• Thema-artikel
Henrieke Hoogendijk

Ieder traject is een ontdekkingstocht

in gesprek met Jolanda Spek, NVO orthopedagooggeneralist in het basisonderwijs

Naomi (9) is een teruggetrokken meisje. Haar leerkracht maakt zich zorgen over haar. Via Naomi’s moeder hoort ze dat Naomi ’s avonds vaak niet kan slapen, omdat ze bang is dat haar ouders iets overkomt. Ook heeft ze nachtmerries over terroristische aanslagen. Wat kan de juf het beste doen? In gesprek met Jolanda Spek, NVO orthopedagooggeneralist in het basisonderwijs.

Ruim achttien jaar is Jolanda Spek werkzaam als orthopedagoog, maar vervelen doet het werk haar nog lang niet. Zeker niet nu ze als NVO orthopedagoog-generalist ook leerlingen met psychische problematiek begeleidt. ‘Ieder kind is uniek en elke situatie heeft een eigen aanpak nodig. De basis-ggz-trajecten die ik begeleid, zijn een creatief proces. Ik houd ervan om dat op te zetten.’ Rustig en betrokken vertelt de orthopedagoog van Driestar educatief over haar ervaringen op de scholen.

Geen zorgdrempel

‘Basis-ggz is geestelijke gezondheidszorg bij lichte tot milde psychische problemen’, vertelt Spek. ‘Gemeenten bekostigen deze zorg voor kinderen en jongeren. Instellingen als Driestar educatief hebben contracten met gemeenten om de zorg uit te voeren. Zo mogen wij leerlingen van onze achterban behandelen; gewoon op school en meestal onder schooltijd.’ Dat is winst, merkt Spek. ‘Voor sommige mensen is de stap naar geestelijke gezondheidzorg heel groot. Binnen de school wordt de hulp op een natuurlijke manier aangeboden en zo haal je een drempel weg voor ouders.’ De driehoek “kind-school-ouders” heeft profijt van deze manier van werken, vertelt Spek. ‘Als ouders toestemming geven om de informatie van de behandelingen te delen met school, kan de leerkracht handvatten krijgen over de omgang met de leerling. Dat versterkt het traject.’

‘Ik loop erg aan tegen de geldprikkel bij gemeenten’

Jolanda Spek:

Ontdekkingstocht

Hoe ziet een basis-ggz-behandeling eruit? ‘Ik moet zorgvuldig werken vanuit erkende interventies en officiële richtlijnen’, vertelt Spek. ‘Binnen die richtlijnen is er ruimte voor een eigen invulling. Als het gaat over de casus van de Naomi, een meisje met angsten, zou ik eerst aan de slag gaan met inzicht over angst. Wat is angst, wanneer is angst normaal of juist te groot? De gedachte dat je ouders iets overkomt als jij gaat slapen, is een te grote angst. Het is een gedachte die niet helpend is. Wat zijn gedachten die wel helpen? Bedenk eens dat de kans maar heel klein is dat er iets gebeurt. Er is nog nooit iets gebeurd toen jij sliep!’ Een ggz-traject is samen op ontdekkingstocht gaan, glimlacht Spek. ‘Na elke sessie geef ik huiswerk mee. De leerling moet iets oefenen of bepaalde gedachten uitschrijven. Zo groeit een behandeltraject. Het kost veel voorbereidingstijd, maar het levert vaak iets moois op. Lang niet altijd verdwijnen de klachten: autisme blijft een belemmering, maar de ouders en het kind hebben dan handvatten om hiermee beter om te gaan. Daar doe je het voor.’

