Hoe langer je leeft, hoe groter de groep mensen wordt die je kent. Als je voor de klas staat, groeit die groep vaak met meer dan twintig leerlingen per jaar. Van een leerkracht mag worden verwacht dat hij oprecht betrokken is op de leerlingen tijdens de les. Maar wat is daarná professioneel?
Zo vlak voor de zomervakantie kijk je met je leerlingen terug op het afgelopen schooljaar. Bij het verlaten van school aan het einde van groep 8 en bij het ontvangen van een diploma vier je dit moment uitgebreid. Sommige leerlingen blijven je lang bij, andere vergeet je al snel. Het is leuk als leerlingen je bedanken aan het einde van een schooljaar. Een warm pedagoog koestert de opgebouwde relaties met leerlingen of studenten en vindt het leuk als hij hen later weer ontmoet. De onderwijsveteranen onder ons zullen beamen dat dit op de meest verrassende momenten gebeurt. Hoort dit contact ná de professionele situatie ook bij je professie?
Muziekdocent Arnold Blok is een bekend gezicht op Driestar educatief. Over twee jaar hoopt hij met pensioen te gaan en kent inmiddels een enorme groep oud-leerlingen. Graag vertelt Blok wat hij als professioneel gedrag ziet en wat ethische spelregels zijn.
Is het ook na de laatste lesdag nog nodig om betrokken te zijn op de leerlingen? Blok: ‘Dat ligt aan de behoefte van de leerlingen. Ik kan me haast niet voorstellen dat je geen ruimte maakt voor contact met een leerling als deze initiatief neemt voor contact.’
Een oprecht pedagoog bouwt aan een betekenisvolle relatie met leerlingen of studenten, vindt Blok. De intensiviteit en kwaliteit van de band met pupillen verschilt per onderwijscontext, maar het kan niet zo zijn dat die band abrupt stopt na de laatste lesdag. Een pedagoog maakt als mens op authentieke wijze contact met de leerlingen. Het is menselijk om ook na het laatste professionele contact vriendelijk en geïnteresseerd te blijven. Het zou wat Blok betreft vreemd zijn als je geen gehoor geeft aan een uitnodiging voor een bruiloftsreceptie van alumni ‘omdat je daar geen uren voor krijgt.’ De mate waarin je betrokken bent, verschilt per persoon: de ene docent is attenter dan de ander. Wel is er wat Blok betreft een ondergrens: ‘Het zou gek zijn als je kinderen met wie je intensief contact hebt gehad volledig vergeet.’ De muziekdocent begrijpt dat jaren later een opfrissing van de naam nodig is.
Filter
Hoe langer je in het onderwijs werkt, hoe drukker je dus wordt? In de ervaring van de pabodocent valt dat wel mee. ‘In een mensenleven zorgt de factor tijd voor een natuurlijk verloop. Zo werkt dat nu eenmaal.’ Veel leerlingen zie je zelden of nooit meer. Zij raken als vanzelf uit je geheugen. Vaak herinneren leerkrachten zich vooral de eerste jaren goed. Die jaren maken meer indruk in je geheugen, omdat je ze intens beleeft. Blok lacht: ‘Stel dat je ieder jaar zo zou onthouden, dan word je helemaal dol!’ Dus bij onderwijsveteranen die lesgaven aan wel meer dan duizend leerlingen ordent en filtert het menselijk brein alle gezichten met hun karakters. Zo ontstaat een natuurlijk evenwicht. Een docent heeft niet steeds méér contact met oud-leerlingen. Dat is ook goed, want er moet na een schooljaar weer ruimte komen voor een nieuwe groep. Toch stelt Blok: ‘Uit het oog is niet uit het hart. Als je een leerling na jaren ontmoet of via via over hem hoort, herinner je je hem toch weer!’ ‘Er zijn tegenwoordig ook stromingen die pleiten voor een professionele afstand in het onderwijs.’ Daar heeft Blok minder mee. Hij volgt liever de Amerikaanse psychiater Harry Stack Sullivan. Sullivan benadrukte juist het belang van menselijke nabijheid in interpersoonlijk contact. ‘Wij zijn geen psychiaters, maar wel studieloopbaanbegeleiders, en dan ben je volgens mij ook betrokken op de vreugde en het verdriet van studenten.’
‘Na een schooljaar moet in je hoofd ruimte komen voor een nieuwe groep’
Arnold Blok
Beroepscode
Zoals de psychiatrie een duidelijke beroepscode heeft, begrijpt iedereen dat er ook voor docenten een beroepscode is. Er is tegenwoordig meer behoefte aan geschreven regels voor de omgang met studenten. Terecht, wat Blok betreft. ‘Helaas hoor je de laatste tijd vaker van grensoverschrijdend gedrag.’ Een verstandig pedagoog is daarom zorgvuldig in het contact met leerlingen en/of studenten. Het is bijvoorbeeld beter om met een groepje studenten af te spreken. Blok herinnert zich dat studenten persoonlijke verhalen met hem deelden. ‘Als iemand heftige zorgen deelt, vraag ik altijd: “Heb je ook professionele hulp?” Als dat zo is, hoef ik alleen maar te luisteren en word ik niet belast met hulpvragen die ik niet kan beantwoorden.’
Het contact met oud-studenten geeft de pabodocent steeds weer werkvreugde. Dat is het geluk van het werken op de pabo. ‘Je bezoekt veel scholen in de stageperiode en ontmoet dan vaak oud-studenten. Ik vind het altijd erg leuk om hen weer te ontmoeten!’
Termination Fase
De vijf fasen van groepsvorming, die psycholoog Bruce Tuckman in 1977 onderscheidde, zijn terecht gemeengoed geworden. In het onderwijs krijgt de laatste fase van groepsvorming vaak minder aandacht dan de andere vier. Dat is jammer en doet een goed gevormde groep tekort.
Fase vijf, adjourning, gaat over evalueren en afscheid nemen. In deze fase vier je succes en evalueer je elkaars handelen. Het is mooi als dit moment aandacht krijgt en groepsgenoten kans krijgen elkaar te waarderen. Als je mag terugblikken op een mooie tijd met elkaar, dan is er ook ruimte voor dankbaarheid en de teleurstelling die gepaard gaat met zo’n afscheid. Het is voor alle betrokkenen waardevol dit zorgvuldig te doen. Zeker als er sprake was van een langere tijd van intensief samen leren.
Behalve het uiten van dankbaarheid is dit moment ook nuttig voor de toekomst. De deelnemers van de opgeheven groep zullen doorgaans nieuwe groepen vormen met een andere docent en leerlingen. Geleerde lessen in de oude groep kan men in de nieuwe situatie toepassen (B. Tuckman, 1977).