• Thema-artikel
Christiaan Bijl

Teksten van grote denkers doornemen en daar een heel goed gesprek over hebben’

Hoe ziet goed onderwijs eruit? Dat is een vraag die Jordi Wiersma al jaren bezighoudt. Hij deed er onderzoek naar en promoveerde eind 2023 op Democratie, deugden, docentschap. De docent als gids in de democratie.

Ik ontmoet Wiersma op Rapenburg 6 in Leiden. Het monumentale grachtenpand is de thuisbasis van het Pascal Institute, waar Wiersma aan verbonden is. Omringd door schilderijen en boekenkasten met werken van Plato, Tocqueville en Spinoza wordt onderwijs gegeven over de grote denkers.

Voorafgaand mag ik sfeer proeven door middel van een college over De civitate Dei, een van de hoofdwerken van Augustinus. Op het programma staan de boeken over het laatste oordeel. Een kleine groep studenten neemt plaats aan een lange, eiken tafel. Daarop enkel boeken, pen en papier. We lezen gezamenlijk een aantal passages, lessen uit voorgaande colleges worden opgehaald. De docent scherpt op, stelt vragen, zoekt verbindingen met andere denkers. Al snel ontspint zich een boeiend gesprek. De tijd vliegt.

‘De traditie – zowel de christelijke als de klassieke – heeft hier altijd een antwoord op gehad, door te erkennen dat er een hoger mensideaal is’

Jordi Wiersma

Democratische mens

Dit geeft een indruk van het onderwijs dat Wiersma, president van het Pascal Institute en onderzoeker rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Leiden, voorstaat: ‘Teksten van grote denkers doornemen en daar een heel goed gesprek over hebben.’ Onderwijs dat haaks lijkt te staan op onze tijd, die van de “democratische mens”. Een beeld, ontleend aan Plato, dat volgens Wiersma misschien wel het dominante mensbeeld van onze tijd beschrijft: dat van vluchtigheid en richtingloosheid.

Wiersma legt uit dat Plato de link legt tussen de waarden van een democratie – vrijheid en gelijkheid – en de invloed van die staatsvorm op de ziel van zijn burgers. ‘Onder het mom van vrijheid moeten we kunnen doen en zeggen wat we willen. En gelijkheid maakt dat we alle keuzes gelijk waarderen. Of je nu de hele dag zit te gamen of je in wilt zetten voor de armen in Afrika. Wat resulteert, zijn burgers die de ene dag hard studeren en de andere dag gaan feesten. Een heel gevarieerd leven waarvan diegene zelf zal denken dat-ie er heel gelukkig van wordt.’

Artes liberales

‘De traditie – zowel de christelijke als de klassieke – heeft hier altijd een antwoord op gehad, door te erkennen dat er een hoger mensideaal is. Namelijk een mens die streeft naar een deugdelijk, een goed leven. Het onderwijs is eeuwenlang middel geweest om mensen hierin in te leiden. Door een brede vorming te bieden, die de Romeinen de artes liberales noemden.’

Deze brede vorming is volgens depresident van Het Pascal Institue niet alleen belangrijk voor het individu, maar juist voor de maatschappij als geheel. ‘In een samenleving moet leiding worden gegeven en het zijn juist de leiders die moeten groeien in de deugden. Neem als voorbeeld een bestuurder die moet kiezen om iemand weg te sturen of aan te houden. Dat vraagt om een diepe beschouwing, om inzicht in goed en kwaad, om wijsheid.’

‘Je moet niet kiezen wat bij je past, je moet doen wat goed is. Bepaalde boeken zijn nu eenmaal beter dan andere boeken’

Jordi Wiersma

Specialisme

Wiersma beschrijft hoe vanaf de negentiende eeuw, door de oprichting van de Duitse onderzoeksuniversiteit, een ander curriculum dominant is geworden: het specialisme. ‘Het werd vooral belangrijk om het eigen vak te beheersen. Daar zijn we in Europa heel goed in geworden, waardoor de brede opleiding grotendeels van de kaart is verdwenen.’

