• Thema-artikel
Mirelle de Lange & Neely Anne de Ronde-Davidse

Tijdsinvestering met groot rendement

driehoeksgesprekken als kans voor passender onderwijs

Ouders, leerlingen, leerkrachten en schoolleiders hebben tijdens de periode van afstandsonderwijs een enorme prestatie geleverd. Maar weten we ook hoe het iedereen écht vergaan is? Evalueer, om daar achter te komen, de achterliggende tijd met leerlingen en hun ouders.

Relatie en vertrouwen zijn belangrijke voorwaarden om tot leren te komen. Tijdens het afstandsonderwijs heeft juist dát onder druk gestaan. Leerlingen konden niet even hun verhaal kwijt op school. Ze hadden geen leraar om hen heen die ervoor zorgt dat ze gezien worden. Klasgenootjes misten ze. Het was ook nog eens een periode van grote onzekerheid. Dat doet iets met kinderen.

Veel scholen gebruiken kind- en oudergesprekken (apart of via een zogeheten driehoeksgesprek) om het schooljaar te starten. Die gesprekken kun je verdiepen door te vragen naar de periode van afstandsonderwijs. De input van je leerlingen en hun ouders kan je helpen om je leerlingen écht te leren kennen. Relatie staat daarbij voorop, maar doorvragen op de manier waarop ze thuis het onderwijs hebben aangepakt, kan je ook waardevolle informatie opleveren.

Door de gesprekken zo meer diepgang te geven en ouders en leerlingen echt te horen, versterk je de relatie met hen. Zo werk je aan drie kernwaarden van ouderbetrokkenheid die belangrijk zijn voor onderwijs dat beter aansluit op behoeften van leerlingen: gelijkwaardigheid, samen verantwoordelijk en verantwoordelijk voor elkaar (De Vries, 2017).

Sommige leerlingen kwamen thuis letterlijk op adem

Gered

Tijdens de periode van afstandsonderwijs moest je als leraar het onderwijs deels uit handen geven. Voor sommige leerlingen werkte dat niet goed. Voor hen was het beter om toch op school iets te organiseren.

Veel kinderen hebben zich wel gered. En er waren ook leerlingen die thuis letterlijk op adem kwamen. Sommigen hebben thuis zelfs achterstanden weggewerkt. Waar het op school niet lukte om passend onderwijs te bieden, lukte dat thuis wel.

Gaan we met die leerlingen op de oude voet door of durven we het gesprek aan te gaan om van deze ervaringen te leren? Dat laatste zou zomaar kunnen helpen om voor hen het onderwijs passender te krijgen.

Dat hoeft niet om grote veranderingen te gaan. Kleine aanpassingen zijn al effectief. Zoals: waarom zou een leerling een uur moeten rekenen als na een half uur zijn concentratie op is? Wat zou hij in dat tweede half uur kunnen doen? En hoe zorg je ervoor dat de andere leerlingen in de groep dat normaal vinden en niet worden afgeleid?

Ook zijn er leerlingen die het fijn vinden om direct aan de slag te kunnen. Ze hoeven de instructie niet af te wachten en houden dan tijd over. Wat doe je met hen in het nieuwe jaar?

Een derde voorbeeld: sommige kinderen hebben baat bij het toepassen van andere leerstrategieën, thuis of op school.

Een frequentere uitwisseling met ouders is de moeite waard

Oogcontact

Om erachter te komen wat voor wie het beste werkt, is het belangrijk de juiste vragen stellen (zie kader). Probeer daarbij te voorkomen dat je het antwoord alvast invult voor de ander.

Om überhaupt tot een goed gesprek te komen, stel je kinderen (en eventueel hun ouders) op hun gemak en maak je het doel van het gesprek duidelijk. Het is een kunst om goed te luisteren, tussendoor samen te vatten en om te checken of je de leerling goed hebt begrepen (Delfos, 2017).

Mogelijk moeten oudergesprekken nog online plaatsvinden. Goed oogcontact maken is dan lastig. Dan is het belangrijk om tussendoor vragen te stellen om te checken of je de ouder goed hebt begrepen: ‘Bedoelt u te zeggen dat…?’, ‘Begrijp ik nu goed dat u…?’ Als kinderen het lastig vinden om over hun gevoelens te praten, kun je emoticons gebruiken.

Een zogeheten driehoeksgesprek waarbij zowel ouder en kind aanwezig zijn, bespaart tijd. Soms kan het beter zijn als je alleen met een leerling praat. Die inschatting kun je als leerkracht zelf vaak goed maken.

Rijke bron

Door aan het begin van het schooljaar open en geïnteresseerd met je leerlingen in gesprek te gaan, krijg je een completer beeld van hen dan alleen via de groepsoverdracht en observatie in de groep. Bovendien creëer je zo een band en laat je de leerlingen zien dat ze gehoord worden en bij jou veilig zijn.

Door dit regelmatig te doen en leerlingen bijvoorbeeld zelf ook doelen te laten bedenken, kun je op een mooie, persoonlijke manier je leerlingen volgen. Deze rijke bron aan informatie kan je helpen om je onderwijs voor sommige leerlingen net wat passender te krijgen.

De tijdsinvestering mag dan wat groter zijn, de ervaring leert dat het echt helpt om leerlingen beter te begrijpen. Je zult merken dat ook een frequentere uitwisseling met ouders de moeite waard is.

Begin vooral klein, verander voor enkele leerlingen een paar kleine dingen, evalueer dat met hen en ook met hun ouders. Samen kom je zo steeds verder.

Mirelle de Lange-de Waardt is adviseur ouderbetrokkenheid bij Driestar educatief. Neely Anne de Ronde-Davidse is lector inclusieve klassen bij Driestar educatief

Bronnen

Blonk-Meulenkamp, M. & De Ronde-Davidse, N.J. (2020). Ontwikkelkansen in een 50% onderwijssituatie: benut de input van ouder en kind. https://wij-leren.nl/contact-op-afstand.php · Diverse handreikingen op onze website: https://www.driestar-educatief.nl/master-landingspagina/onderwijs(advies)-op-afstand.

· Delfos, M. (2017). Luister je wel naar mij? Gespreksvoering met kinderen tussen vier en twaalf jaar. Amsterdam: Uitgeverij SWIP.

· De Vries, P. (2017). Ouderbetrokkenheid 3.0. Utrecht: CPS Uitgeverij.

· Visser, A., Van der Vliet, M., & De Ronde-Davidse, N.J. (2017). Good practices van passend onderwijs. Gouda: Driestar hogeschool.

Voorbeeldvragen

Over het welbevinden leerlingen (en ouders):

· Hoe was het om thuis les krijgen?
· Wat heeft de periode van afstandsonderwijs met jou gedaan?
· Hoe voel je je nu?
· Hoe was je zomervakantie?

Om zicht te krijgen op positieve ervaringen van thuis:

· Wat vond je van de aangeboden lesstof tijdens het afstandsonderwijs?
· Waar liep je tegenaan?
· Wat zou ik in de klas kunnen doen om jou beter te kunnen lesgeven?
· Heb je van mij als leerkracht veel of juist weinig instructie nodig?

Vraag ook naar de lesstof:

· Wat vond je het leukst om thuis te doen?
· Wat heb je gemist van school?
· Lukte het qua tijd?
· Wat deed naast je schoolwerk? Zou ik daarvan ook iets in de klas kunnen doen?

Terug naar overzicht