Ineens schiet hij hardop in de lach, onze kleuter. Ik zie het plezier in zijn ogen en de lach om zijn mond. Nieuwsgierig kruip ik naast hem en stop ook een oortje in mijn oor. Voorleesmoment in quarantainetijd.
Dikke lol heeft onze zoon om die domme, domme Pad. Pad heeft zaadjes gezaaid in zijn tuin en roept dan overluid: ‘Ga maar groeien, zaadjes!’ Als dat echter niet meteen gebeurt, haalt hij van alles en nog wat uit de kast om zijn zaadjes te stimuleren.
Terwijl onze zoon steeds meer plezier heeft om Pad, is het net of ik in de spiegel kijk. Lijk ik niet erg veel op Pad? Ik zaai het zaad van Gods Woord in de levens van mijn kinderen. En dan? Dan word ik ongeduldig, of bang. Ik zie alleen maar die zwarte akker en ik ben bang dat het zaad nooit ontkiemt. Ik voeg aan de woorden van God goede adviezen toe. Ik raad aan om dit boek te lezen, of dat eens te luisteren. Ik controleer wat ze kijken op hun telefoon en ben bezorgd. Zou het goede zaad wel ooit op komen?
Ja, ik lijk eigenlijk heel veel op Pad uit het boekje van Arnold Lobel. Pad leest zijn zaadjes een boek voor. Hij speelt voor zijn zaadjes op de viool. Zingt liedjes en leest gedichten voor. Ongeduldig staat hij met zijn neus vlak bij de grond te turen of zijn zaadjes al opkomen. Moe en moedeloos valt hij uiteindelijk in slaap. Wat is hij verrast als Kikker hem wakker schudt. Zijn zaadjes zijn ontkiemd!
Slechts zaaien, slapen en opstaan
Het verhaal laat me niet meer los. Zeker niet als ik later de Bijbel opensla bij Markus 4. Opnieuw een verhaal over een zaaier. Nu geen pad, maar een heel gewone boer. Hij strooit zaad uit over zijn akker. En ... vertelt Jezus, daarna gaat hij naar bed. Hij slaapt. Hij staat op. Nacht en dag. En als vanzelf (in het Grieks staat er automatè), zonder dat de boer weet hoe, ontkiemt het zaad. De eerste blaadjes worden zichtbaar, een stengel groeit, er komt vrucht. En dan is het tijd voor de oogst.
Zo, is het Koninkrijk van God! Zo eenvoudig. Slechts zaaien, slapen en opstaan. En als vanzelf, automatè, zorgt de Heere voor vrucht. Wat een bemoediging. Voor ons slechts de taak om te zaaien. Vrucht volgt, als vanzelf.