• Thema-artikel
Gertrude de Wildt-Brouwer

‘Kom maar tevoorschijn’

Vakinhoudelijk competent. Pedagogisch bekwaam. Met alles wat er gemeten wordt binnen scholen, op respect wordt het personeel niet beoordeeld. Toch staat of valt een school met de aan- of afwezigheid ervan, weet coach Bas van Dijk.

Van Dijk ziet heel wat basisscholen vanbinnen. Voordat hij een periode in het bedrijfsleven werkte, was hij zeven jaar meester op de Ds. Fraanjeschool in Barneveld. Nu wordt hij op allerlei scholen uitgenodigd voor individuele of teamcoaching. Soms zijn er verstoorde verhoudingen en mag Van Dijk begeleiden. In zijn landelijk gelegen coachingspraktijk in Langbroek – ergens tussen de knotwilgen en met wat kippen en honden op het erf – proeft hij het woord “respect”. Wat is het en welke functie heeft het in het onderwijs?
Van Dijk: ‘Ik hoor het woord soms gebruikt worden alsof dat het laatste is wat je nog moet opbrengen voor iemand. “Als alle rek uit een relatie is, toon in ieder geval nog respect.”’ Maar respect is geen product dat je even kunt maken, stelt de coach. ‘Het bestaat bij gratie van “waarachtigheid”. Het is niet iets wat je van een ander kunt eisen of opdringen: “Hier is mijn respect, neem het aan.” Ik noem het een “zijns-aspect”. Op een school waar liefde is en open harten zijn, daar is gezond respect.’
Toch is het met dit recept van “maar” twee ingrediënten niet meteen klaar, volgens Van Dijk. Vaak zijn harten niet open of zijn er belemmeringen in de liefde. Van Dijk neemt zijn eigen loopbaan als voorbeeld. ‘Ik heb lange tijd mijn eigen verlangen – het begeleiden van mensen – niet serieus genomen. Daardoor voelde het alsof ik niet op mijn bestemming was. Dat weet ik vaak aan mijn omgeving. Maar door begeleiding en opleiding ging ik beseffen dat het mijn eigen krassen en deuken waren die me in de weg zaten. Dat inzicht heeft me veel gebracht. In mijn huidige werk kom ik echt tot mijn bestemming.’

Bescheiden

De coach noemt een (onderwijs)organisatie ‘een verzameling van individuen, die hun wonden en pijnen met zich meebrengen.’ ‘We weten maar heel weinig van elkaar. We mogen ons daarom bescheidener opstellen naar de ander dan we vaak doen.’ Wat de onderlinge communicatie volgens Van Dijk bemoeilijkt, is dat veel mensen zich verbergen. Ze vertellen niet wie ze écht zijn en soms weten ze dat zelfs zelf ook niet.
Van Dijk ziet dat veel mensen door afwijzing in hun jeugd een wankele basis hebben. ‘Hebben je ouders en je omgeving je aangemoedigd: “Kom maar tevoorschijn, lief kind?” Dat maakt zo veel uit. Heb je in je jeugd respect leren krijgen voor gevoelens van jezelf en de ander? Of werd je bijvoorbeeld teruggefloten: “Je mag niet boos zijn. Je hoort niet zo te reageren.”’

Kind

In de relaties en conflicten die volwassenen met hun omgeving hebben, ziet Van Dijk vaak dat ‘gefrustreerde kind’ terug. ‘Wanneer een relatie niet in evenwicht is, nemen mensen vaak weer hun oude positie in. Dat is die van het kind dat klein gehouden wordt of niet met zijn behoeften tevoorschijn mag komen. Wanneer een stevige directeur een beslissing neemt en heel de vergadering alleen maar “ja” knikt, is er over een half jaar echter een probleem. Wat we onderdrukken, komt er links- of rechtsom uit.’
Van Dijk roept iedereen op om goed naar zichzelf te kijken. ‘Wat gebeurt er met mij als ik een conflict heb? Durf ik mezelf te laten zien? Wat zijn mijn angsten? En wanneer je je conclusies daarover getrokken hebt – en niet al je problemen aan je omgeving wijt – neem dan je verantwoordelijkheid en werk aan je persoonlijke ontwikkeling.’

‘Waar liefde is en open harten zijn, daar is gezond respect’

Bas van Dijk

Spontaan

Binnen een school kan het ook voorkomen dat onderwijzers een collega zien worstelen: het werk groeit hem of haar boven het hoofd en het voelt respectloos om je collega door te laten modderen. Wat raadt Van Dijk in zo’n geval aan? ‘Ga eerst na: Wat voel ik voor deze collega? Is dat zorg of irritatie? Wees je daarvan bewust. In het onderwijs heb je ook altijd te maken met het belang van de kinderen. Vraag je af: is er al iemand die omkijkt naar deze collega en indirect naar zijn leerlingen? En: is het jouw formele verantwoordelijkheid of die van een ander?’
Tegelijk wil de coach, ondanks al die vragen, spontaan contact stimuleren. ‘Loop langs en informeer hoe het gaat. Bied je collega de ruimte om er wel of niet met jou over te praten. En pas ervoor op om de ander ongemerkt in de “kindpositie” te drukken of als een hulpeloos slachtoffer te behandelen.’

Het bos in

Hoe kan een school waar de sfeer niet goed is het respect heroveren? ‘Neem de tijd voor elkaar, ga eens lekker onderuit zitten, eventueel met begeleiding, om dingen ter sprake te brengen. Het is goed om inzicht te verwerven in de mechanismen die in werking treden bij bepaald gedrag. Praat mét de ander, in plaats van óver de ander.’
Verder raadt Van Dijk teams als uitdaging aan om iets compleet anders te gaan doen dan wat ze gewend zijn. Hij vindt het daarbij wel van belang dat zo’n teambuilding diepgang krijgt en dat teamleden inzicht krijgen in hun rol in het geheel. ‘Ga het bos in of doe iets anders waarbij je ontdekt hoe weinig je nog van de ander weet. Het getuigt van respect voor het welzijn van jezelf en je team wanneer je daar tijd voor vrijmaakt.’

Buiging
Tijdens een teambuildingssessie vroeg Van Dijk aan schoolpersoneel om rond te lopen door de ruimte en respect te tonen aan iedereen die ze tegenkwam. ‘Het was heel leuk om te zien hoe mensen dat deden. Ze maakten ruimte voor elkaar. Vaak deden ze hun handen bij elkaar, maakten een lichte buiging en glimlachten. En die symbolische handeling werd vaak beantwoord met dezelfde handeling. Het laat zien wat van belang is in een relatie: elkaar ruimte geven, naar elkaar kijken, elkaar antwoord geven.’

GRAADMETER VOOR RESPECT

Respect kun je niet meten. Toch is er wel een aantal indicatoren om te weten te komen hoe het met deze waarde gesteld is binnen school, zegt Bas van Dijk. Een paar voorbeelden:

  • Hoelang duurt het voor iemand antwoord krijgt op een mail?
  • Komen mensen hun afspraken na?
  • Hoe wordt er met en over elkaar gesproken?
  • Durft het personeel “nee” te zeggen? Of wordt er druk uitgeoefend op grenzen? ‘Anders hebben we helemaal niemand voor die klas...’
  • Welk type grapjes worden er gemaakt?

Terug naar overzicht