Rond Koningsdag is het op veel basisscholen traditie om vaderlandse liederen te zingen. Het vormt een vertrouwd beeld: kinderen met zelfgeknutselde kroontjes op, zwaaiend met vlaggetjes, die uit volle borst 'Piet Hein' zingen. Maar voor hoe lang nog? Nog heel lang, hoopt Els Stronks, hoogleraar historische letterkunde aan de Universiteit Utrecht.
Vooral de reformatorische kring spreekt over vaderlandse liederen, valt Stronks op. ‘Strikt genomen kunnen we alleen het "Wilhelmus", als ons volkslied, tot de vaderlandse liederen rekenen’, legt ze uit. ‘Liederen die de historie van ons land bezingen, noemen we meestal nationalistische liederen.’
Het repertoire van de zogenoemde vaderlandse liederen is volgens haar in reformatorische kring veel groter dan daarbuiten. ‘Dat komt doordat men aan het begrip vaderland een religieuze duiding geeft en dan betekent het ook echt wat voor de zangers. Liederen als "Gelukkig is het land, dat God de Heer beschermt" hebben een sterk godsdienstig karakter.’
Hoe staat het met de populariteit van vaderlandse liederen?
‘Zingen is een goed middel om groepen van mensen aan elkaar te verbinden. Het creëert een saamhorigheidsgevoel. Veel mensen hechten aan vaderlandse liederen, omdat deze blijk geven van verbondenheid met het verleden. Toch zie je dat er de laatste jaren een ontwikkeling gaande is, vergelijkbaar met de zwartepietendiscussie. Aan de ene kant heb je mensen die vinden dat het een traditie is waaraan je niet moet tornen. Anderzijds hoor je ook steeds meer kritische geluiden. Een lied als "In een blauwgeruite kiel" bezingt de heldendaden van Michiel de Ruyter. Tegenwoordig bekijken we De Ruyter wat kritischer: was hij wel een zeeheld, of werkte hij mee aan het VOC-beleid en dus aan slavenhandel?’
Welke liederen leren kinderen nog?
‘Vaak is daarin een verschil tussen openbare en reformatorische scholen. Het eerste couplet van het "Wilhelmus" kennen de meeste jongeren nog wel een beetje. In het regeerakkoord van 2017 staat dat kinderen het "Wilhelmus" en de context ervan moeten leren. Daarop kwam veel kritiek. Het zou staatspedagogiek zijn en scholen zouden meer ruimte moeten krijgen om te doen met het 'Wilhelmus' wat men wil. Als we liederen van betekenis willen maken voor volgende generaties is het belangrijk dat je toestaat dat men daar hun eigen ding mee doet.’
‘Ons volkslied laat ons nadenken over de manier waarop mensen in dit land samenleven’
Els Stronks
Zoals?
‘Een cover (bewerking van een bestaand lied, red.) maken, bijvoorbeeld. Als je een lied als een opgezet diertje behandelt, wordt het moeilijk om het te laten overleven. Ik heb meegewerkt aan het ontwikkelen van de website howtowilhelmus.nl. Die website geeft uitleg over de context van het "Wilhelmus" en je kunt je eigen muzikale creatie van het "Wilhelmus" maken. Zo houd je een lied dynamisch.
Veel Nederlanders kennen ook "Piet Hein'"en "In een blauwgeruite kiel" nog wel. Kinderen leren die bijvoorbeeld tijdens een projectweek over vroeger. Dit is dan vooral uit nostalgisch oogpunt. Reformatorische scholen leren doorgaans veel meer liederen aan. Ze houden er vaak nog aubades met in het repertoire geuzenliederen zoals "Merck toch hoe sterck" en "Wilt heden nu treden".’
Waarom leert men sommige liederen niet meer aan?
‘Ik denk dat dit in veel gevallen terug te voeren is op het moment waarop de liederen zijn ontstaan. Veel nationalistische liederen zijn in de 19e eeuw ontstaan. In die tijd werd het 17e-eeuwse verleden geromantiseerd. In de 17e eeuw waren we een sterk en machtig land, we hebben toen de wereldzee bevaren, bevochten en overheerst. Inmiddels worden we ons wat meer bewust van de negatieve kanten van die periode. Een historisch figuur als J.P. Coen is niet geheel onomstreden meer. Hij heeft een heel eiland uitgemoord. Piet Hein daarentegen lijkt in de volksmond niet zo’n problematisch figuur te zijn. Hij is de Spanjaarden te slim af geweest en dat is een heldendaad. Vandaar ook dat er nog graag over hem gezongen wordt “zijn daden bennen groot”.’
‘Was De Ruyter een zeeheld of werkte hij mee aan slavenhandel?’
Els Stronks
Raken we iets kwijt als we vaderlandse liederen niet meer aanleren?
‘Dat denk ik wel. Vaderlandse liederen zijn voor veel mensen van nostalgische waarde. Ook vanuit poëtisch oogpunt is het jammer als ze verdwijnen. Daarnaast is het voor elk land belangrijk om lessen te trekken uit het verleden. Als wetenschapper vind ik het interessant om naar het verleden te kijken zonder alles voetstoots aan te nemen. Het is nuttig om je te verdiepen in de context van een lied.’
Welk lied bijvoorbeeld?
‘ "Wien Neêrlands bloed door d’aderen vloeit" van Hendrik Tollens was tot 1931 ons volkslied. Ik denk dat bijna niemand het meer kent. De tekst ervan kunnen we in deze tijd moeilijk meer plaatsen. Denk aan de zinsnede ”van vreemde smetten vrij”. Dat sloeg voor Tollens op ”we zijn van de Fransen af, want Napoleon is verslagen”. Als je die context niet kent, roept dit veel onbegrip op.’
Hoe typeert u nieuwe oranjeliederen, zoals bijvoorbeeld het Koningslied (2013)?
‘Heel interessant. Het Koningslied heeft weinig goeds gedaan. Poëtisch gezien is het een gedrocht. Het riep ook de vraag op: ”Willen we in Nederland zo’n koning zoals hij in het Koningslied bezongen wordt?” Er ontstond veel onenigheid over. Wat dat betreft was het "Wilhelmus" destijds zeer geslaagd. Nederland stond op voet van een burgeroorlog, het was een tijd waarop mensen tot op het bot verdeeld waren. Toch wist dat lied mensen aan elkaar te verbinden.’
Welk lied zou ieder kind volgens u nog moeten kennen?
‘Het "Wilhelmus". We hebben tenslotte niet voor niets een volkslied. Je moet de tekst en context ervan kennen om vervolgens te bepalen wat het lied voor jou betekent. Ons volkslied laat ons nadenken over de manier waarop mensen in dit land samenleven. Dat onderwerp is behoorlijk tijdloos. Het oudere taalgebruik en andere barrières moet je wegnemen door te vertellen over de tijd waarin het ontstaan is. Op zich ben ik niet tegen een hertaling ervan, maar je kunt het mysterieuze van het origineel ook gebruiken om nieuwsgierigheid te wekken.’
Wien Neêrlandsch bloed door d'aderen vloeit,
Van vreemde smetten vrij,
Wiens hart voor land en koning gloeit,
Verheff' den zang als wij:
Hij stell' met ons, vereend van zin,
Met onbeklemde borst,
Het godgevallig feestlied in
Voor vaderland en vorst.