Het onderwijs bereidt leerlingen voor op de toekomst. In het po en vo is dat doorgaans een volgende opleiding, maar in het mbo is dat meestal de arbeidsmarkt. Hoe doe je dat, studenten voorbereiden op de arbeidsmarkt? ‘Eigenlijk alles op het mbo is daarop gericht.’
Als je kiest voor een beroepsopleiding, kan het niet anders of het beroep van de gekozen opleiding staat vanaf het begin tot het eind van de opleiding centraal. Zo ook op het Hoornbeeck College. ‘Eigenlijk is alles op het mbo gericht op de voorbereiding van de student op de arbeidsmarkt’, aldus Peter Hakvoort, coördinator extra ondersteuning en decaan op het Hoornbeeck College Kampen. Tijdens de intake gaat de toekomstige student met een loopbaanoriëntatiebegeleider in gesprek. Een groot deel van het gesprek gaat over de talenten van de student en de motivatie voor het beroep. Past de keuze van de opleiding bij de interesses en capaciteiten? Vaak is er een match en wordt de student geplaatst.
Diepere vragen
Eenmaal aan de studie, staat de les loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) regelmatig ingeroosterd. LOB helpt de studenten niet alleen bij het ontwikkelen van een professionele houding, maar ook bij een continue reflectie op de opgedane bekwaamheden en een voorbereiding op werk of vervolgstudie. ‘Diepere levenvragen worden daarbij niet uit de weg gegaan’, vertelt Hakvoort. De bespreking over loopbaansturing roept soms vragen op: wat is de wil van God in mijn leven? Dat mag ook een gebedspunt zijn. Realistisch beeld De kunst is natuurlijk het beroep zo realistisch mogelijk voor te stellen tijdens de opleiding. Gelukkig werken er op het Hoornbeeck College veel zijinstromers met recente kennis en ervaring van de werkplek. Zij brengen deze dagelijks mee de les in. Bovendien hebben bedrijven en instellingen invloed op het curriculum van de opleiding. Niet alleen denken zij aan de voorkant samen met de overheid mee over de eisen van de opleiding, maar ze worden in de regio ook regelmatig gevraagd feedback te geven op de opleiding. Dit helpt de student een beroepsidentiteit te ontwikkelen. Buiten de school is de echte oefenplaats. Daarom gaan mbostudenten naar verschillende stageplaatsen. Elke locatie van het Hoornbeeck onderhoudt contacten met werkgevers in de regio. Met identiteitsgebonden instellingen bijna vanzelfsprekend, want de Hoornbeeckstudenten passen goed bij die organisaties en voelen zich daar thuis. ‘Je kunt wel spreken van een warme overdracht van het Hoornbeeck naar de werkgever’, stelt Hakvoort.
Arbeidsethos
Nederland doet het internationaal gezien behoorlijk goed als het gaat om de aansluiting van hbo-studenten op de arbeidsmarkt. Met name de goede connecties van scholen met werkgevers dragen daaraan bij. Driekwart van de Hoornbeeck-studenten krijgt een baan aangeboden tijdens de stage. Een grote meerderheid maakt gebruik van die gelegenheid. Anderen vinden op eigen kracht een baan. Na een jaar heeft 80 procent een baan ten opzichte van een landelijk gemiddelde van 65 procent. Het grote verschil zit in de keuze voor een voltijds vervolgopleiding: landelijk is het percentage 25 procent, tegenover 15 procent Hoornbeeckstudenten. Daarentegen kiezen iets meer oud-studenten van het Hoornbeeck voor een combi van werk en studie. ‘Het arbeidsethos dat de studenten tijdens hun stage vertonen, staat klaarblijkelijk ook na diplomeren hoog in het vaandel.’ Toch is het niet voor iedere student eenvoudig om een baan te vinden. Door marktwerking kan het aanbod van werk zomaar veranderen. Tijdens de coronapandemie bijvoorbeeld kwam de zorg handen tekort, maar verdwenen arbeidsplaatsen in de horeca en detailhandel. Dat is voor een groot deel herstel hoewel de ongelijkheid in werkgelegenheid tussen niveau 4- en niveau 2-studenten iets is toegenomen. Met name voor een niveau 2-student die de beroepsopleidende leerweg (BOL) volgt, kan het lastig zijn een baan te vinden. Vastgelopen student Ook dan is hulp nabij. ‘De school loopt graag een extra mijl met de studenten mee.’ Een jobcoach zoekt samen met de student naar een oplossing, al dan niet in samenwerking met de gemeentelijke overheid. De locatie Kampen heeft een docent opgeleid tot jobcoach. Deze helpt een vastgelopen student zoeken naar een passende baan. Mogelijk wordt dit project uitgebreid tot een schoolloket waarbij elke gediplomeerde student die nog geen werk heeft, terug kan komen voor nazorg.
Positieve terugblik
Als je wilt weten of studenten goed zijn voorbereid op de toekomst, moet je de mening van oud-studenten vragen. De Hoornback alumniclub is daarom een goede peilstok. Deze club bestaat vier jaar en omvat inmiddels 6000 oud-studenten. Uit een recente enquête blijkt dat zij opvallend positief zijn over de stages, maar ook over de aansluiting van de opleiding op het werk. De alumni die een vervolgstudie doen, geven echter een krappe voldoende aan de ontwikkelde leer vaardigheden. De focus binnen de opleiding is klaarblijkelijk meer gericht op het werkveld dan op studeren op een hoger niveau. Het mooie van alumni is dat zij niet slechts een graadmeter zijn hoe de school studenten voorbereidt op de arbeidsmarkt, maar zij bieden zich ook aan om gastlessen te verzorgen of studenten te begeleiden. Zo ontstaat er een wisselwerking tussen school en praktijk, met als gevolg meer actualiteit in de school en een grotere baankans voor de student.