De doppers worden uit de kast gepakt, de bakjes uit de la. Onze dochter heeft als taak de pauzehappen klaar te maken. ‘O ja, mam’, zegt ze ineens, ‘woensdag wordt voortaan ”waterdag” op school. We mogen dan geen limonade meer meenemen.’ Van schrik laat ik de gelpot bijna uit mijn handen vallen.
Wat? Woensdag waterdag? Heb ik wat gemist, de nieuwsbrief niet goed gecheckt? En wat vind ik hiervan? Moet school bepalen wat ik in de schooltassen van mijn kinderen stop? Vinden ze dat ik het niet goed doe? Vergiftig ik mijn kinderen met limonade in hun dopper?
Maar ik heb geen tijd hier verder over na te denken. Het hoofd van mijn zoon, dat ik onder handen heb, begint te steigeren. ‘Ik doe er niet aan mee’, zegt hij zeer stellig en verontwaardigd. ‘Als de school dat zegt’, zeg ik braaf, ‘kunnen wij niet zomaar zeggen dat wij daar niet aan mee doen. Dan moeten we gehoorzaam zijn. Misschien is het alleen nog maar een idee’, opper ik.
‘Nee, het moet echt’, klinkt het in koor. ‘Nou, gelukkig is het geen woensdag’, beëindig ik het gesprek. Ik was mijn plakkerige gelvingers en we vertrekken naar school. Met limonade in de rugzakken.
Straks mogen onze kinderen alleen nog op orthopedisch verantwoorde schoenen naar school
Later, als mijn man thuis is, denk ik er weer aan. ‘Jullie hebben op school toch ook fruit- en waterdag?’ Wat vinden de ouders daarvan? Zonder antwoord af te wachten, steek ik van wal. ‘Ik vind het te ver gaan. Straks gaat school bepalen dat onze kinderen op orthopedisch verantwoorde schoenen naar school moeten komen, omdat dat het beste is voor kindervoeten. Mogen we als ouders nog zelf onze keuzes maken? En weet school wel hoe weerbarstig de opvoedingspraktijk is thuis?’
O ja, het liefst zou ik mijn kinderen altijd gezond laten eten en drinken. Een stukje fruit als ze uit school komen. Snoep afschaffen. Water drinken. Eten volgens de schijf van vijf. Nix 18. Maar, als ik een goed ”snoepplan” heb bedacht met voor ieder twee snoepjes per dag, komen onze pubers thuis met een zak snoep en delen ze daarvan vrolijk uit aan de kleintjes. Als vervolgens de oudste hongerig thuiskomt en het tosti-ijzer uit de kast vist, moet ik hoofdschuddend toezien hoe het buikje van zijn peuterbroertje zich vult met tosti met curry. ‘Mam, doe niet zo moeilijk’, bromt hij me toe. ’s Avonds probeer ik vergeefs een lepel groente naar binnen te krijgen.
Misschien zorgt mijn frustratie ervoor dat ik grote weerstand voel bij de plannen van de school. Ik besluit het te laten zakken. Maar daarna, wil ik er nog eens goed over nadenken. Want, of school de taak heeft de opvoeding van ouders over te nemen…?