Wat heeft de coronacrisis het onderwijs te zeggen? Zes betrokkenen geven daar woorden aan.
ds. A.C. Uitslag; predikant, lid van de raad van toezicht van de Pieter Zandt scholengemeenschap en lid van de identiteitsraad van het Hoornbeeck College/Van Lodenstein College
‘Als de coronacrisis dichtbij komt, bepaalt ons dat sterk bij de eindigheid van ons leven. Het zet onze schoolplannen en leerdoelen in een ander licht. Van de ene op de andere dag worden onze jongeren van ons afgescheurd. De vraag klemt: heb ik hen genoeg aangespoord tot bekering? Het bepaalt de christelijke onderwijsgevende bij zijn belangrijkste taak: een leidsman tot Christus te zijn.
Het is nu vooral van belang dat het onderwijs zich dienstbaar opstelt door het leveren van voldoende (maat)werk voor de leerling. Ik zie allerlei mooie initiatieven. Vanuit christelijk perspectief dient er oog te zijn voor de zwakkeren en kwetsbaren. Houd voor deze leerlingen de school (deels) open.
Mooi dat plaatselijke kerken dagopeningen verzorgen. De grootste uitdaging ligt nu bij de ouders, die hun jawoord hebben gegeven bij de doop. Helaas werd de christelijke opvoeding dikwijls uitbesteed aan kerk en school. Nu blijkt het belang van huisgodsdienst des te sterker.’
‘Nu blijkt belang van huisgodsdienst’
ds. A.C. Uitslag
dr. R. Bisschop; voormalig geschiedenisdocent en directeur van de locatie Revius van het Wartburg College, Tweede Kamerlid en onderwijswoordvoerder voor de SGP
We waren volledig geabsorbeerd door bezigheden en tot over onze oren bezig met plannen. Nu worden we bepaald bij onze afhankelijkheid en kwetsbaarheid. Plotseling ligt er de noodzaak om binnen het onderwijs prioriteiten te stellen en ons te richten op de essenties van het onderwijs. Wat gebeurt er als je een jaar geen les kunt geven? Een christendocent heeft de prachtige taak te wijzen op wat eeuwigheidswaarde heeft.
Houd bij afstandsonderwijs wekelijks contact met leerlingen. Ook om te peilen waar je materiële ondersteuning moet bieden. Doe daarvoor vrijmoedig een beroep op de diaconie van de plaatselijke kerkelijke gemeente. We moeten binnen het onderwijs en in de kerken op een alternatieve manier gestalte geven aan gastvrijheid en herbergzaamheid.
Voor het onderwijs zie ik ook kansen. Zo worden we gedwongen te experimenteren met digitalisering – welke mogelijkheden biedt die ons nu werkelijk? We hadden er anders misschien wel vijf jaar over gedaan om te komen waar we nu staan.’
‘Wijzen op wat eeuwigheidswaarde heeft’
dr. R. Bisschop
dr. S.D. Post; coach, mediator, ondernemer met wortels in het onderwijs en auteur van o.a. 'Openbaring begrijpen'
‘Deze crisis zie ik onder andere als een Goddelijke bespotting van menselijke arrogantie. Ook in het christelijk onderwijs. Neem bijvoorbeeld de monitoring van individuele leerprocessen, sociaal-emotionele ontwikkeling en andere onderwijszaken. De ratrace naar steeds betere individuele resultaten. Deze opmerkelijke crisis zou ons moeten stilzetten. Hoe beïnvloedt de trend om meer te monitoren onze afhankelijkheidsbeleving en een ongedeeld verwachting van Gods zegen voor dit kind? Een zegen die natuurlijk niet hoeft samen te vallen met onze smart geformuleerde resultaatbeschrijvingen.
Ik denk ook dat in deze crisis blijkt dat veel christenen het steeds moeilijker vinden om te duiden wat God hiermee wil zeggen. Onze leerlingen leven in de tijd vlak voor de wederkomst. We moeten ze leidinggeven om te begrijpen wat er aan de hand is. Het Bijbelboek Openbaring kan leerkrachten hierbij geweldig helpen.
Een oprecht christen zou nu niet zo gespannen en onzeker moeten zijn. De hemelse Vader houdt alle schepselen immers in Zijn hand. Verder is het goed om samen met leerlingen de aandacht op de naaste te richten. Wees er ook voor de ouders.
Als ik moest kiezen, zou ik – met alle respect voor gezondheidszorgwerkers – applaudisseren voor de moeders in de gezinnen, die daar van dag tot dag de boel moeten runnen.’
