• Thema-artikel
Gesine Zuijdweg

Een gedeelde opdracht en een gezamenlijke verantwoordelijkheid

een gesprek over de samenwerking tussen leerkrachten en ouders met Jan Noteboom, auteur van 'Even over mijn zoon, juf… Communiceren met ouders in het basisonderwijs'

Daar sta je dan, voor 25 kinderen van anderen. Ouders’ dierbaarste bezit. In goed vertrouwen aan jou uitgeleend. Of je wilt meehelpen hen op te voeden. Het klamme zweet zou je uitbreken, zeker als je zelf nog maar net klaar bent met je opleiding. Hoe houd je de lijn met vaders en moeders vast? Om leerkrachten daarbij een steuntje in de rug te geven, verscheen onlangs het boek Even over mijn zoon, juf… Communiceren met ouders in het basisonderwijs. Auteur Jan Noteboom: ‘Beide partijen moeten hun best doen.’

Op nogal wat scholen ontbreekt een visie op ouderbetrokkenheid, constateert Noteboom, docent bij Driestar hogeschool en voormalig basisschoolleerkracht en -directeur. ‘De uitwerking hangt van de individuele leraar af, en iedereen doet zijn eigen ding.’ Als het gaat om ouderbetrokkenheid draait het volgens Noteboom om de vraag hoe wij binnen onze school tegen ouders aankijken. ‘Leerkrachten hebben een visie op ouders die varieert van: “ik ben de leraar en ouders moeten zich er niet mee bemoeien” tot “ik bespreek alles met ouders”. Dat is nogal gechargeerd, maar toch zie je vaak dat die grondhouding bepalend is voor hoe oudercontacten verlopen.’ Noteboom hoopt dat zijn boek aanzet tot gesprek. ‘Laat leerkrachten reflecteren op hoe zij de samenwerking met ouders vormgeven en laat ze dat met elkaar delen, zodat ze van elkaar kunnen leren.’ Scholen zouden er volgens hem goed aan doen om beleid te maken op ouderbetrokkenheid. Zijn boek kan daar aan bijdragen, meent hij.

'Even over mijn zoon, juf …' is tot stand gekomen binnen het project Samen ontwikkeling. Daarin doen mensen uit het basisonderwijs samen met medewerkers van Driestar hogeschool onderzoek. Naast het boek is er een beeldbank met videomateriaal ontwikkeld, waarin gesprekken tussen leerkracht en ouders worden nagespeeld en korte interviews zijn opgenomen met ouders, leraren en directeuren.

Confrontaties

Noteboom vertelt over de verschuiving die hij in de tientallen jaren die hij bij het onderwijs betrokken is, heeft gezien. ‘Toen ik veertig jaar geleden voor de klas stond, hadden leerlingen en ouders veel ontzag voor de onderwijzer. Ik hoorde een beetje in het rijtje van belangrijke mensen als de burgemeester en de dominee. Ouders namen alles wat de meester zei voetstoots aan. Tegenwoordig zie je dat ouders zich overal veel meer in verdiepen en zich ermee bemoeien. Het schooladvies leidt soms tot confrontaties. Veel ouders vinden een zo hoog mogelijk schoolniveau toch wel heel erg belangrijk.’ Is dit ook het geval in de reformatorische gezindte? ‘De verschuiving die je in onze maatschappij ziet, vind je ook bij ons. De emancipatie gaat ook onze gezindte niet voorbij.’ Wat vindt Noteboom van die verschuiving? ‘Ik vind die niet per definitie negatief, hoor.

Ouders zijn hoger opgeleid en daaraan moet je je als onderwijzer wel aanpassen. Ouders willen erbij betrokken worden. Als dat bij een leerkracht een defensieve houding oproept, leidt dat sneller tot problemen dan wanneer je openstaat voor de ideeën van ouders. Vraag jezelf bijvoorbeeld af: waarom reageert die ouder zo emotioneel? Ouders en kinderen hebben een emotionele band, het is leven van hun leven. Is een kritische ouder niet gewoon een betrokken ouder?’

Onderling vertrouwen

‘Het belangrijkste voor de samenwerking tussen leerkracht en ouders is dat je als leerkracht een positieve houding richting ouders hebt’, vindt Noteboom. Hij legt uit dat je als leerkracht je moet realiseren dat het bij ouders gaat om hun kind en dat je hen er daarom bij moet betrekken. ‘Ouders hebben een nadrukkelijke eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kind. Ze hebben het van God gekregen. Maar als ouders hun kind naar school brengen, geven ze de school daarmee ook verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kind. Ze geven de school mandaat en dat functioneert alleen goed wanneer er onderling vertrouwen is. Beide partijen moeten hun best doen dat onderlinge vertrouwen te kweken. Als leerkracht heb je de professionele taak om daarin te investeren.’

‘Is een kritische ouder niet gewoon een betrokken ouder?’

Jan Noteboom

Zijn er grenzen voor de ouders of leerkracht als het gaat om die samenwerking? ‘Het is belangrijk duidelijk te zijn naar elkaar. Je moet niet op elkaars stoel gaan zitten. Ouders moeten op de professionaliteit van de leerkracht vertrouwen en zich dus niet bemoeien met alles wat er zich in de klas afspeelt. Omgekeerd geldt dat leerkrachten niet verantwoordelijk zijn voor de thuissituatie, hoewel er wel over gepraat moet kunnen worden. Dat kan weleens een spanningsveld zijn.’

