dr. Wim ter Horst (1929-2018), de pedagoog van de liefde, en zijn betekenis voor vandaag
De pedagoog van de liefde, zo kan dr. Wim ter Horst met recht genoemd worden. Hij schreef meerdere boeken over het thema. ‘Liefhebben van mens tot mens is een kunst’, stelde de pedagoog. ‘Liefde wordt gegeven, je vindt haar, maar je moet haar blijven zoeken.’ Zicht op het werk van Ter Horst én op de betekenis ervan voor vandaag.
Wie kennismaakt met de boeken van christenpedagoog Wim ter Horst (1929-2018), ontdekt in de auteur een uitzonderlijk hoogleraar. Lange referentielijsten en grootse theorieën zijn afwezig in zijn meeste werken. Ter Horst was in staat om vanuit de alledaagse praktijk te schrijven. Hij abstraheerde en analyseerde die praktijk in eenvoudige taal, om daarna met concrete adviezen terug te keren naar de gewone opvoeder.
In zijn boeken reflecteert de pedagoog op wat hij zelf meemaakte, op wat hij van anderen hoorde en op wat hij daarover dacht. Ze bevatten levenswijsheid. Terwijl Ter Horst alle drie zijn kinderen verloor en daarna zijn vrouw, had hij de kracht om vurig te pleiten voor een eerherstel van de liefde in het gezin. Tussen man en vrouw en tussen ouders en kinderen. Liefde gaat niet over offers brengen of je identiteit opgeven; de liefde onthult juist de ware aard van mensen en laat hen tot hun recht komen.
Voorgangers
Ter Horst had in zijn werk een speciale plaats voor de bijzondere band tussen ouders en kinderen: ‘De relatie van ouders tot kinderen is een dragende. Die is met geen andere te vergelijken’, schreef hij daarover. ‘Ze hebben het kind gedragen; de moeder in haar lichaam, beiden in hun armen en op hun rug. De herinnering daaraan is onuitwisbaar, voor de ouders. Niet voor de kinderen, want die kregen al gauw de behoefte om op hun eigen benen te staan’ (Ter Horst, 1997, 102). Dit laatste is niet de grote teleurstelling van de opvoeding, maar juist haar doel. Opvoeders voeden op om zichzelf overbodig te maken.
‘Tijd vormt de basis van een goede relatie met je kind of je leerling’
Sharon Heger
Pedagogisch gezien zijn kinderen geen nakomelingen maar voorgangers: ze lopen altijd voor de ouders uit. Kinderen lopen de toekomst in; zij kijken zelden achterom. Oude mensen hebben voor hen (nog) geen betekenis. Andersom houden ouders hun kinderen voortdurend in het oog, terwijl ze in liefde steeds van zich afwijzen: naar God, naar anderen, naar de schepping. Zo paradoxaal is onze opvoedingsopdracht, en zo mooi.
Antenne
Deze opdracht geldt ook voor leerkrachten en medeopvoeders. De Bijbelse aansporing ‘… voedt hen op in de lering en des Heeren’ (Efeze 6:4) verweefde Ter Horst in zijn hele pedagogiek. ‘Het is niet genoeg als het geloof voor jou niet meer is dan een of andere liefhebberij. Kinderen voelen feilloos aan of iets je aan het hart gaat of niet. Daar hebben ze een speciale antenne voor’, zei de pedagoog daarover (Reformatorisch Dagblad, 2010). ‘Als kinderen niet aan vader en moeder merken dat Bijbellezen, bidden en zingen iets met hen doen, zal het met hen evenmin snel iets doen.’
Het werk van Ter Horst vormde een begin van de christelijke pedagogiek. Zijn boeken ontvingen meerdere herdrukken. En commentaar – vanwege mystieke elementen en omdat zijn woorden niet altijd aansloten bij de gereformeerde traditie. Toch wordt het werk van Ter Horst hoog gewaardeerd, vooral binnen het christelijk onderwijs.
In dit artikel staven Johanan Blok, leerkracht op de School met de Bijbel in Goudswaard, en Sharon Heger, orthopedagoog bij het Calvijn College, enkele citaten van de pedagoog aan hun eigen ervaringen. De citaten ontvouwen de visie van Ter Horst op de liefde, de reacties van de (mede)opvoeders tonen de waarde ervan voor het onderwijs van vandaag.
Herkenbaar als orthopedagoge?
‘Als ik jongeren met depressieve klachten of angsten behandel, speelt er regelmatig een onstabiele thuissituatie mee. Ik merk dat deze jongeren moeilijk van zichzelf kunnen houden’, bevestigt Heger. ‘Ieder persoon heeft een evenwichtig en positief zelfbeeld nodig om te kunnen investeren in duurzame relaties. Jongeren die angsten of depressies ervaren, missen dat. Ze zien God vaak ook als een straffend en rechtvaardig God. Beloften en genade kunnen ze moeilijk verenigen met hun levenssituatie. Juist met deze jongeren ga ik graag in gesprek over de troost en zekerheid van Gods woorden. Voor ouders ligt er de opdracht om liefde onvoorwaardelijk te laten zien. Geef individuele aandacht. Plan een cultureel of sportief uitje met je kind. Stel je huis open voor vrienden. Zo deel je liefde.’
