereld van cijfers en letters’, aldus Brouwers. ‘Ze schrijven, lezen of rekenen tijdens hun spel omdat dat in de rol hoort. Letters, woorden of cijfers aanleren zonder enige context mist die betekenis voor jonge kinderen.’

Destijds waren velen bezorgd dat de verworvenheden van het kleuteronderwijs verloren zouden gaan. De spontane manier van leren en het zich ontwikkelen is volgens Brouwers helaas aan het verdwijnen. Er was een tijd dat kleuterleidsters gewaarschuwd werden om jonge kinderen niet lastig te vallen met rekenen of lezen. Dingen vragen die niet bij de leeftijd passen, frustreert zowel de leerkracht als de kinderen. En dat is een slechte basis voor goede relaties en dus voor een goede ontwikkeling.

‘Grijp alle mogelijke betekenisvolle momenten aan om ontwikkeling te stimuleren’

Helma Brouwers

Hoogvliegers en achterblijvers

In het gewone leven vinden we verschillen tussen mensen prima, maar in het onderwijs geldt dat als een probleem. We worstelen met hoogvliegers en achterblijvers. ‘Grote boosdoener achter dit probleem is het leerstofjaarklassensysteem dat we maar niet durven loslaten’, vindt Brouwers.

Bij het kleuteronderwijs was dat probleem er niet, daar ging het vooral om ontwikkelingsstimulering, niet om kennisoverdracht. ‘Toch wordt dit klassikale denken nu vaak ook aan kleuterklassen opgedrongen’, constateert Brouwers.

Hoe kunnen we het problematische omgaan met verschillen ombuigen tot een vanzelfsprekend uitgaan van verschillen? Leren moet niet een eenzame, individuele inspanning zijn, schetst Brouwers, maar een gezamenlijk proces waarin je elkaar inspireert en ondersteunt. Bezig zijn rond een thema garandeert het samenspel.

Kinderen geven zichzelf taken of opdrachten en die voeren ze op allerlei niveaus uit. Er is geen goed of fout. Het proces is belangrijker dan het resultaat. De begeleider zorgt ervoor dat elk kind in zijn ‘zone van naaste ontwikkeling’ wordt gebracht.

In kleutergroepen gaat het niet om het volgen van leerlijnen, maar over het stimuleren van ontwikkelingsgebieden. Kleuters die langer in de kleutergroep blijven, mogen zich gewoon op hun eigen tempo verder ontwikkelen, begeleid door een stimulerende leerkracht in een rijke speel-/leeromgeving, en zonder vooroordeel over wat ze op een bepaalde leeftijd moeten kennen of kunnen. Kleuters zijn heel verschillend en hun ontwikkeling verloopt grillig.

‘Laat kleuters zo lang mogelijk kleuteren’, betoogt Brouwers. Daardoor wordt namelijk een stevige basis gelegd.

‘Leren is een gezamenlijk proces waarin je elkaar inspireert en ondersteunt’

Helma Brouwers

Stevige basis

Brouwers beschrijft een interessant onderzoek over Finland. Hoe komt het dat het onderwijs daar elk jaar zo goed scoort? Het zal meespelen dat Finse leerkrachten universitair geschoold zijn, maar de pedagoge vermoedt dat het vooral komt door de stevige basis die men jonge kinderen meegeeft.

In Finland hebben ze peuterspeelzalen, crèches en voorscholen voor kinderen van 0 tot 7 jaar. Je vindt er geen schoolse programma’s. Interactie tussen het kind en zijn omgeving en het belang van spel vinden Finnen heel belangrijk.

Pas op zevenjarige leeftijd zijn de kinderen leerplichtig en gaan ze naar de “echte” school. Kinderen van nul tot drie jaar blijven vaak bij hun ouders. De Finse overheid geeft ouders namelijk een uitkering tot het kind drie jaar is én de garantie dat de ouder zijn of haar baan behoudt. Veel ouders maken gebruik van dit ouderschapsverlof. Finland investeert dus enorm in jonge kinderen.

Doordat kinderen langer bij hun ouders blijven, is er minder kans op stress of onveilige hechting. En daardoor is er weer minder kans op emotionele problemen waardoor ontwikkelingsachterstand kan ontstaan. Brouwers adviseert bezinning op de consequenties van deze Finse les.

Letter- en cijferkennis

Brouwers beschrijft in 'Waar blijft de kleuter?' verschillende praktijksituaties. Daardoor leest het boek prettig. De pedagoge is nogal negatief over het huidige onderwijs aan jonge kinderen. Eigenlijk concludeert ze dat de integratie van kleuterschool en lagere school kleuters niets goeds heeft opgeleverd; integendeel zelfs.

Haar zorg dat het spel tegenwoordig wordt ondergewaardeerd, deel ik. Tegelijkertijd legt ze de lat erg hoog. Het vergt immers nogal wat van je om een leerkracht te zijn ‘die alle mogelijke betekenisvolle momenten aangrijpt om ontwikkeling te stimuleren en om te observeren wat er precies beklijft of niet, zodat je je verdere onderwijs daar weer op kunt afstemmen’. Zeker als je ook nog eens een grote groep hebt.

Dat er bij kinderen die daar nog niet aan toe zijn, te veel nadruk wordt gelegd op letter- en cijferkennis, herken ik. Anderzijds zie ik dat veel kleutergroepen nog steeds voornamelijk thematisch werken. En dat kleuters ook nog volop spelen.

Het onderzoek in Finland, dat Brouwers aanhaalt, had een verrassende uitkomst: het laat zien dat kinderen beter af zijn als ze de eerste jaren bij hun ouders zijn. Daar mag onze overheid best een voorbeeld aan nemen. Die stimuleert beide ouders om buitenshuis te werken, waardoor hun kinderen al jong naar de opvang moeten. Brouwers wijst er terecht op dat dit risico’s met zich meebrengt voor jonge kinderen.

Artikelenbundel

Pedagoge Helma Brouwers publiceerde verschillende artikelen waarin ze opkomt voor de belangen van jonge kinderen, die volgens haar echt kleuters moeten blijven. Die zijn gebundeld in 'Waar blijft de kleuter?'

Brouwers, Helma (2019).Waar blijft de kleuter? Een terugblik op bijna 35 jaar basisonderwijs. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Terug naar overzicht