Goedkoper

De jeugdzorg in Nederland is goed opgezet, maar heeft ook zwakke kanten, ervaart Spek. ‘Waar ik erg tegenaan loop, is de geldprikkel bij gemeenten. Als ik gesignaleerd heb dat een kind echt specialistische hulp nodig heeft, kan het zijn dat de gemeente toch besluit om bij lichte hulp met gezinshulp te starten. Dat is goedkoper voor hen, maar in dit geval absoluut niet helpend voor het kind. Ook is het aantal beschikbare basis-ggz-trajecten binnen contracten van veel gemeenten te laag. Dan zijn er lange wachtlijsten, terwijl kinderen nu hulp nodig hebben. Tegelijk zie ik ook heel mooie dingen gebeuren. Steeds vaker wordt het “één kind, één gezin, één plan” in de praktijk gebracht. En daar wil ik mijn steentje aan bijdragen.’

Hoe start een basis-ggz-traject?

• De leerkracht heeft de oren en ogen open in de klas: is er een leerling die hulp nodig heeft? Tijdens consultaties met de orthopedagoog wordt dit besproken.
• De orthopedagoog bedenkt samen met de leerkracht of het gaat om problematiek voor het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) of voor een basis-ggz-traject. Problematiek voor het CJG wordt overgedragen.
• Heeft de woonplaats van de leerling een contract met Driestar educatief? Zo ja, dan kan basis-ggz worden aangevraagd. Zo nee, dan is het belangrijk dat school en ouders bij de gemeente aandringen op laagdrempelige hulp vanuit christelijk perspectief.
• Als een contract aanwezig is, volgt een intakeproces en wordt een DSM-V-classificatie vastgesteld. Die is verplicht voor een basis-ggzbehandeling.
• Nu kan het behandeltraject beginnen.

‘Unieke samenwerking met het CJG’ - in gesprek met Jacob Gorter, ib’er op de Ds. Joh. Groenewegenschool in Werkendam

Wat is jullie ervaring met basis-ggz-trajecten op school?

‘We ervaren die als heel positief. Een stukje professionele zorg wordt heel laagdrempelig en toegankelijk voor ouders en kinderen. De leerlingen die het nodig hebben, worden net als leerlingen die leerondersteuning krijgen uit de klas geroepen. Alleen gaan deze leerlingen naar juf Damsteeg, onze gz-psychoog namens Driestar educatief.’

Hoe is het CJG bij de school betrokken?

‘We werken nauw samen bij complexe problematiek. Die zien we steeds vaker bij leerlingen. Denk aan situaties met angsten, trauma’s en een echtscheiding. Het team van het CJG pakt de lichte gezinsproblematiek op: de opvoedingsvragen en thema’s als rouwverwerking. In Werkendam hebben we een unieke situatie. Gera Damsteeg heeft ook zitting in het wijkteam van het CJG. De gemeente heeft gehoor gegeven aan onze oproep om in het team iemand te hebben die onze identiteit draagt. Zij begrijpt de identiteitsgebonden vragen van ouders.’

Zorgen de korte lijntjes voor meer zicht op de dossiers?

‘Als wij ouders doorverwijzen naar het CJG, moeten wij het traject loslaten. Het gebeurt dan ook wel dat wij er niets meer van horen; we moeten dan echt zelf het initiatief nemen om bij ouders te informeren. Het blijft een uitdaging om zicht te houden op lopende trajecten. Bij de basis-ggz-trajecten binnen de school is dat makkelijker. Gera Damsteeg is onze gz-psycholoog én orthopedagoog. Zij kan de verbinding tussen kind, ouder en school goed leggen. Soms vraagt ze ouders toestemming om de leerkracht bij het gesprek uit te nodigen. Andere keren krijgt de leerkracht gerichte tips via een geplande consultatie in het ondersteuningsteam. Dan zijn de korte lijntjes zeker winst.’

Zien jullie resultaat van de basis-ggz-trajecten?

‘We hebben wel een aantal voorbeelden van leerlingen waarbij het traject heel erg geholpen heeft. Ouders horen dat van elkaar en zo krijgen we weer vragen van andere ouders: kan ons kind ook naar juf Damsteeg toe? De zorg binnen school functioneert nu goed. We proberen de opbrengsten van de trajecten heel bewust vast te houden. Met de leerling, de ouders en de leerkracht bespreken we wat we daarvoor kunnen doen.’

Terug naar overzicht