Jan-Pieter Nobel over buitenlandexcursies op de Marnix (Wartburg College, Dordrecht)
Al jarenlang heeft de Dordtse Marnix buitenlandexcursies. Internationalisering komt er dus niet voort uit een hype die menig andere vmbo-school tot uitwisselingen doet besluiten. Jan-Pieter Nobel (37): ‘We hebben hier geen havo- of vwo-bovenbouw, dus de zogenaamde gt’ers zijn hier onze oudste leerlingen. Voor de betrokken leerlingen en ouders is een uitwisseling een ervaring die een leven lang meegaat.’
Nobel, sinds kort adjunct-directeur vmbo op deze locatie van het Wartburg College, is al een aantal jaren verantwoordelijk voor internationalisering. ‘Dat heeft altijd een culturele component en een ontmoetingscomponent. Wij hebben vier partnerscholen: in Hongarije, Slowakije, Polen en Duitsland. Daarnaast gaan elk jaar veel leerlingen naar Christchurch in Engeland. Het ligt aan de wensen van de leerling welke reis voor hem of haar het beste is. In Engeland leer je veel Engels en in Polen brengen we een bezoek aan Auschwitz. De school in Duitsland sluit aan op onze grondslag.’
Kunnen alle leerlingen er zomaar voor inschrijven?
‘Nee. Er vindt vooraf een soort sollicitatiegesprek plaats. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen weten waar ze aan beginnen. Ze stappen echt een andere wereld in. Onze leerlingen slapen alléén, dat is zonder schoolgenoot, in een gastgezin. Een bepaalde mate van zelfredzaamheid is dus belangrijk. Een leerling moet ook Engels durven spreken. Niet heel goed Engels, want dat leer je juist tijdens zo’n excursie. Verder moet het lesgevende team groen licht geven voor een reis. Een leerling verzuimt namelijk een week lang de lessen. Zijn cijfers mogen er niet onder lijden.’
Hongarije is een eind weg. Kan dat niet wat dichterbij?
‘Dit is zo gegroeid. Uitwisselingsscholen moeten op de een of andere manier op je pad komen. De school in Hongarije kennen we al meer dan tien jaar. Het eerste contact is gelegd via de Stichting OGO (Stichting Ondersteuning Gereformeerd onderwijs in Oost-Europa, E.S.). De band en het vertrouwen zijn gegroeid. Hierdoor kunnen we met een gerust hart leerlingen uitwisselen. De taal, Engels, moet voor beide scholen een barrière zijn. Alle leerlingen worden erin ondergedompeld en móeten het spreken. Zo is de uitwisseling een win-winsituatie voor beide scholen.’
‘Bij een uitwisseling stappen leerlingen echt een andere wereld in’
Jan-Pieter Nobel
Heeft zo’n uitwisseling niet iets weg van pr, van een prestigereisje?
Nobel reageert ietwat geprikkeld: ‘Nee, het heeft niets met pr, prestige of aanzien te maken. We realiseren ons dat er een goede balans moet zijn tussen onze doelstellingen, goed rentmeesterschap en de ‘verre’ naaste. In verhouding tot andere excursies zijn de uitwisselingen goedkoop.’
Internationaal christelijk burgerschap
Vorig jaar viel het ergens te lezen: gaat het bij internationalisering algemeen gesproken vooral om kennisoverdracht en baankansen, de reformatorische scholen onderscheiden zich met een focus op internationaal christelijk burgerschap. Hebben de uitwisselingsexcursies op de Marnix dus vooral een vormende waarde? Nobel is beslist: ‘Ja, het is echt vormend. Dat die vreemde taal ook aandacht krijgt, is logisch. Er is geen andere mogelijkheid. Maar de focus ligt op andere zaken.’
Kunt u concrete dingen noemen?
‘De leerlingen leren zelf keuzes maken. Ze worden uit hun comfortzone gehaald. Dat kan alleen als je een heldere kijk hebt op je eigen geloof. Zo’n uitwisseling verbreedt hun blik op de ander. Het maakt hen positief-kritisch ten opzichte van hun eigen cultuur.’
De aandacht is dus verschoven van “educatief karakter” naar “christelijke vorming en persoonlijke groei”. Nobel: ‘Inderdaad. Maar volgens mij krijgen beide nu volop aandacht. We bezoeken in Hongarije musea die iets vertellen over de roerige geschiedenis van dat land. Zo begrijpen de leerlingen bijvoorbeeld beter het nieuws. Maar ze zien ook hoe christenen daar Kerst vieren. Daar worden, net als hier, bepaalde keuzes gemaakt. Dat helpt onze leerlingen zich een eigen, kritische mening te vormen. Het nemen van verantwoordelijkheid voor hun schoolloopbaan hoort daar ook bij. Moeilijkheden zijn niet alleen “eng”, maar vormen ook een uitdaging. Dit contact kweekt begrip voor verschillen binnen het wereldwijde christelijke geloof. Het gaat om meer dan uiterlijke dingen.’
‘Je praat niet over kleding, maar over de kern van het christelijke geloof’
Jan-Pieter Nobel
Leerlingen komen in een omgeving waar het christen-zijn waarschijnlijk meer een offer is dan wat ze hier gewend zijn. Hoe reageren ze daarop?
‘Wij besteden altijd veel aandacht aan de begeleiding van onze leerlingen rond een uitwisseling. Niet minder dan vier woensdagmiddagen zijn we ermee bezig. Er vindt bezinning plaats op het geloof en de cultuur. Leerlingen waarderen dat altijd heel erg. Hun mening wordt gevormd en ze weten zich teruggeworpen op de kern van het geloof, zo horen we.’
Hoe ervaren ze het soberdere leven daar? En hoe de verschillen die er onmiskenbaar tussen christenen wereldwijd zijn? Denk aan kledingregels…
‘Ze zien het echt als een heel mooie ervaring. Na de reis waarderen ze veel meer hun gezins- en thuissituatie.’ Nobel vertelt over een uitwisseling met een school in Duitsland. ‘Dat was heel bijzonder. Toen wij ons in onze contacten vooraf introduceerden als een “christelijke school” kregen we als reactie: “Willen jullie de meisjes alstublieft een broek laten dragen? Hier zijn rokken voor het uitgaan.” Zo zie je: een school met dezelfde christelijke grondslag hanteert de tegenovergestelde regel. Zoiets geeft stof tot nadenken. Overigens, we hanteren tijdens uitwisselingen de normale kledingregels. Maar het positiefste is dat je niet praat over kleding, maar over de kern van het christelijke geloof: zonde en genade, vergeving en het geloof in de Heere Jezus Christus.’
Liselotte Jelier & Annejet Krijgsman, beiden 15 jaar en wonend in Dordrecht
‘Wij vonden de uitwisselingsweek naar Hongarije geweldig! Wat ons het meest in de gedachten blijft, is toch wel onze buddy’s. Daar verbleven we in huis. Ook de prachtige stad Boedapest blijft in onze herinnering. Je leert heel goed Engels spreken, omdat je anders niet kunt communiceren. Het gaat er daar heel anders aan toe dan hier. Zo leer je de cultuur beter kennen. Kortom, zo’n uitwisseling is een echt een aanrader!’