een gesprek over mediaopvoeding met Wim de Kloe, lid van het College van Bestuur van het Driestar Collega (Gouda), en Geert Snoep, locatiedirecteur van de vestiging in Leiden
Hoe leer je jongeren grenzen in acht te nemen ten aanzien van hun smartphonegebruik? Ook in het onderwijs worstelen ze met dit soort vragen. Waar de ene locatie van het Driestar College beperkt gebruik toestaat (Gouda), geldt op de andere locatie zerotolerancebeleid (Leiden). Vanwaar dat verschil? Een gesprek over mediaopvoeding met Wim de Kloe (62), lid van het College van Bestuur, en Geert Snoep (63), locatiedirecteur van de vestiging in Leiden.
De invloed van internet is ongekend. Dacht de gereformeerde gezindte aanvankelijk het met een filter en wat toezicht thuis en op school nog te redden, intussen is wel duidelijk dat dat voorzichtige optimisme ijdele hoop is gebleken. Een aanzienlijk deel van onze jongeren heeft inmiddels onbeperkt toegang tot (ongefilterd) internet. En ook onder de volwassenen, de ouders, zijn er nog maar weinig die géén smartphone hebben.
Hebben we de strijd bij voorbaat al verloren?
De Kloe: ‘Nee, absoluut niet. Want Gods Woord houdt stand in eeuwigheid. Met de wijsheid van nu zeg ik: ik heb wél vragen bij onze houding in het verleden. Hebben we op tijd de impact van de moderne media ingeschat en erop geanticipeerd?’
Vanouds zijn media als televisie en film in de gereformeerde gezindte geweerd. Ook bij nieuwere varianten erop, zoals video, computergames, dvd en YouTube, stelden ouders en opvoeders zich zeer gereserveerd op. Ze hoopten als een gesloten bastion verschoond te blijven van de oprukkende vermaakcultuur.
‘Mediaopvoeding is dé richting voor de toekomst’
Geert Snoep
Daar was toch niets verkeerds aan? ‘
De Kloe: ‘Nee, maar daarmee misten we wel een stuk opvoeding. Ik merk dat jongeren die opgevoed zijn in een gezin zonder televisie nu alles kritiekloos kijken. Deze week sprak ik een docent die met een jeugdkamp was mee geweest. Jongens waarvan zij het totaal niet gedacht had, zaten porno te kijken. We zijn naïef.’
Snoep: ‘Maar dat is geen regel. In mijn beleving zijn er ook gezinnen die proberen er goed mee om te gaan. Ze gaan heel bewust met de moderne media om en doen in die zin zeker aan mediaopvoeding.’ De Kloe: ‘Dat klopt. Maar mijn punt is dat de televisie rücksichtslos is afgewezen, terwijl velen nu alles bijna kritiekloos laten gebeuren. We hebben onze kinderen alles in de broekzak gegeven en ons te weinig gerealiseerd wat het bezit van een mobiel of smartphone doet met jongeren. Ouders geven hun kind een apparaat zonder gebruiksaanwijzing. En vervolgens zeggen ze dan: “Dat dat allemaal mag op die school”.’
‘‘Er is nauwelijks beleid op te maken’, zo meent Snoep. In feite is er maar één ding: we moeten jongeren ermee leren omgaan. Met regels zijn we er niet.’ De Kloe: ’We hebben jarenlang gedacht: er is er maar één die onze gezinnen binnenkomt. En dat is de tv. Maar die houden we gewoon netjes buiten de deur.’
Is er een weg terug?
Snoep: ‘Eigenlijk niet, maar er is wél een richting voor de toekomst, namelijk mediaopvoeding.‘ De Kloe: ‘De echte waarde van het leven is buiten internet en smartphone. Dát moeten we onze jongeren duidelijk maken.’
Wat kan het reformatorisch onderwijs daarin betekenen?
De Kloe: ‘Schoolbreed moesten we iets. En in onze zoektocht kwamen we bij Driestar educatief terecht. We overwegen de STAPP-methode in te voeren. Nu geven we in de brugklas het vak media-informatica. En ook bij de vakken maatschappijleer en godsdienst is er aandacht voor.’ Snoep: ‘De jaarlijkse aandacht, een doorlopende leerlijn is belangrijk.’
De Kloe: ‘En integraliteit. Mediaopvoeding staat niet los van andere vakken en van het echte leven.’
Op de Driestarlocatie Leiden is er ieder jaar voor de ouders een avond over mediaopvoeding. ‘Bewust nodigen we dan een GGD-medewerker uit’, zo zegt Snoep. ‘De boodschap, ook van iemand buiten onze kring, is duidelijk: ouders moeten grenzen aangeven!’ Dat is ook meer en meer de teneur in de seculiere media. Zo was er in de periode jl. 16-23 november de week van de mediawijsheid, met als thema ‘Heb jij het onder de duim?’. Mogelijkheden én risico’s van digitale media kregen de aandacht.
Eén van de redenen tot bezorgdheid rond de smartphone is het gemak om er films op te bekijken en uit te wisselen via sociale media. Uit recent onderzoek is gebleken dat 26 procent van de jongeren van reformatorische scholen dagelijks films via Netflix bekijkt.
‘We hebben onze kinderen alles in de broekzak gegeven’
Wim de Kloe
Wordt het niet tijd de speelfilm, net zoals literatuur, als kunstvorm te erkennen en de leerlingen te leren er kritisch naar te kijken?
Snoep: ‘Dat moet bij mediaopvoeding inderdaad een plek krijgen. Ze kijken massaal films, dat valt niet te ontkennen.’ De Kloe: ‘Dan gaat het natuurlijk niet om het integraal bekijken, maar om het kritisch leren kijken.’
Bezien we de ontwikkelingen rond moderne media niet te negatief?
De Kloe: ‘Ik ben niet optimistisch over de ontwikkelingen, wél over de uitkomst. Pessimisme over deze wereld gaat gepaard met vreemdelingschap. En dan kan je nóóit optimistisch zijn over cultuur. Natuurlijk, ook in cultuur zijn er nog overgebleven paradijsbloemen. Maar ten diepste is de hoofdstroom van de cultuur antichristelijk. Na de zondeval staat deze haaks op Gods Woord. Sindsdien is er een Babel- en Jeruzalem-cultuur. Maar de overwinning is duidelijk. Als christen wacht je op de bazuin, op het moment van het echte leven. “Want”, staat in Lukas 12, “waar uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn. Laat uw lendenen omgord zijn, en de kaarsen brandende”.’
Hoe zit het nu op het Driestar College? WiFi-zones in Gouda, daarentegen zerotolerancebeleid op de nevenvestiging in Leiden. Vanwaar dat verschil?
De Kloe: ‘We hebben als Driestar College een gezamenlijke en duidelijke aanpak: begrensd gebruik, namelijk op sommige plaatsen en tijden. Dat is het maximale.’
Inderdaad vind je in de Goudse gebouwen, vóór je vanuit de centrale hal het lesgebouw binnengaat, een verbodsbord: ‘Vanaf hier verboden voor de smartphone’.
En hoe is dat geregeld in Leiden?
Snoep: ‘Wij hebben altijd hetzelfde beleid gehad: bij aankomst op school gaat het mobieltje in de kluis. Vanwege onze kleinschaligheid en de leeftijd van onze leerlingen kan dat. We hebben circa 420 leerlingen, van wie de oudsten 15-16 jaar oud zijn. Maar ik snap dat het in Gouda nauwelijks zó is in te vullen. Daar heb je met oudere leerlingen te maken. Zeventien- en achttienjarigen behandel je anders. En die lopen daar door de hele school.’