Voor de organisatie van goededoelenacties in een multiculturele context zijn taalbarrières en inkomensverschillen niet onoverkomelijk. ‘God kijkt niet naar wat je geeft, maar waarvan je geeft’, zei Revius al. Rotterdamse leerlingen en ouders zetten zich enthousiast in voor hun naaste.
Een indringende presentatie van vier organisaties die gezamenlijk hulp geven in Oekraïne* vormt het startschot voor de actie op de Petrus Datheenschool. De leerlingen zien beelden van de levensomstandigheden van hun leeftijdsgenootjes die niet gewoon naar school kunnen. Die volgen vanwege de oorlog onderwijs in schuilkelders en ondergrondse metrostations. Vooral de video van het zingende gezin in de schuilkelder maakt grote indruk (Link naar video).
Bijzonder karakter
De oudercommissie van de school kiest elk jaar een goed doel waarvoor een actie gehouden kan worden. Dat doel moet in overeenstemming met de grondslag van de school, een christelijk doel zijn. Kartrekker Liesbeth van der Wel legt uit waarom voor de huidige actie is gekozen. ‘We vinden het belangrijk dat de kinderen leren dat veilig naar school gaan niet vanzelfsprekend is.’ Het bijzondere karakter van de kleine school heeft ook consequenties voor de manier van geld inzamelen.
‘We mogen niet van alle ouders vragen of ze een duur brood kopen voor een goed doel’
Liesbeth van der Wel
Niet iedere ouder begrijpt de in de Nederlandse taal gegeven informatie even gemakkelijk. Voor wie Ghanees, Duits of bijvoorbeeld Engels spreekt en leest, vergt het wel wat inspanning om de bedoeling te doorgronden. Bovendien torsen veel kinderen en ouders zelf een forse rugzak. Niet iedereen beschikt over voldoende geldelijke middelen om een steentje bij te kunnen dragen.
Lege brooddoos
De leerkracht vertelt dat de prijzen van de te bestellen producten binnen de oudercommissie voor discussie heeft gezorgd. ‘We verkopen praktische artikelen, zoals drie soorten brood, eierkoeken en bolussen. Een brood kost 3 euro per stuk. Voor dat geld kun je in de supermarkt vier of vijf broden van de vorige dag meenemen. Sommige kinderen komen met een lege brooddoos naar school. We mogen niet van alle ouders vragen of ze een duur brood kopen voor een goed doel.’
Toch willen alle ouders graag meedoen. Een moeder van een gezin in zwaar weer geeft aan dat zij het belangrijk vindt om aan haar kinderen door te geven dat we als christen naar anderen om moeten zien.
Juist daarom houdt de oudercommissie rekening met de draagkracht van ouders. Iedereen moet mee kunnen doen. Leerlingen kunnen met de bestellijsten ook naar hun buren en familie gaan. Ouders hoeven zich niet verplicht te voelen meer te bestellen dan ze zich eigenlijk kunnen veroorloven.
Spannend, een leuke actie en medelijden
Een aantal antwoorden van kinderen op twee vragen:
- Hoe heb jij de spullen van de actie verkocht?
- Wat dacht je er toen bij?
Aron: ‘Ik heb het aan mijn familie gevraagd tijdens een verjaardag. Dat was makkelijk, omdat we in één keer veel mensen zagen. We konden alleen geen brood verkopen, want mijn familie woont ver weg.’
Lisette: ‘Langs mensen hun huis en bij bekenden als ik ze zag. Ik vond het in de straat spannend, bij bekenden niet.’
George: ‘Bij mijn familie en langs de deur. Ik wil winnen en ik vind deze actie gewoon leuk.’
Kevin: ‘Gevraagd aan familie en in de app gezet. Ik voelde medelijden met de mensen in oorlog.’
Noor: ‘Mijn familie gevraagd en de meester en de juffen op school. Ik wil die mensen helpen als je ziet hoe arm die mensen het daar nu hebben en hoe bang ze zijn.’
Presentje
De looptijd van deze actie is, in tegenstelling tot vorige acties, maar een week. ‘Anders versloft het toch maar’, vindt Van der Wel. Aan het einde van een schooldag herinneren leerkrachten hun pupillen nog een keer aan de missie om de bestellijsten in te laten vullen. Verder kunnen ze het met een gerust hart aan de leden van de oudercommissie over laten. Behalve dan dat ze met de klas bidden voor de kinderen in Oekraïne.
Elk kind dat een ingevulde bestellijst mee naar school neemt, krijgt een presentje. Ook al staat er niet meer op dan één besteld product. Wie de meeste bestellingen weet te verzamelen, krijgt een waardebon van een populaire winkel met snuisterijen, snoep en speelgoed.
Burgerschap
In de nieuwsbrief naar de ouders benadrukt directeur Henk Schipper waarom de school een actie houdt. Hij schrijft: ‘Elk jaar willen we samen met de kinderen in de praktijk brengen waar we als christenen toe geroepen worden: “God liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf.’”
Dat is de praktische uitwerking van wat het schoolplan onder de noemer “Burgerschap” vermeldt: ‘Wij vinden het belangrijk, dat onze leerlingen op een bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen, maar ook naar anderen omzien. In de school leren wij leerlingen daarom goed samen te leven en samen te werken met anderen. Wij willen leerlingen brede kennis over en verantwoordelijkheidsbesef meegeven voor de samenleving.’
Zo is een kleine school groot in het uitdragen van haar opdracht en missie. Niet alleen in woorden, maar ook in daden.
Verwonderd
‘Dit is echt heel veel voor onze kleine school.’ Van der Wel is verwonderd over de bestelling die aan het eind van de actieweek naar de bakker wordt gemaild.
- 225 zakjes eierkoeken
- 340 zakjes bolussen
- 60 witbroden
- 65 tarwebroden
- 185 volkorenbroden
- 315 zakjes snoeprollen