‘In onze tijd zien we een opleving met de opleiding Liberal Arts and Sciences, maar stiekem in een misvormde variant. Men gaat er toch vanuit, in de geest van vrijheid, dat je moet kunnen kiezen wat bij jou past. Maar het traditionele beeld is juist: je moet niet kiezen wat bij je past, je moet doen wat goed is. Bepaalde boeken zijn nu eenmaal beter dan andere boeken. Het is meer de moeite waard om Plato of Augustinus te lezen dan veel algemene tekstboeken.’

Volgens Wiersma hebben studenten daar soms moeite mee, omdat ze denken in termen van gelijkheid. ‘Maar we kunnen toch ook niet allemaal even goed voetballen? En als je een coach zoekt voor je voetbalteam, dan wil je toch de beste? Met boeken en denkers is dat niet anders.’

Ontmoeting

Een goed curriculum is één, maar Wiersma kwam in zijn onderzoek tot de conclusie dat dit pas tot leven komt door een goede docent. Hoe zo’n docent eruitziet? ‘Dat is in de eerste plaats iemand die breed opgeleid is. Een docent moet goed kunnen lezen, beschouwen, formuleren, een goed oordeelsvermogen hebben. Ik pretendeer niet dat dit op alle scholen in Nederland kan. Maar naar het aristocratische ideaal geldt: als je de top goed organiseert, sijpelt dat door.’

Wiersma is positief over het reformatorisch onderwijs. ‘Jullie hebben het grote voordeel dat er nog gelezen wordt. Docenten zijn ontvankelijker voor het traditionele onderwijs. Ik hoef jullie niet uit te leggen dat het ene boek boven het andere staat. Goede docenten zijn schaars, maar bijna altijd wel te vinden op jullie scholen.’

Het ideaal van een goede docent beschrijft Wiersma als een liefdesideaal. ‘Een goede docent heeft liefde voor zijn studenten. Daarom is het jammer dat in het huidige schoolsysteem zoveel haast zit. Er is te weinig ruimte voor echte ontmoeting. Terwijl leerlingen juist dát onthouden. Denk aan het kloosterweekend, de werkweek of het blijven hangen na schooltijd omdat die ene docent ook bleef hangen.’

‘Apparaten vergroten onze vrijheid, maar dat kan onze ziel helemaal niet aan’

Jordi Wiersma

Studiezaal

‘Daarnaast heeft een echte docent liefde tot studeren. Voor het aantrekken van docenten wordt te vaak gedacht aan meer geld. Dat is het dominante mensbeeld. Maar ik geloof niet dat een docentenziel per se meer geld wil. Ik denk dat tijd om te studeren meer trekt. Idealiter zou iedere school een eigen studiezaal hebben. Ik denk dat je de meeste docenten niet hoeft te verplichten om daarheen te gaan.’

‘Je moet ze er wel de tijd voor geven. Dat is een moeilijkheid, er wordt te veel lesgegeven. Een schoolleider zou rustpunten moeten inbouwen, zowel in tijd als in ruimte. En een bepaalde intellectuele vrijheid om te doceren wat je wilt.’

Apparaten

Wiersma beschouwt het inbouwen van die rustpunten als cruciaal. ‘We hebben die momenten nodig. Zondagsrust, stille tijd, een gebed voor het eten, dat zijn natuurlijk niet alleen dogma’s.’ Hoe ze dat zelf inbouwen? ‘Lange pauzes, samen wandelen, niet het hele jaar colleges. Er komt straks weer een lange zomer aan, zodat mensen thuis rustig boeken kunnen lezen. En kijk om je heen hier, wij geven geen geld uit aan laptops of smartboards.’

Technologie beschouwt hij als een van de grote verstoorders. ‘Het beeld van de democratische mens wordt erdoor versterkt. Apparaten vergroten onze vrijheid, maar dat kan onze ziel helemaal niet aan. Daarom hebben studenten die ons programma volgen, iedere ochtend verplicht “studium’” Dan komen ze hier studeren en worden telefoons ingeleverd. Dat is eigenlijk een vrijheidsbeperking, maar ook een beperking van de vluchtigheid. Ik geloof dat we het individueel namelijk altijd verliezen van Silicon Valley.’

Terug naar overzicht