Wat betekent dat geheim voor een leerkracht?
‘Via dit geheim kom je werkelijk tot de leerlingen’, ervaart meester Blok in zijn klas. ‘Wanneer je als leraar met een liefdevol oog naar je leerling kijkt, zie je de ware aard van die leerling. Dat lijkt me het helderziend zijn van Ter Horst. Een leerling met “moeilijk” gedrag begrijp je, omdat hij de kerstvakantie moest vieren zonder zijn overleden moeder. Een meisje dat tijdens de rekenles wegkruipt voor de sommen, zie je in de pauzes opgaan in haar spel. Je zoekt verder dan het gedrag van de leerling en vindt uit wie ze zijn.’
‘Wanneer je als leraar met een liefdevol oog naar je leerling kijkt, zie je zijn ware aard’
Johanan Blok
Waarom is het geven van tijd aan kinderen en jongeren zo belangrijk?
‘Tijd vormt de basis van een goede relatie met je kind of je leerling’, ziet Heger als moeder en als orthopedagoge. ‘Mijn kinderen genieten erg van momenten waarop we samen spelen, lezen of fietsen. Vanuit deze goede momenten is er veerkracht om met conflicten of met een lastige ontwikkelingsfase, zoals de (peuter)puberteit, om te gaan. Ook de jongeren op school hebben behoefte aan opvoeders die tijd voor hen hebben. Als leerlingen een behandeltraject bij mij volgen, merk ik vaak dat ze het bijzonder vinden dat iemand één keer per week een uur aandachtig naar hen luistert. Het gevoel je verhaal te mogen doen, helpt al enorm. Bouw aan positieve herinneringen met je kinderen of leerlingen. Maak dus tijd vrij voor hen. En kijk naar hun individuele behoeften. De ene jongere raak je door huiswerkbegeleiding te geven, de andere door gewoon te luisteren.’
Waarom zijn deze momenten zo belangrijk?
‘Omdat ze gaan over de kern van het onderwijs’, vindt Blok. ‘De gouden momenten kun je misschien een voorbeeld van genade noemen; ze ontstaan zonder dat je het in de hand hebt. Ik herinner mij zo’n moment eerder dit schooljaar. De Bijbellezing ging over God zien van aangezicht tot aangezicht. We kregen een gesprek waarbij de leerlingen deelden wat zij dachten en voelden, waarnaar ze verlangden. Dat is een vormingsmoment.
Al moet ik als beginnend leerkracht zeggen dat ik nog te weinig notie heb van deze kansen. Ik laat me nog te veel opjagen door onderwijsdoelen en het rooster.’
CITATEN
De onderstaande citaten komen uit: Ter Horst, W. (1997) Nieuw licht. Over liefhebben, opvoeden en troosten. Kampen: Uitgeverij Kok. ISBN 9024292689 Ter Horst, W. (2005). Liefhebben is een kunst. Kampen: Uitgeverij Kok. ISBN 9789043511063
Liefde laten zien
Opvoeders hebben niet alleen de opdracht om kinderen lief te hebben, maar die liefde ook te laten zien, stelt Ter Horst. ‘Kinderen moeten in hun ouders beleven wat liefde is. Als ze dat niet doen, wordt de weg naar hun hart geblokkeerd en zijn ze niet in staat van zichzelf te houden en dus ook niet van anderen en het andere. Ook de Ander, van Wie we weten dat Hij liefde ís, blijft hun dan een vreemde’ (Ter Horst, 1997, 59).
Spiegel van het ik
Ter Horst noemt liefde ‘de spiegel van het ik.’ Hij zegt hierover: ‘Een liefdevol oog maakt dat er anders wordt teruggekeken dan met een gewoon oog. Het ziet ook beter. De liefde maakt helderziend, niet blind. Als we dat beseffen, hebben we een van de belangrijkste geheimen te pakken van de kunst van het liefhebben’ (Ter Horst, 2005, 38).
Tijd
Liefde vraagt om tijd, gaat Ter Horst verder: ‘Liefde is niet alleen een goed gevoel, maar ook energie. Ook daarvan moet een overschot zijn, wil er van een goede opvoeding iets terecht komen. Vaak is dat een kwestie van prioriteiten, want het gebeurt nog wel eens dat opvoeders zo bezig zijn met van alles en nog wat, dat hun kinderen de sluitpost van de energierekening vormen’ (Ter Horst, 1997, 59-60).
Het raken van het hart
Opvoeden in liefde gaat over het raken van het hart van de kinderen in de klas, stelt Ter Horst. ‘Onderwijsmensen die bij hun hart kunnen komen, beseffen dat er iets wonderbaarlijks is met de kennis die ze onderwijzen. Soms ontwaren ze even iets van het geheim dat verborgen ligt achter dat wat toegankelijk is voor de zintuigen en de ratio. (…) Het is kennis van het hart; dichtbij, onbevangen, voluit. (…) Als men met zijn leerlingen – soms, even – zover kan doorstoten, beleven ze een diepe verbondenheid met de werkelijkheid; Schepper en schepping – of welke woorden men daarvoor ook wil gebruiken. God. Dingen, planten, dieren, mensen, zichzelf’ (Ter Horst, 1997, 114).