Gebedskring stimuleert betrokkenheid bij ouders
De oprichting van een reformatorische school was een gebedszaak. Kerken doen voorbede voor het onderwijs. En ook ouders bidden met elkaar voor het schoolgebeuren.
De koffie staat klaar in de gemeenschapsruimte van de Graaf Jan van Nassauschool in Vlissingen. Raoul Lie en Evan de Keijzer wachten rustig af hoeveel mensen vanavond aansluiten. Zij vormen met Michiel de Jong de kern van de gebedsgroep rond de school. Lie heeft een kind in de groepen 7, 5, 3 en 2; De Keijser in de groepen 8, 5 en 1.
Beiden benadrukken dat het wezenlijk is om met elkaar te bidden. ‘Ik voelde het belang van bidden voor alles wat met de school te maken heeft’, licht Lie toe. ‘Drie jaar geleden deelde ik dit verlangen met de toenmalige directeur, Harry Roubos. Hij reageerde er positief op. We komen om de week bij elkaar. Soms bidden we met z’n drieën, soms met vijf personen.
Het gaat hem in de eerste plaats ‘om het zoeken naar elkaars hart, om eenheid in het samen bidden tot God’, gaat hij verder. ‘De Bijbel is daarin de basis. Ik weet dat sommige mensen er een gevaar in zien. Maar is niet bidden geen groter gevaar?’
Wanneer in de gebedsgroep ontevredenheid ontstaat over de gang van zaken binnen de school, ‘is de kring niet de juiste plaats om er uiting aan te geven. Ik probeer zoveel mogelijk voeling te houden met de schoolleiding. We bidden voor de school. Onze persoonlijke problemen mogen we op een ander moment bij God brengen.'
Lie vervolgt: ‘Het is zó belangrijk om te bidden voor de kinderen, voor iedereen die hier werkt, voor hun ouders of verzorgers. Om hen bij de Heere Jezus te brengen. Het verbindt. Anders bidt ieder voor zich; nu bidden we met elkaar.’
Inleven
De Keijzer beaamt dat. ‘Ik kijk nu met andere ogen naar het schoolgebeuren, de ouders, de kinderen en de leerkrachten. Natuurlijk is er weleens een dingetje waaraan ik me erger: Kan dit niet anders geregeld worden? Waarom doet die andere ouder zou moeilijk? Zo gedraag je je toch niet in de klas? Maar sinds ik hiervoor bid, zien de dingen er toch anders uit. Ik kan me beter inleven in anderen. Ik let meer op de zegeningen.’
Ook is hij ‘alerter’ op dankpunten. ‘Alleen al het feit dat onze kinderen Bijbels onderwijs ontvangen op deze school, is een grote zegen. Door samen te bidden, trek je je aan elkaar op. Raoul, bijvoorbeeld, geeft niet op. Ook niet als hij ’s avonds alleen in de school zit om te bidden.’
Gebedspunten
Nog iemand komt binnen. Opnieuw een vader: Mark Bolle. Lie nodigde hem uit; voor de tweede keer neemt hij deel aan de gebedsgroep. ‘Door voor de school te bidden, samen met anderen, voel ik me er meer bij betrokken.’
Op de valreep schuift nog een moeder aan. Lie heet ieder hartelijk welkom en noemt eerst de gebedspunten die een contactpersoon vanuit de school aanlevert. Ze zullen bidden voor de leerkracht die zijn vader heeft verloren. Voor een zieke juf. Om rust, energie en kracht in de drukke rapportperiode en contactavonden.
Ook zullen ze voorbede doen voor een juf die afscheid nam. En voor de nieuwe juf. Dat zij snel haar plek mag innemen op school. En voor de klas, dat die aan haar mag wennen.
Vervolgens brengt ieder een eigen gebedspunt in: vacatures; kinderen die om welke reden dan ook de school verlaten moesten en enkele zaken uit de ‘Nassaubrief’.
‘Onze kracht ligt in geestelijke wapens’
Raoul Lie
Bezinning
Voorafgaand aan het gebed bezinnen Lie en de anderen zich op het waarom van het bidden. Dat doen ze naar aanleiding van 1 Timotheüs 2: 1 en 2: ‘Ik vermaan dan vóór alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor alle mensen, voor koningen en allen die in hoogheid zijn, opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid.’
‘Bidden is Gods opdracht’, zegt Lie. ‘In het gebed spreken we veel woorden uit. Wat is daarvan de kracht? Wat zegt de Bijbel hierover? Lees Spreuken 18: 21: “Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder die haar liefheeft, zal haar vrucht eten.”’
Onze woorden hebben kracht om iets op te bouwen of om iets af te breken, vervolgt hij. ‘Zegen en vloek. Zowel positieve als negatieve invloed. We mogen in geloof dingen van de Heere vragen. Let op je taalgebruik, ook tegen kinderen. Het kind vertellen dat het dom is, kan levenslang gevolgen hebben. Onze kracht ligt niet in vleselijke wapens, maar in geestelijke.’
Dan vouwt ieder de handen, sluit de ogen en begint Lie het gebed. Indringend bidden de aanwezigen om Gods bescherming en danken ze de Heere voor de aanwezigheid van Bijbels onderwijs. Alle gebedspunten komen aan de orde. Het gebed besluiten ze met een gezamenlijk ‘Amen’.
‘Meerwaarde voor kinderen’
Interim-directeur van de Graaf Jan van Nassauschool in Vlissingen Gerard van de Weerd vindt het belangrijk dat het initiatief om óp school te bidden, bij de ouders zelf ligt. ‘Vooropgesteld: God is niet aan tijd of plaats gebonden. Wel is het een opdracht dát er specifiek gebed is. Voor mij kwam dit bij het ruimte geven hiervoor óp school – in 2013 op de Eben-Haëzerschool in Oostkapelle – heel nadrukkelijk vanuit Lukas 11:13: “Indien dan gij die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven degenen die Hem bidden.”
Het heeft een meerwaarde als ouders dit voor hun kinderen letterlijk doen op de plaats waar zij dagelijks samenkomen.’
‘Bijzaken vielen weg; de kern van het geloof werd werkelijk beleden én beleefd’
Gerard van de Weerd
Als directeur van de Juliana van Stolbergschool in Kapelle weet hij dat er in de vele oudergroepen die bij ouders thuis samenkomen, voor de school wordt gebeden. ‘En dat er ouders zijn die wekelijks tijdens hun stille tijd bewust voor de school bidden.’
Putten docenten daar kracht uit?
‘Jazeker. In Kapelle omschrijven we het in één van onze kernwaarden als volgt: Wij, team, ouders en leerlingen, beseffen te leven van genade, wij werken in afhankelijkheid van God en weten ons gedragen door gebed.’
Op elke christelijke school een gebedsgroep?
‘Tijdens een schoolbezoek aan een Belgische school ervoer ik hoe daar de christelijke identiteit in de praktijk zichtbaar gestalte kreeg. Gebed vormde een wezenlijk onderdeel. Er was ook een gebedsgroep van ouders. Ik proefde hoe bijzaken wegvielen, maar dat de kern van het christelijk geloof werkelijk beleden én beleefd werd. In dat kader is het in de opvoeding van onze kinderen belangrijk dat ze beseffen dat gebed essentieel is - tot eer van God en tot hun zaligheid!’
Tips van ouders:
· Regelmaat geeft continuïteit;
· Volhard;
· Kracht ligt niet in het aantal;
· Laat de uitkomst over aan God.