• Thema-artikel
Mettie de Braal-Prins

Oranje verbindt ons aan het Koningshuis en aan elkaar

historici Verhoeve en Van der Schans zien een taak voor reformatorische scholen

Sjaals, sjerpen, versierde straten, versnaperingen in de nationale kleur en sportprestaties op wereldniveau geven menig Nederlander dat speciale Oranjegevoel. Sluit dat sentiment nog aan bij ons koningshuis? ‘Niets verbindt Nederlanders meer dan onze vorst.’

Een overtuigd monarchist. Dat is de Goudse burgemeester mr. drs. Pieter Verhoeve, tevens voorzitter van de Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen (KBOV). ‘Het is een unieke, bijzondere situatie om als natie de verjaardag van een staatshoofd te vieren. Dat zien we in geen enkel ander land.’

Die verjaardag vieren we met plaatselijke verenigingen, gaat Verhoeve verder. ‘Talloze vrijwilligers offeren hun vrije dag op om hun stads- of dorpsgenoten een leuk feest te bezorgen. Dat verbindt. Kijk naar de steden die op Koningsdag de koning en zijn familie hebben ontvangen. Daar ontstaat een gevoel van saamhorigheid om de klus te klaren. In Amersfoort, bijvoorbeeld zijn volgens burgemeester Bolsius verbindingen gelegd die er daarvoor niet waren.’

Geschiedenisdocent drs. Ton van der Schans van Driestar hogeschool reageert enigszins sceptisch. ‘Begrijp me goed, ik sta achter het ideaal dat u schetst. Maar de werkelijkheid blijkt weerbarstiger. In veel plaatsen, ook in mijn woonplaats Bodegraven, hebben de activiteiten op Koningsdag weinig raakvlakken met ons koningshuis. Het zicht op de historische context, de lijn die we zien in de geschiedenis van ons land, vervaagt in rap tempo.’

‘Wees als scholen present in dorp en stad’

Pieter Verhoeve

Polarisatie

Verhoeve springt in: ‘Oranjegevoel heeft zéker te maken met onze constitutionele monarchie. Ruim 80 procent van de bevolking steunt het koningshuis. Dat zegt wel wat. Een staatshoofd door erfelijke opvolging voorkomt polarisatie en instabiliteit die je binnen een regering met een gekozen staatshoofd wel ziet ontkiemen. Het Koninklijk Huis zorgt voor continuïteit.’

Zijn gesprekspartner gunt hem het voordeel van de twijfel. ‘Akkoord, maar de inhoudelijke verbinding is mager. Op Koningsdag vormt de vrijmarkt, waarbij men de rommel van de ene zolder naar de andere verplaatst, meestal het hoogtepunt van de dag. Op veel plaatsen lijdt de aubade een noodlijdend bestaan. En stel dat ik als wethouder van Onderwijs oproep om op alle scholen in mijn woonplaats het Wilhelmus goed aan te leren, dan maakt deze geste geen schijn van kans.’

Oranje is een ‘iconische kleur, een merknaam’, vervolgt Van der Schans. ‘Oranje verbinden we aan een nationale vrije dag. Maar het mag best een tandje inhoudelijker. Het sprookjesachtige en exclusieve dat Willem-Alexander en zeker ook Máxima hebben, moet verankerd zijn in een overtuiging, een gemeenschappelijk ideaal.’

Oorlog en verzet

De mannen vinden elkaar in het zoeken naar mogelijkheden om oranje meer te verbinden met het koningshuis. Zij zien daarin een taak voor de reformatorische scholen. Te beginnen, aldus de burgemeester, met het aanleren van liederen van Valerius. ‘Deze gezangen ontstonden in een tijd van oorlog en verzet. Wie kent ze nog?’

Participeer in de plaatselijke festiviteiten, raadt hij daarnaast aan. ‘Trek je niet terug op de eigen schoolpleinen.’ Van der Schans snapt wel dat veel scholen dat toch doen. Lang niet alle activiteiten passen bij hun christelijke identiteit.
De KBOV-voorzitter werpt tegen dat plaatselijke initiatieven afgestemd kunnen worden op de orthodox-protestantse bevolkingsgroep. ‘Daar zie ik mooie voorbeelden van.’

Van der Schans glimlacht: ‘Het alternatief, op Koningsdag een zendingsdag organiseren, werkt ook verbindend. Want tijdens zo’n bijeenkomst stuurt de organisator een telegram met de felicitaties aan Zijne Majesteit de Koning. Aansluitend zingen de aanwezigen in verbondenheid met het koningshuis twee coupletten van ons volkslied.’

‘Klopt’, interrumpeert Verhoeve. ‘Maar zo ontstaat geen verbinding binnen de eigen woonplaats.’

Onverstoorbaar gaat de ander verder. ‘Vroeger was Koninginnedag een gewone schooldag.
Alle kinderen kwamen naar school, liepen gezamenlijk naar de aubade om mee te zingen. Nu valt het in een vakantie. Velen grijpen de gelegenheid aan om de koffers te pakken voor een weekje weg.’

Verhoeve: ‘De Koningsspelen zijn in de plaats gekomen van het zaklopen. Samen sporten, een prachtig en samenbindend fenomeen voor schoolkinderen.’

‘Met het Oranjehuis hebben we een goed verhaal’

Ton van der Schans

Heiligenverering

De burgemeester pleit voor participatie rondom vieren en herdenken. ‘Een samenleving heeft behoefte aan collectieve riten en symbolen. Dat merk je ook aan de herdenkingscultuur – die wordt levendiger. Voor de Dodenherdenking zien we steeds meer belangstelling.’

De DRS-achterban doet veel voor zijn eigen kring, weet hij. ‘Laat hij ook de verbinding met de lokale gemeenschap zoeken. Wees als scholen present in dorp en stad. Gelukkig geven de reformatorische scholen wel acte de présence tijdens Prinsjesdag.’
Dat is overigens een bijzondere gebeurtenis, legt de oud-docent uit. ‘Het is belangrijk om leerlingen daarop te wijzen. Het parlement luister naar de koning, terwijl de koning een tekst voorleest van de eigen regering.’

Het gaat hem niet om heiligenverering, benadrukt Verhoeve, ‘maar om een gezonde betrokkenheid. Om, zoals Beatrice de Graaff dat verwoordt, “het thuisgevoel: de klanken en geuren van thuis.” Een koning geeft een vaderlands gevoel.’

Kanttekeningen

Van der Schans komt terug op de taak van het onderwijs. ‘In de recente geschiedenismethode voor het basisonderwijs Venster op Nederland is bewust in elk leerjaar plaats ingeruimd voor een venster op Oranje. Bij alle kanttekeningen die te maken zijn, weet ik geen onderwerp dat Nederlanders ook op langere termijn en buiten voetbalvelden om meer kan binden dan onze koning of koningin. En voor de historisch gegroeide band moet je toch je geschiedenis kennen.’

Onderwijs en politiek moeten een programma maken waardoor mensen zich verbonden voelen door hun verleden, vindt hij. ‘Laat burgerschap een vak op school worden waarin je vanuit een gedeeld verleden en een gezamenlijk verhaal zoekt naar een plaats in de samenleving. En met het Oranjehuis hebben we een goed verhaal.’

Wilt heden nu treden - A. Valerius (1597)
Wilt heden nu treden voor God, den Heere,
Hem boven al loven van harte zeer,
En maken groot Zijns lieven namens ere,
Die daar nu onzen vijand slaat terneer.

Terug naar overzicht