• Thema-artikel
Jannette Harskamp-Vermeer

‘God wil de hoofdrol in ons leven’

auteur Brons over zelfbeeld vanuit een Bijbelse optiek

‘De Heere vindt jouw leven van grote waarde.’ Dat mag je zeker benoemen in het gesprek met tieners die worstelen met hun zelfbeeld. ‘Het is goed met hen te zoeken naar wat hun leven betekenisvol maakt.’ Sarina Brons-van der Wekken belicht in haar boek Goed dat je er bent dit thema vanuit de Bijbel en psychologie.

‘Als een worsteling’, zo heeft Brons – als GZ-psychologe werkzaam bij Eleos – het schrijven van haar boek ervaren. ‘Ik kon niet terugvallen op anderen. Want het thema zelfbeeld wordt óf alleen vanuit psychologisch perspectief belicht. Óf er wordt een eenzijdig Bijbels licht op geworpen, alsof iedereen een kind van God is. Ik vind het belangrijk vertolker te zijn van de hele werkelijkheid.’

Tijdens haar zoektocht ontdekte Brons dat ieder mens van grote waarde is voor God. Ook buiten Christus. De Heere laat Zijn schepselen niet los. ‘Wij zijn allemaal bedoeld om vrucht te dragen voor God. Ons leven heeft een richting; God wil daarin de hoofdrol. Juist daarom is het zo erg als we niet tot ons doel komen. Dan is het leven vergeefs geweest.’

Verzoening nodig

‘Tegelijk, en dat kun je ook aan jonge kinderen uitleggen, moet er wel iets worden goedgemaakt tussen ons en God. Niet ieder mens deelt zonder meer in Gods liefde. Want Zijn liefde poetst onze zonden niet weg.’ De uitdrukking ‘God houdt van jou’ geeft Brons daarom een ongemakkelijk gevoel.

Gods liefde komt tot mensen in de weg van verzoening. ‘En’, er klinkt verwondering en blijdschap door in haar stem, ‘die weg is er ook. God zegt: “Als je in Mijn Zoon gelooft, zie Ik geen schuld meer. Dan is het helemaal goed”.’

Leidt die kennis van God tot een gezond zelfbeeld? ‘Nee’, antwoordt Brons. ‘Dan haal je twee dingen door elkaar. Het zelfbeeld is een psychologisch construct. Als je ziet dat daarin dingen haperen, moet je het op dat vlak helen. Wedergeboorte zorgt niet automatisch voor een evenwichtig zelfbeeld.’

Tegelijk erkent Brons wel dat de psychische en geloofsdimensie elkaar beïnvloeden. ‘Wanneer je door het geloof mag groeien in het besef aanvaard te zijn door God, krijgt dat zijn doorwerking op de psychologische aanvaarding van je zelf.’

‘Behoefte aan erkenning was er in paradijs niet’

Sarina Brons-van der Wekken

Onbevangen

Vermindert het geloof in de Heere Jezus de behoefte aan waardering? Bekering betekent toch zelf minder belangrijk worden en vreugde scheppen in Gods eer? Brons valt even stil. ‘Ja, hier wringt iets. De psychologische behoefte van ieder mens naar erkenning is er in het paradijs niet geweest. Daar was geen gebrokenheid. Geen onzekerheid op relationeel vlak. Maar na de zondeval is het wel een gegeven. We hebben er nu wel mee te dealen.’

Als het zelfbeeld laag is, is er een grote behoefte aan bevestiging, is Brons’ ervaring in de hulpverlening. Continu spelen dan vragen als: Hoe kom ik over? Wat vindt men er van? ‘Bij een evenwichtiger zelfbeeld zijn mensen meer in staat onbevangen te luisteren. Om lief te hebben. Ze worden minder afhankelijk van bevestiging van buitenaf.’

Als je vanuit de geloofsdimensie naar deze thematiek kijkt, zie je bij de wedergeboren mens een strijd tussen de oude mens die gevoelig is voor roem en de nieuwe mens die zichzelf wil verloochenen en wil dat de Heere in het middelpunt van het leven komt te staan. Brons wordt persoonlijk als ze zegt: ‘Je mag dan van jezelf afwijzen. Als je een compliment krijgt, ben je verwonderd en blij. Het was de Heere Die jou de woorden gaf. En het maakt je blij zijn als je merkt dat God Zijn werk door jou heen doet.’

Dit staat haaks op de tijd waarin onze jongeren opgroeien. Zij verkeren veel op social media waar likes een belangrijke rol spelen. Hoe begeleiden wij hen als opvoeders daarin? ‘Ga het gesprek aan met jongeren. Stel vragen’, adviseert de psychologe. Zoals: ‘Waarin ligt jouw identiteit? Hoe komt het dat je eigenwaarde instort als bevestiging uitblijft? En wat geef je zelf aan anderen?’