‘We leven vlak voor de wederkomst’
dr. S.D. Post
W. Flier; diaken in de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Ede, lid van de raad van advies van de Rehobothschool voor speciaal onderwijs te Barneveld
‘De coronacrisis heeft ons allen als een oordeel Gods veel te zeggen. We leven onder de laaghangende oordelen van het laatste der dagen, zie Markus 13:8. En het is te vrezen dat wij allemaal, wanneer het oordeel zou verminderen of overgaan, ons beroemen op de goede maatregelen die zijn genomen. En op de oude voet weer verder leven, zonder stem of opmerking dat het een oordeel des Heeren was, zonder erkenning dat het onze zonden en ongerechtigheden waren die dit oordeel over ons brachten. Ons past ware verootmoediging en waarachtige bekering onder de slaande hand des Heeren en een leven in eenvoudigheid naar Gods Woord.
Ouders zijn eerstverantwoordelijk voor de kinderen. Verder is er maar één thuis voor de kinderen en dat is thuis. Daarbij zijn er zeker in deze nieuwe situatie best zorgen, vooral ook rond kinderen met problemen. Maar er zijn ook positieve punten. Het is een stuk rustiger geworden in de gezinnen. De ouders betrekken hun kinderen meer bij het gezinsleven. En zelfs de kinderen blijken begrip te hebben voor deze ernstige omstandigheden. Wat zou het groot zijn als door de maatregelen vanwege het coronavirus Gods Naam van kind tot kind voortgeplant zou mogen worden in de gezinnen.’
‘Onze zonden brachten ons dit oordeel’
W. Flier
ds. H. Liefting; oud-leraar in PO en VO, emeritus-predikant in de PKN en vanuit het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond afgevaardigde naar de overleggen tussen de bestuurders van het reformatorisch funderend onderwijs met de achtbankerken
‘Laten we als christenen voorzichtig zijn met allerlei stevige uitspraken. Toch moeten we mijns inziens eerlijk toegeven dat we, ook in het onderwijs, net als de mensen uit Genesis 11, voortdurend bezig zijn met elkaar machtige bouwwerken te construeren.
De crisis waarmee we nu te maken hebben, roept ons ontegenzeggelijk op tot bezinning. De Heere laat door dit alles wereldwijd de roep uitgaan om ons tot Hem te wenden. Zodat we, in een tijd waarin een virus met de Latijnse naam voor kroon rondwaart, zicht krijgen op de Koning der koningen. Op Hem Die een doornenkroon droeg, maar in werkelijkheid alle macht heeft in hemel en op aarde. Het zou rijk zijn als leerlingen door alles heen (meer) zicht zouden krijgen op deze Kruiskoning.
Verbinding en elkaar stimuleren zijn in deze situatie van wezenlijk belang. Ik hoorde dat een aantal leraren een bemoedigend lied zong voor hun leerlingen. Het is ook belangrijk dat leerlingen onderling contact houden.
De kerk heeft de roeping het Evangelie blijvend te laten klinken, toegepast op deze tijd. En vooral voorbede te doen voor de gezinnen die in een redelijk kleine ruimte met elkaar leven; voor de leerlingen en leerkrachten.’
‘Laat ons zien op de Koning der koningen’
ds. H. Liefting
drs. R.A. van der Garde; gepensioneerd bestuurder van de Stichting Ds. G.H. Kerstencentrum
‘De coronacrisis is een oordeel van de Heere dat over ons komt vanwege onze zonden. Het is allereerst nodig dat we door genade de Heere mogen rechtvaardigen in de straffen die Hij over ons brengt.
In deze crisistijd moeten we er vooral zijn voor onze kinderen. En ervoor zorgen dat de godsdienstige opvoeding niet in de knel komt. Er moet aandacht zijn voor onzekerheid en spanningen. Duidelijk is in ieder geval dat we alleen veilig zijn als de Heere ons beveiligt. Hij is het ook die dit alles bestuurt.
We moeten er ook rekening mee houden dat bepaalde leerlingen in moeilijkheden kunnen komen doordat het onderwijs thuis niet optimaal kan worden gegeven. Het is een grote zorg dat kinderen mogelijk psychisch in de problemen komen omdat er alleen op afstand pedagogische gezinsbegeleiding kan worden gegeven. Een optie is dan misschien overdag opvang buitenshuis, met een goede (ortho)pedagogische aanpak. Al is dat een zoektocht vanwege de beperkingen door het besmettingsgevaar.
Juist in deze tijd moeten kerken het onderwijs zoveel mogelijk steunen. KOC Diensten staat scholen, kerken en gezinnen in deze crisistijd bij door regelmatig contactbrieven te sturen naar scholen, gezinnen en kerken.’
‘Alleen veilig als de Heere ons beveiligt’
drs. R.A. van der Garde