Open deur

Wat is belangrijk voor de communicatie tussen leerkracht en ouders? Noteboom: ‘Goede gesprekstechnieken zijn van belang, maar nog belangrijker is je basishouding
als leerkracht. Als je beseft hoe belangrijk het kind voor de ouders is, heb je een open, respectvolle en bereidwillige houding, ook al verschil je van mening over een aanpak. Als ouders ervaren dat de leerkracht hen als waardevolle gesprekspartner beschouwt, verloopt de misschien als een open deur, maar heeft grote consequenties.’ Wat kan een leerkracht verder nog doen om tot een effectieve samenwerking met ouders te komen? Noteboom: ‘Wederzijdse verwachtingen moeten duidelijk zijn. Je moet kunnen omgaan met allerlei verschillende ouders en afstemmen op hun behoeften.’ Noteboom geeft ook nog tips om het gesprek te voeren: ‘Een gesprek met ouders moet je goed voorbereiden. Zet desnoods je beginzin op papier. Wees er verder alert op dat je naast je zorgen ook de positieve kanten van de ontwikkeling van een kind benoemt.’

Schoonmaken op school

Ouderbetrokkenheid is volgens Noteboom in tachtig tot negentig procent van de gevallen een gegeven. ‘Hoe die betrokkenheid wordt geuit, kan per geval verschillen. Ouderbetrokkenheid is het meest effectief als ouders thuis betrokken zijn op de ontwikkeling van hun kind. Dat hoeft zich dus niet zozeer te uiten in ouderparticipatie, zoals het schoonmaken op school.’ Het zit hem volgens Noteboom in de kleine dingen. ‘Vragen als "Hoe was het op school? Hoe ging je Engelse toets?" geven het kind het idee dat de ouders waarde hechten aan hoe het op school gaat.’

Wat doe je als leerkracht wanneer je het idee hebt dat ouders weinig betrokkenheid tonen bij hoe het hun kind op school vergaat? Noteboom: ‘Het is de taak van de leerkracht om zich een beeld van de thuissituatie te vormen. Daarom ben ik ook een voorstander van thuisbezoeken. Je kunt als leerkracht vragen stellen als je twijfels hebt bij de thuissituatie. Tegelijk kan er, zeker in de periode dat de kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan, een stukje opvoedingsonmacht achter zitten. Het kind laat betrokkenheid van ouders dan minder toe. Ook in zo’n geval geldt: wees als leerkracht open en beschouw de ouders als waardevolle en gelijkwaardig partners in het belang van het kind!’

Gezamenlijke opdracht

De samenwerking tussen school, kerk en gezin is volgens Noteboom heel relevant. 'Het is zelfs een opdracht. Ouders staan er in de godsdienstige opvoeding niet alleen voor. Ze hebben hun kind laten dopen en daarmee horen kinderen bij het verbond. Dat brengt een verplichting voor de ouders met zich mee, maar ook een verantwoordelijkheid voor de kerkelijke gemeente. We doen kinderen tekort als we als ouders, school en kerk ons eigen ding doen, zonder elkaar te steunen.' Noteboom geeft voorbeelden van samenwerking tussen de school, het gezin en de kerk. ‘Predikanten kunnen de weekopening op scholen doen, tijdens de kerkdienst kunnen er psalmen of liederen gezongen worden die de kinderen op school leren, de kerk kan opvoedavonden organiseren of de school kan kerkenraden uitnodigen om na te denken over welke thema’s spelen in de kerk, om die vervolgens aan de orde te stellen tijdens ouderavonden op school.’

Het boek 'Even over mijn zoon, juf... Communiceren met ouders in het basisonderwijs' is te koop via webwinkel.driestar-educatief.nl.

TIPS VOOR DIRECTEUREN

• Zorg voor een heldere visie op de samenwerking met ouders.
• Communiceer duidelijk de verwachtingen die school en ouders van elkaar hebben.
• Laat de school een plaats zijn waar ouders welkom zijn. Het is immers een belangrijke plaats voor hún kinderen.
• Zoek naar mogelijkheden om leerkrachten thuisbezoeken te laten doen.
• Bespreek met kerken en ouders hoe de gemeenschappelijke taak van de christelijke opvoeding gestalte kan krijgen en hoe je elkaar hierin kunt steunen.

TIPS VOOR LEERKRACHTEN

• Investeer in het leren kennen van alle ouders.
• Wees hoopvol in je contacten met ouders. Er zijn soms veel zorgen over de ontwikkeling van kinderen, maar een christelijke leraar is nooit zonder hoop.
• Kies ervoor om goed te luisteren naar ouders. Luisteren is een vorm van geestelijke gastvrijheid.
• Zoek in je omgang met ouders naar een goede balans tussen bereidwilligheid en begrenzing.
• Blijf je oefenen in verbindend communiceren. Praat mét en niet tégen hen.

TIPS VOOR OUDERS

• Heb waardering voor de leerkracht en school in wat zij voor je kind doen en laat dit blijken.
• Steun de leerkracht. Praat thuis positief over de leerkracht en bid voor hem of haar.
• Als je zorgen hebt over je kind, stel het dan niet te lang uit om contact met de leerkracht te zoeken.
• Wees duidelijk in je zorg of behoefte, maar schrijf de leerkracht niet voor wat er vervolgens mee gedaan moet worden.
• Wees realistisch in je verwachtingen. De leerkracht heeft een klas vol leerlingen waarover de aandacht verdeeld moet worden.

Terug naar overzicht