Scores

Schoolprestaties bepalen vaak het zelfbeeld van kinderen. Jonge kinderen kunnen hun scores vereenzelvigen met wie ze zelf zijn. Hoe kun je hier als leerkracht op inspelen? ‘Verhalen kunnen hierbij goed helpen’, zegt Brons. ‘In een boek van Toon Tellegen is er een olifant die graag wil vliegen. Maar wat hij ook probeert, hij komt geen stukje de lucht in. Kinderen snappen dat heel goed. Dat gaat never, nooit lukken. Zo’n verhaaltje kan een prachtige opstap zijn voor een gesprekje: Hebben jullie dat ook wel eens, dat je wilt lijken op iemand anders? Dat je wilt kunnen, wat een ander kan? En lukte dat?’

‘Maar’, benadrukt Brons ‘ik geloof dat er al veel moois gebeurt in het onderwijs. Docenten zien meer dan resultaten alleen.’ Ze illustreert dit met het voorbeeld van haar dochter. Toen zij haar diploma behaalde, wenste haar mentor haar méér dan succes met haar vervolgstudie. Hij hoopte dat zij de gaven die ze had gekregen, zou inzetten ten dienste van de gemeenschap, familie en kerk.

‘Dat is belangrijk’, betoogt Brons, ‘dat kinderen beseffen dat het niet gaat om individuele prestaties. Maar veel meer om wie je bent als persoon voor anderen. Dat jongeren erover gaan nadenken hoe ze een goed mens kunnen zijn. Welke deugden belangrijk zijn om na te jagen. Trouw, eerlijkheid, je woord houden, niet bang zijn om voor je mening uit te komen. Die dingen.’

‘Hij roept mij om Hem te weerspiegelen in mijn leven’

Sarina Brons-van der Wekken

Fier

Hoe dan ook blijven prestaties een belangrijke rol spelen in het onderwijs. Leraren geven kinderen complimenten als ze goed gepresteerd hebben. Kinderen vergelijken resultaten en glimmen van trots als ze een hoog cijfer terug krijgen. Trots mag er zijn. Brons gebruikt liever het woord fier. ‘Trots heeft een negatieve klank en raakt aan naast je schoenen gaan lopen. Maar, een jongere die na hard werken fier zijn diploma in ontvangst neemt, dat is zeker goed. Of, een compliment glunderend in ontvangst nemen, dat is niet verkeerd.’

Leer kinderen zeggen: ‘Dank je, ik ben er ook blij mee!’, adviseert Brons. ‘Als een kleuter blij is met zijn zwemdiploma, kun je er bijvoorbeeld voor danken. Daarmee leert het kind dat het God was Die hem hielp zijn diploma te halen.’

Toch kom je soms ook uitingen van hoogmoedige trots tegen. Zeker bij jonge kinderen. Ze scheppen op dat zij het beter kunnen, of sterker zijn. ‘Ja’, bevestigt Brons, ‘jonge kinderen doen dit heel openlijk. Maar dit raakt aan iets wat wij als volwassenen heel subtiel doen. Vergelijken zit ons in het bloed. Hoe vaak denk je niet: ik zou dit anders doen, of beter.’

We duwen de ander naar beneden om onszelf op te krikken, vervolgt ze. ‘Het is belangrijk om kinderen en jezelf aan te leren dit niet meer te doen. Niet meer vergelijken. En als je dat ongemerkt toch weer deed, mag je dat ook belijden aan de Heere. Het gaat er niet om wie de beste is, maar dat je je best doet.’

Persoonlijk groeiproces

In haar boek schrijft Brons dat ze als jong meisje op haar vingers getikt kon worden, als ze blij iets liet zien. Ze moest daarvoor niet te veel aandacht vragen. ‘Eigen roem stinkt’, werd haar verteld. Als kind werd het moeilijker om te bedenken dat ze iets echt goed gedaan had. Later neigde ze naar perfectionisme. Tot ze ‘ineens’ bemerkte dat ze hierin toch veranderd was. Ze kon oprecht blij en dankbaar zijn als dingen goed gingen.

Dit besef is zeker de laatste anderhalf jaar van ‘beproeving’ verdiept. Door een val op haar hoofd is Brons’ leven radicaal op de kop gegaan. Ze kan niet meer wat ze voorheen kon, al gaat het langzaam vooruit. Aan presteren kan Brons niet meer haar betekenis en waardering ontlenen. Ze ondervond dat haar identiteit en eigenwaarde overeind bleef, zeker ook omdat anderen haar bevestiging gaven voor wie ze was. En ook omdat ze mocht terugvallen op God.

Deze periode heeft Brons gevormd. Sterker beseft ze dat haar leven niet van haarzelf is. ‘Het is van Hem. Hij heeft er Zijn bedoeling mee. Hij roept mij om christen te zijn en in mijn leven Hem te weerspiegelen. Het is nu nog meer mijn gebed: “Laat mij maar nederig zijn. Als U maar alles wordt. Als ik spreek, laat het dan met woorden van U zijn. En als ik dien, laat me dat doen uit kracht die U geeft.”’

AANRADER

'Goed dat je er bent' is een aanrader voor (opvoeders van) tieners. Op een toegankelijke manier belicht Brons het thema zelfbeeld. Ze geeft praktische adviezen. De gecombineerde benadering vanuit psychologie en gereformeerde theologie geeft het boek nog meer waarde.

Brons-van der Wekken, Sarina (2019). Goed dat je er bent. Een realistische kijk op jezelf. Houten: Den Hertog.

Terug naar overzicht